Grondige en volledige samenvatting van het vak Personen- en familierecht gedoceerd door Verschelden Gerd. De samenvatting bestaat uit lesnotities van alle hoorcolleges aangevuld met de syllabus. Casussen gemaakt tijdens de casuslessen zijn niet mee opgenomen in de samenvatting.
Personen- en familierecht
Examenvragen:
Waar staat in de wet? -> letterlijk weergeven wat in de wet staat
Rechtspraak moet je memoriseren en belangrijkste zaken moet je kennen
Wat in de wet staat moet je niet vanbuiten leren maar moet je kunnen vinden in de wet
Casus over erfrecht en huwelijksvermogensrecht toepassen (hoe moet vereffend en verdeeld
worden?)
Afstammingscasus (2/20 punten)
Wettelijke erfopvolging
o Eerst wordt theorie gegeven en dan casuslessen
Huwelijksvermogensrecht (8/20 punten)
Geïntegreerde casus: erfrecht en huwelijksvermogensrecht samen toepassen!
Kleurcodes mag!
Dia’s en alles wat erbij verteld wordt moet je kennen
Eindcompetenties
Basiskennis hebben van en inzicht hebben in het vigerend personen- en familierecht
Inzicht hebben in de historische evolutie van het personen- en familierecht en in de beïnvloeding van
deze rechtstak door ethische, politieke, sociologische en economische factoren
vb. 2007: liberaal echtscheidingsrecht (alimentatie na echtscheiding is afhankelijk van een
aantal economische factoren)
De vigerende regelgeving en de internationale verdragen toepassen op concrete vraagstukken van
personen- en familierecht.
Wordt zeker afgetoetst op het examen
Het afstammingsrecht toepassen in een concrete feitenconstellatie, in functie van het voeren van
een procedure tot vaststelling of betwisting van het vaderschap
Het erfrecht toepassen op concrete casussen, meer bepaald de nalatenschap verdelen volgens de
regels van de wettelijke devolutie (2/20)
Afstamming (2/20)
Huwelijksvermogensrecht (8/20)
Een huwelijksvermogensstelsel vereffenen en verdelen in gevallen waarin de echtgenoten gehuwd
zijn onder het wettelijk stelsel (4/20)
Getuigen van een kritische houding t.a.v. discriminaties en lacunes in het huidige personen- en
familierecht
Openstaan voor en zoeken naar mogelijkheden voor actualisering en verbeteringen van de
regelgeving binnen het personen- en familierecht, met aandacht voor het genderperspectief en de
diversiteit van de bestaande familiale relaties
Leerstof:
Deel I. Verticale relaties (familiale relaties)
Titel I. Afstamming (+ wettelijk erfrecht)
Titel II. Adoptie
Titel III. Beschermingsstatuten voor minderjarigen
(vb. ouderlijk gezag, pleegzorg, voogdij, …)
Titel IV. Beschermde meerderjarigen
1
, (rechterlijke bescherming door onbekwaamverklaring door de rechter, …)
Deel II. Horizontale relaties (relaties tussen gelijken)
Titel I. Huwelijk (+ primair en wettelijk secundair huwelijksvermogensstelsel)
(huwelijksvermogensstelsel uit kracht van de wet)
(link tussen P&F en vermogensplanning. Bij P&F krijg je de theorie omtrent wettelijk erfrecht
met een wettelijke devolutie)
Titel II. Echtscheiding en scheiding van tafel en bed
(EOT, EET)
Titel III. Wettelijke samenwoning
Titel IV. Feitelijke samenwoning
22 oktober geen les
Theorie erfrecht en praktijk huwelijksvermogensrecht -> Lise voet!
, Deel I: Verticale relaties
Titel I: Afstamming (+wettelijk
erfrecht)
1 Inleiding – afstamming
1.1 Verschillende betekenissen v/h begrip
Algemeen bloedverwantschap
= oorspronkelijke afstamming
Adoptieve afstamming is niet gebaseerd op een bloedband
o Berust enkel op gelegenheidsband
Bijzonder ouderschap
Gaat over relatie kinderen met ouders, grootouders, …
1.1.1 Biologische versus juridische afstamming
= Niet gelijk aan elkaar!
In huidig recht meer biologisch recht
Vb. biologische afstamming: de man uit wie de zaadcel komt zou juridisch de man zijn maar dat is
niet altijd zo! Geen enkel afstammingsrecht werkt zo omdat er ook een sociale realiteit bestaat!
Erfrecht is een gevolg van een juridische vastgestelde afstamming
Het is niet altijd mogelijk om een biologische afstamming juridisch vastgesteld te zien
Biologische afstamming kan worden verhinderd
Vader heeft zich altijd gedragen als vader van het kind dan zal het kind een bezit van staat
hebben
Rechtspraak zegt dat het kind de vader altijd als vader heeft aanzien en dus als biologische
vader wordt aanzien (GW)
Vb. Voogdij bestaat enkel wanneer beide ouders overleden zijn, leven beide ouders nog dan is er
sprake van ouderlijk gezag
Concreet:
Moederschap sluit bijna altijd aan bij biologisch moederschap
o Moederschap is gekoppeld aan het baren -
o De vrouw die u gebaard heeft zal ook de eicel geleverd hebben om u tot leven te
verwekken
Draagmoederschap: Genetische (eicel) en biologisch baren in realiteit niet altijd gelijk
Kinderen buiten/binnen huwelijk
Binnen: kind zal juridisch een vader en moeder hebben
o Zowel biologische afstamming als juridische afstamming
Buiten: vader zal iets moeten ondernemen anders zal het kind vaderloos zijn
o Wel biologische afstamming maar geen juridische afstamming
o Vader zal een erkenning van vaderschap moeten doen
Voorbeeld:
2 in 1 procedure betwisting vaderschap echtgenoot en gerechtelijke vaststelling biologische vader
Vb. moeder met minnaar en echtgenoot: als echtgenoot van de moeder altijd de vaderrol heeft
opgenomen dan zal er een bezit van staat zijn waardoor een betwisting niet mogelijk is! Biologische
3
, vader kan dan geen betwisting aanvechten omdat de echtgenoot dan aanzien wordt als juridische
vader (wettekst geeft dit aan!). Juridisch vaderschap gaat eerst betwist moeten worden om dan een
biologisch vaderschap in de plaats te stellen. Er kan namelijk geen juridisch vaderschap samen met
biologisch vaderschap plaatsvinden.
Als echtgenoot van de vrouw altijd zich gedragen heeft als vader dan zal kind bezit van staat hebben
en dan wordt een betwisting onmogelijk en kan de biologische vader buiten spel gezet worden door
juridische vader.
!! Huwelijksverbod!! -> Indien hier een kind tussen geboren wordt dan mag er geen
afstammingsband worden vastgesteld tussen vader en kind
-> biologische band mag krachtens de wet niet worden vastgesteld
vb. Broer en zus = incest
1.2 Verschillende grondslagen voor juridische afstamming
Bloedband (biologische realiteit)
Bewijzen dat je wel of niet de vader bent
Genetisch/biologisch vaderschap
Sociaal gedrag
Sociaal gedrag primeert op genetische grondslag
Als je u als vader gaat gedragen dan moet je biologische buiten spel kunnen zetten
o Sociaal gedrag primeert op biologische realiteit
Koppelen aan bezit van staat!
o Sociaal gedrag als ouder: je gedraagt u als ouder
Kan een bewijsmiddel zijn om een afstammingsband te bewijzen
o Vb. je gedraagt u als vader ten aanzien van het kind en moeder lijdt een vordering in
tot gerechtelijke erkenning, dan zal de gedraging voldoende zijn als bewijs voor
afstammingsband vast te stellen
Bezit van staat: grondslag de wil om ouder te worden!
o Is vatbaar voor betwisting maar dan moet de moeder kunnen bewijzen dat er een
wilsgebrek aanwezig is (dwang, dwaling)
o Geen betwisting
Biologische vader kan afstammingsband betwisten maar indien ondertussen ook sociaal
gedrag aanwezig dan is het onaantastbaar!
Wil of intentie om ouder te worden
Als je kind wil herkennen buiten huwelijk ookal is dat kind niet van u
Enige grondslag voor het meemoederschap!
Gemeenschappelijke ouderschapsintentie tussen de moeders (beide moeders kunnen de
intentie hebben om het kind te verwekken en dat is de grondslag voor het meemoederschap)
Belang van het kind
Geen echt 4de aanknopingspunt
Criterium onder druk van GwH: om 1 van de 3 grondslagen te laten primeren
Vb. Delphine Boël -> Wetgeving die de biologische afstamming verhinderde maar ook werd
het verhinderd door juridische vader die het sociaal gedrag heeft gesteld om zich als vader te
gedragen. Door het sociaal gedrag als vader werd de betwisting van juridisch vaderschap
onmogelijk gemaakt. Delphine heeft dit voor GwH gebracht en zij hebben bezit van staat een
minder sterke draagwijdte gegeven. Het is in het belang van het kind om zijn biologische
afstamming ook juridisch vastgesteld te laten zien.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentUgent0152896. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.