Woordenlijst – gedragsneurologie
Woord Betekenis
Les 1 – Neurofylogenese
Neurofylogenese Ontwikkeling van het zenuwstelsel over miljoenen generaties heen
Bipedalisme Recht zijn gaan staan → hoger staan (kunnen kijken, gevaar zien afkomen, beter
bewegen, verandering van anatomie…)
Les 2 - Neuro-ontogenese
Neuro-ontogenese Ontwikkeling van het zenuwstelsel binnen 1 persoon: vanaf de conceptie doorheen de
levensloop
Fontanellen Het is een zacht stuk in de schedel zodat de baby door het geboortekanaal kan geraken
en zodat de Hersenen kunnen uitzetten na geboorte. Het blijft open tot 18 maanden na
de geboorte, maar daarna sluit het.
Neuroplasticiteit Verwijst naar hoe (kennis en ervarings) netwerken in de hersenen veranderen door
organisatie en reorganisatie in reactie op ervaring en sensorische stimulering →
hersenen zijn dynamisch
= de basis om te kunnen leren!
= input van de zintuigen, omgeving, … → al doende leert men
Proliferatie Betekent in het algemeen groei of verspreiding, meer in het bijzonder: proliferatie (cel),
de ontwikkeling van een cel (biologie).
Celmigratie Ontwikkeling naar de plaats waar ze hun functie zullen krijgen (migreren), kan door
interne als externe factoren verstoord worden
Differentiatie Vorming van dendrieten en axonen en hun functie (cerebrale circuits) → communicatie
of informatie-uitwisseling tussen gebieden
Sprouting Groei van vertakkingen
Synaptogenese De vorming van synapsen
Myelinisatie De axonen worden voorzien van een beschermlaag, myeline, dit heeft invloed op de
snelheid van informatietransmissie. Het verloopt in verschillende stappen en is
regiospecifiek (proximaal voor distaal, sensorisch voor motorisch, posterieur voor
anterieur, projectiegebied voor associatiegebied)
Apoptose Geprogrammeerde celdood → we worden geboren met heel veel cellen → cellen
moeten sterven om iets te kunnen maken → niet alle cellen zijn nuttig
Pruning Synapseliminatie → ervarings afhankelijk (use it or luse it)
Ervaringsverwachte Experience-expectant → op dat moment verwachten we dat het zich ontwikkelt → bv:
ontwikkeling we verwachten bij baby dat die op zijn 1 jaar zijn eerste stapjes kan zetten
Ervaringsafhankelijke Experience-dependant → correleert met de eliminatie van synapsen → kan positief en
ontwikkeling negatief zijn → brein past zich aan, is plastisch (filmpje meisje is i/h begin vrolijk, maar
de andere niet, dus na een tijd is zij ook niet meer wie ze was in het begin)
Les 3 – Therapeutische toepassingen
Echopraxie Alle handelingen gewoon nadoen van een andere → klinisch voorbeeld
Spiegeltherapie Een bijzondere vorm van observatieleren →Je zet een spiegel tussen je benen en met
gezond lichaamsdeel ligt voor spiegel en andere achter de spiegel. Dan beweeg je met
gezond lidmaat, in spiegel zie je dat beschadigd lidmaat mee beweegt. Spiegel geeft
illusie dat hemiparese arm functioneel is en werkt → visuele versterkt het sensorische.
Fantoompijn Amputatie lidmaat echter nog steeds pijnlijke spasmen voelen in geamputeerd lidmaat.
Door een mismatch in uw brein van de sensorische en motorische input in elkaar.
Motorische stuurt commando’s maar geen sensorische feedback want er is geen
lidmaat.
VAS-score De visueel analoge schaal (VAS) is een lijnstuk van 10 cm lengte waarop men een
subjectief gevoel of een mening kan uitdrukken op een continuüm. De VAS schaal is het
meest bekend in pijnonderzoek, waar de patiënt aanduidt op het lijnstuk hoeveel pijn hij
ervaart.
, Mentale training Motorische of visuele voorstelling opwekken in je hersenen dat je zelf een beweging
maakt zonder de beweging ook effectief uit te voeren
Ik-perspectief Persoon richt zich op het introspectief gevoel dat gepaard gaat met ingebeelde
beweging lichaam (of deel van het lichaam): kinesthetische gevoel: beweging voelen →
je voelt jezelf het doen (bv: bij paardrijden op en neer gaan)
Hij-perspectief Voorstellen dat je zelf in de ruimte zit en jezelf op afstand ziet bewegen, je observeert
jezelf een handeling of beweging uitvoeren vanop afstand: visuele waarneming:
beweging zien → jezelf vanop een afstand bekijken in je mentale voorstelling
Mentale Tijd voorstelling beweging (bij gezonde mensen)
chronometrie
Isochronie Tijd werkelijke uitvoering
Les 4 – Neuroanatomie
Centrale ZS Hersenen en ruggemerg
Perifere ZS Autonome zenuwstelsel
Somatische zenuwstelsel → sympathische zenuwstelsel + parasympatische zenuwstelsel
Autonome ZS Bestuurt zelfregulerende functies van interne organen en klieren
Somatische ZS Bestuurd vrijwillige bewegingen van de skeletspieren
Sympathische ZS Stimuleren
Parasympatische ZS Afremmen
Informatieverwerking- 1. Zintuigen (horen, voelen, …) (bv: zie iets geel en hoor iets schel)
systeem 2. Registratie (ik zie de ziekenwagen en hoor de sirene)
3. Verwerking (ik sla het op in mijn geheugen)
(ZRVI PAUS)
4. Integratie (je koppelt de informatie aan dingen die je weet)
5. Probleemstelling (je weet dat ziekenwagen gehaast is en je weet dus dat je met auto
uit de weg moet want de ziekenwagen moet door)
6. Actieplan (ik moet op zijn gaan want die wilt door)
7. Uitvoering (ik ga een aantal stappen opzij)
8. Spieren (trekken samen en laten mijn lichaam bewegen = perifeer zenuwstelsel)
Sagittale doorsnede Verdeel de hersenen in 2 delen: links en rechts
Horizontale Verdeel de hersenen in 2 delen: boven en onder
doorsnede
Coronale doorsnede Verdeel de hersenen in 2 delen: voor en achter
Hydrocefalie Waterhoofd
Neurodegeneratie Hersencellen sterven af. Volume brein krimpt. We willen het brein toch nog gespannen
houden, dus komt er meer en meer vocht in de hersenpan.
Cerebrospinaal vocht Bescherming hersenen en ruggenmerg: schokdemper, hersenen gespannen in vocht →
zit in de hersenkamer
Telencephalon Grote hersenen = Cerebrum
Grijze stof Cortex: hersenschors → liggen dieper i/d hersenen
Sulci Sleuven
Gyri Windingen
Fissuren Diepe groeven
Witte stof Associatievezels + commissurale vezels + projectievezels
Associatie vezels Verbindingen tussen gebieden in dezelfde hemisfeer
Commissuraal vezels Verbindingen tussen 2 hemisferen (links en rechts, wat links weet in de hersenen weet
rechts ook)
Projectie vezels Verbindingen tussen zintuigen, CZS en spieren
Corpus callosum Hersenbalk → verbindt links met rechts
Basale ganglia Initiatie en controle van bewegingen en lichaamshouding → grijze kernen
Limbisch systeem Belangrijk voor emoties → diep in grote hersenen, Li en Re
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stu15445. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.