Hoofdstuk 1: economische doelmatigheid
Vanaf de 19e eeuw is vervoer steeds makkelijker geworden
Infrastructuur en vervoer spelen een belangrijke rol in de economie. Daarom investeert de overheid
in de infrastructuur. Door sneller en goedkoper vervoeren nemen de transactiekosten af, maar we
zijn wel meer gaan reizen. Betere vervoersmogelijkheden lokken namelijk nieuwe vraag naar vervoer
uit. De vervoerssector bestaat uit vele deelmarkten.
Betalingsbereidheid = het maximale bedrag dat een persoon wil betalen voor een product.
Ligt de prijs die wordt betaald hieronder, dan is dit de ruilwinst (bij ruiltransacties). Bij economische
kosten worden de kosten en baten tegen elkaar afgewogen. Kosten = de waarde van de opgeofferde
schaarse middelen. Baten = de mate van behoeftebevrediging. Bedrijven en de overheid maken een
maatschappelijke kosten en -batenanalyse (MKBA). Deze omvat de kosten en baten inclusief de
effect op bijv. de natuur, in geld uitgedrukt.
Consumentensurplus = het verschil tussen het bedrag dat een koper maximaal bereid is te betalen en
de prijs die hij/zij daadwerkelijk betaalt.
De leveringsbereidheid = de laagste prijs waarvoor een aanbieder zijn product wil verkopen
Producentensurplus(P-MK) = het verschil tussen het verkoopbedrag en de leveringsbereidheid.
Als vragers en aanbieders ruilwinst kunnen behalen dan is de economische uitkomst op de markt
doelmatig. Om te kijken of dit het geval is word er gekeken naar het collectieve consumenten- en
producentensurplus. Prijsmutaties hebben invloed op alle consumenten en producenten.
Bij een markt van volkomen concurrentie zorgt de marktwerking voor een evenwichtsprijs en
evenwichtshoeveelheid waarbij de inzet van schaarse middelen minimaal is, gegeven het aantal
ruiltransacties. Dan is de uitkomst doelmatig. De markt werkt optimaal al de doelmatigheid (en dus
ook het totale surplus) maximaal is.
De vraaglijn geeft de betalingsbereidheid weer, de aanbodlijn de leveringsbereidheid. De surplussen
zijn driehoeken, de oppervlakte kan worden berekent met formule ½ x basis x hoogte.
Bij volkomen concurrentie valt de MO-lijn samen met de aanbodlijn.
De markt selecteert de vragers met de hoogste betalingsbereidheid en de aanbieders met de laagste
leveringsbereidheid (en dus bedrijven die tegen de laagste kosten produceren.) Dit prikkelt bedrijven
om zo efficiënt mogelijk te produceren.
Een situatie is Pareto-efficiënt als een partij zijn resultaat niet kan verbeteren zonder dat dit ten
koste gaat van een andere partij. Het marktresultaat verbetert als de vooruitgang van de een groter
is dan de achteruitgang van een ander. De welvaartstheorie stelde dat de doelmatigheid van de
economische uitkomst een maatstaf is voor de welvaart.
Door het instellen van een minimumprijs ontstaat er een verlies aan surplus en dus aan
doelmatigheid.
Consumenten hebben liever monopolistische concurrentie dan volkomen concurrentie, meer
goederen om uit te kiezen en meer innovaties. Innoveren is nodig om in de toekomst de winst te
verhogen. Innovaties zijn een belangrijke motor voor economische groei.
, Hoofdstuk 2: De overheid grijpt in
Vrije marktwerking levert weliswaar een economisch doelmatige uitkomst op maar die is
maatschappelijk gezien niet altijd gewenst. Reden voor de overheid om in te grijpen met heffingen,
subsidies, of het stellen van een minimum- of maximumprijs. Dit verstoort de doelmatigheid van de
markt en leidt tot verloren surplus (deadweight loss).
Maximumprijs: de vraag is groter dan het aanbod, er ontstaat een vraagoverschot. Het surplus
verschuift naar de consument want de prijs daalt. Er ontstaat een driehoek van verlies aan surplus.
Harberger-driehoek = het verloren surplus / deadweight loss
De overheid beschermt de consument met een maximumprijs.
Minimumprijs/garantieprijs/interventieprijs: door de vrije marktwerking kan de prijs op een markt
zo laag worden dat producenten geen inkomen meer kunnen verdienen. Bijv. landbouwsector in de
60s. de Europese Unie greep in , gemeenschappelijk landbouwbeleid. Minimumprijs en overschotten
kocht de overheid op. Dit kostte veel geld een leidde tot overproductie, daarom productiequota
(maximale hoeveelheid die mag worden geproduceerd). Het beleid kreeg veel kritiek, het kostte
belastingbetalers veel geld en verhoogde de consumentenprijs. Het werd vervangen door
inkomenssteun.
Een ander voorbeeld is het minimumloon.
Nederland kent een uitgebreid systeem van belastingen en subsidies. Directe belastingen worden
aan de overheid betaalt over inkomen of vermogen. Directe subsidies zijn bijv. inkomenssteun.
Indirecte belastingen zijn aan de verkoper en zijn kostprijsverhogend. Bijv. BTW, accijns,
invoerrechten. BTW heeft drie tarieven: het meeste valt onder 21%, eerste levensbehoeften, boeken
en diensten zoals de kapper 9%. 0% voor ondernemers die vanuit Nederland zaken doen met het
buitenland. Sommige goederen zijn vrijgesteld van BTW zoals medicijnen en overheidsdiensten.
Dit systeem heeft meerdere doelen; de overheid heeft geld nodig om uitgaven te bekostigen en het
systeem word gebruikt om de consumptie en productie van bepaalde goederen te ontmoedigen.
Indirecte belastingen: leiden tot verhoging van de marginale kosten en verschuiving van de
aanbodlijn.
Accijns? (P- accijns). De opbrengst per product van de verkoper neemt namelijk af met de accijns. Zie
figuur 2.9.
Het deel van de heffing dat wordt doorberekend aan de consument heet het
afwentelingspercentage. De afwenteling is afhankelijk van de vraag en aanbodlijn. Hoe steiler de
vraaglijn en hoe vlakker de aanbodlijn, hoe hoger.
Indirecte subsidie
Stimuleren van consumptie. Producenten krijgen een subsidie, de overheid betaalt voor een deel van
de productie, kostprijs daalt.
Zie figuur 2.12.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Isabel11. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.