Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Psychobiologie UvA jaar 2 - Ontwikkeling (5102ONTW6Y) - samenvatting tentamen week 8 €4,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Psychobiologie UvA jaar 2 - Ontwikkeling (5102ONTW6Y) - samenvatting tentamen week 8

 10 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van de college aantekeningen van het vak Ontwikkeling (5102ONTW6Y) gegeven tijdens het 2e jaar van de bachelor Psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Aperçu 3 sur 18  pages

  • 19 janvier 2022
  • 18
  • 2016/2017
  • Notes de cours
  • A. ploeger
  • Toutes les classes
avatar-seller
Ontwikkeling
Piaget practicum
Constructivisme: geen aangeboren intelligentie, een baby wordt geboren met sensorisch-motorische
intelligentie. Het kind gaat met de zintuigen en motoriek de omgeving actief exploreren en hiermee
construeert het kind zijn/haar omgeving en cognitie.

Schemata: iemand heeft allemaal schema’s in zijn hoofd. Pasgeborenen hebben bijv. schema’s voor
zuigen, kijken en bewegen, vanuit deze schema’s reageert een kind op de wereld.

Representaties: tijdens de ontwikkeling gaat het kind geleidelijk van sensorische-motorische
schema’s naar mentale schema’s.

Assimilatie: een nieuwe ervaring past in het bestaande schema.
Accommodatie: een nieuwe ervaring zorgt voor een verandering van het bestaande schema.

Stadia van cognitieve ontwikkeling:
- Sensorisch-motorisch stadium.
o Intelligentie op basis van sensorisch en motoriek.
o Nog geen of weinig representaties.
o A-not-B error (perseveratie) is een bekende fout die kinderen van 10 maanden en
jonger maken.
Overgang van sensorisch-motorisch stadium naar pre-operationeel stadium  objectpermanentie.
Objectpermanentie: kennis dat objecten permanent bestaan onafhankelijk van perceptueel contact.
Ontstaat rond de leeftijd van ongeveer 1 a 2 jaar  actief zoeken naar verstopte objecten.
- Pre-operationeel stadium.
o Eerste stappen in symbolisch denken (objectpermanentie, taal, fantasie, imitatie en
egocentrisme).
Overgang van pre-operationeel naar concreet operationeel  conservatie
Conservatie: eigenschappen van een object zijn blijvend en deze veranderen niet als het object er
anders uit komt te zien.
- Concreet operationeel stadium.
o Kinderen kunnen logisch nadenken (ordenen), maar alleen over concrete zaken.
Overgang van concreet operationeel naar formeel operationeel  hypothetisch-deductief denken
- Formeel operationeel stadium.

Probleem 1 Piaget theorie: geeft twijfel aan leeftijd ontstaan object permanentie en waarop het tot
stand komt en gemeten kan worden  Piaget onderschatte de capaciteiten van kinderen.
Probleem 2 Piaget theorie: wat is een stadium en hoe vind je evidentie voor een stadium?

Morfologie
Elementen bouwplan:
- Bilaterale symmetrie
- Polariteit
- Kiembladen
- Lichaamsholten
- Segmentatie
- Chorda
- Kiewbogen




1

,Prenatale ontwikkeling:
- Vroege ontwikkeling: 0 tot 4 weken
- Embryonale periode: eerste 8 weken
- Organogenese: 4 tot 8 weken, vorming van organen
- Foetale periode: 8 tot 38 weken, rijping

Resultaat bevruchting:
- Herstel 2n
- Bepaling geslacht
- Initiatie ontwikkeling

Klievingsdelingen: Zygote  2-cellig stadium  4-cellig stadium  8-cellig stadium  enz. 
morula  holtes  blastocyste
- Hatching: uitbreken van de blastocyste uit de diffuse laag
- Het volume van de zygote in latere stadia blijft gelijk (G1 en G2 fases van deling worden
overgeslagen, S fase wordt wel doorlopendupliceren DNA)
- Omgeving individuele cel verandert vanaf 2-cellig stadium
- In 8-cellig stadium kunnen er geen cellen meer worden opgeslokt door andere cellen

Blastocyste: eerste 2 weken
- Embryoblast: cellen in de binnenkant van het blastocyste  dragen bij aan het embryo
- Trofoblast: zitten aan de rand het blastocyste  dragen niet meer bij aan de embryo, maar
aan de vliezen van de zwangerschap
- Blastulaholte: holte in het blastocyste
- Zona pellucida: rand om het blastocyste

Zona hatching: het verdwijnen van de zona pellucida voor de nidatie (innestelen in de baarmoeder)

Transcriptiefactor Oct4: centrale cellen van de embryoblast  totipotentie

Na innestelen: embryoblast wordt epiblast en hypoblast, de rest is trofoblast en blastulaholte
- Dorso-ventrale as  dorsaal is kant van innestelen en ventraal is de holte (polariteit)

2-lagige kiemschijf: trofoblast wordt cytotrofoblast en syncytiotrofoblast
- Amnionholte is ontstaan in de epiblast  wordt uiteindeling de holte waar het embryo in
komt te liggen (vruchtwater)
- Later extra holtes in syncytiotrofoblast waar uiteindelijk de bloedvaten in uitkomen
- Cellen vanuit het hypoblast vormen de binnenbekleding van de blastulaholte  nidatie is
voltooid (dooierzak)
- Sluitplug is de plek waar het embryo is ingenesteld nadat de baarmoederwand weer is
gesloten
- 2-lagige kiemschijf  epiblast en hypoblast

Gastrulatie: 2-lagige kiemschijf wordt 3-lagig door de vorming van 3 boven elkaar liggende
kiembladen  worden orgaanstelsels
- Ectoderm: zenuwstelsel en epidermis
- Mesoderm: skelet, bindweefsel (spieren), hart- en vaatstelsel en urogenitaal systeem
- Endoderm: spijsverteringsklieren, maag-darmkanaal en luchtwegen
- Ontstaan uit de epiblast en hypoblast wordt door nieuwe laag van cellen vervangen
- Van eind 2e week tot eind 4e week



2

, Ronde schijf 2-lagige kiemschijf wordt ovaal (bodem amnionholte), omdat de rondom liggende cellen
snel gaan delen

Primitiefstreek: epiblast cellen in het midden duwen zich van elkaar af en gaan meer caudaal liggen
- In het midden wordt het nauwe contact verloren en gaan richting het hypoblast en dit wordt
de primitieve groeve
- Primitieve knoop: knoop van Hensen, meest craniale deel van de primitieve groeve
- De opeenhoping van de cel is het eerste teken van caudaal deel embryo

Ingressie epiblastcellen: epitheliale cel (flescel) wordt een mesenchymale cel (EMT)
- Hypoblast laag wordt verdrongen door de endoderm (12-13 dagen)
- Dan worden de cellen die later worden aangevoerd door gastrulatie de mesoderm (14
dagen)
- Alles wat overblijft van de epiblast wordt het ectoderm (14-20 dagen)

Immotiel cilia syndroom: afwijkende cilia, verstoorde werking organen, weefsels en cellen met cilia
- Bronchiëctase
- Sinusitis (ontstoken neusholtes)
- Onbewegelijke spermatozoa
- Bij 50% situs inversus  Kartagener syndroom
Knoop van Hensen heeft cilia met roterende beweging zorgt voor netto stroming naar links, dit is de
bepaling van de linkerkant van het lichaam

Situs solitus: normale links-rechts asymmetrie van de organen
Situs inversus: het spiegelbeeld van de normale asymmetrie
Situs ambiguous: onvolledige situs inversus
Isomerie: uitblijven van lateraliteit waardoor structuren kenmerkend voor de ene kant van het
lichaam in het spiegelbeeld aan de andere kant voorkomen

Navelring: erbinnen in embryonaal weefsel en erbuiten extra-embryonaal

Extra-embryonaal mesoderm: EEM, gaat om amnionholte en dooierzak zitten, er ontstaat een
nieuwe holte, de chorionholte
- Hechtsteel: aan de basis van de primitieve streep
- Umbilicale vaten: navelstrengvaten

Intra-embryonaal mesoderm: ontstaat over de hele lengte van de kiemschijf, behalve op:
- Oropharyngeale membraan
o Craniaal van de primitieve groeve
o Plek van toekomstige mondholte
- Cloacale membraan
o Caudaal van de primitieve groeve
o Plek van toekomstige anus
- Cardiogene plaat zit craniaal en lateraal van het oropharyngeale plaat en vormt de
cardiogene plaat, dit wordt het hart

Vruchtvliezen:
- Amnionvlies: somatisch EEM, en amnionepitheel
- Chorionvlies: somatisch EEM, cytotrofoblast en syncytiotrofoblast

Ectoderm: wordt gevormd door de overblijvende epiblast cellen die niet bijdragen aan het EEM, het
endoderm en het IEM, epiblast en ectoderm gaan dus naadloos in elkaar over

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur irisrosmalen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99
  • (0)
  Ajouter