Neostijlen en Eclecticisme
Context
Ontstaan van de industriele revolutie en van een industriële maatschappij
- Veel meer mensen : ziekenhuizen, landbouwtechnieken verbeteren, ...
- Arbeidsoverschot platteland zorgt voor migratiestroom : verstedelijking
- Politiek : Welke natie zijn we en hoe legitimeren we onze identiteit? Ook door middel van
architectuur
Nieuwe technieken, materialen, productiemogelijkheden en onderwijs
- Bouwsector hard beïnvloed door de revolutie : Fabrieksarchitectuur, elektriciteitsstations
- 19e eeuw : nieuwe materialen die hun weg vinden in diverse toepassingen, traditionele
gebouwen gebruiken ook nieuwe materialen (scholen, kerken, concerthallen, ...)
- Initieel enkel in academie (beaux-arts)
o Studie van stijlen (tekenen en leren van modellen)
o Prix de rome : wedstrijd voor pas afgestudeerde architecten, mochten naar Rome
om de klassieke architectuur te studeren.
- 19e eeuwse noden
o Nieuwe visie : beantwoorden aan maatschappelijke evoluties
o Professionalisering v bouwsector : opkomst onderwijsvormen = ingenieurs,
academische opleiding, aannemers
o 1745 : oprichting van ‘ecole des ponts et chaussees’ in Parijs, eerste
ingenieursopleiding naast traditioneel onderwijs. Architecten en Ingenieurs worden
opgesplitst.
- Vanaf 1862 kunstonderwijs
o Sint-Lucasscholen
o Nijverheidsscholen (technische scholen) : professionalisering van bouwbedrijven
Nieuwe media en communicatiekanalen: tijdschriften, tentoonstellingen, salons, ...
- 19e eeuw : nieuwe media, communicatiekanalen en netwerken
o Wereldtentoonstelling in 1851 in Engeland (chrystal palace) = manier om nieuwe
kennis in het echt te kunnen zien
o Parijs in 1889 = eiffeltoren (nieuw materiaal en estetisch)
Stedelijke transformatie
- Toenemende bevolkingsgroei : leefkwaliteit neemt toe, nood aan betere huisvesting en
infrastructuur (bruggen, elektriciteit, verlichting, ...)
- Limieten bereiken bebouwde omgeving, verkeerscongestie, slechte hygiene en
leefkwaliteiten
o Eugene Hausmann stelt masterplan voor stadssanering van Parijs
o Haussmanniseren = Grotere boulevards vaak met op het einde een belangrijke
plaats, rechte lanen en woningen voor rijke burgerij
o Ile de la Cité wordt ook bijna volledig opnieuw aangelegd
o Niet enkel bovengronds : ook rioleringen aanleggen, groen, verlichting
,Sociale burgerij eist haar plaats op
- Kapitaal creerden ze zelf
- Willen kwaliteitsvolle architectuur
- Gentrification = armen worden gedwongen te verhuizen uit het centrum
Nieuwe typologieen
Nieuwe bouwprogrammas voor nieuwe levenswijzen en nieuwe noden
- Nadenken over nieuwe typologieën die de samenleving vorm geeft
o Gevangenissen, kazernes, scholen, volkshuizen, markten, stationsgebouwen,
winkelgalerijen, theaters, kerken
o Herdenken van woningen : burgerwoningen, sociale woningen, ...
- scholen
o Nadenken over schoolprogrammas : hoe onderwijs organiseren?
o Overheid dacht hier ook over na
Mutueel onderwijs : oudere en jongere kinderen zitten samen in een lokaal,
oudere leerlingen geven les aan jongere kinderen. Dit had veel impact op
hoe een gebouw in elkaar zit
Richtlijnen voor bouw van scholen
Klassikaal onderwijs : meerdere klassen voor verschillende niveaus
Ergonomisch ook meer aandacht : ventilatie en verwarming
Verschillen : antwerpen bv luifelsysteem, Brussel : overkapping
- Markten, beurzen en tentoonstellingshallen
o Paviljoenen tonen de veelzijdigheid van ingenieurs en architecten
o Wereldtentoonstellingen worden staaltjes van architectuur en ingenieurskunde
Galérie des Machines (expo) Parijs (1887-1889)
Driescharniersspant : laat de structuur deels beweeglijk en was makkelijk
verplaatsbaar. Makkelijk af te breken en opnieuw op te bouwen
Nieuwe typologieën : slachthuizen en markthallen
o Toepassing nieuwe materialen : ijzer en glas
Handelsbeurs Antwerpen : hal
- Stationsarchitectuur
o Kathedralen van de 19e eeuw
o Monumentaal aanwezig en transport via trein wordt populairder
o Polemiek rond spoorwegen
Pro : sterk draagvlak voor innovatie, economische expansiemogelijkheden
Contra : Landbouw, steenkoolindustrie, protest tegen inzet van publieke
middelen (geld van iedereen), hoe veilig was dit?
Vroege Belgische industrialisering en urbanisering
- Drijvende motor : snelle groei van fabrieks- en mijnindustrie
o Sterk beinvloed door de snelle transformatie naar een exportgerichte economie
o Transportmogelijkheden = cruciaal element in stads- en netwerkontwikkeling
Steenwegen +10000
Kanalen +4600
Spoorwegen : exponentiele groei van de hoeveelheid
, Nederland : dambordpatroon (vaker overstappen)
Elke grootstad heeft een eigen plaats op het netwerk
- Antwerpen Centraal station
o Spoorwegenhal = Clement Van Bogaert, ingenieur
o Stationsgebouw = Louis de la Censerie
Eclectisch gebouw : impressionante koepel, verwijzingen naar Antwerpen en
koning Leopold 1. (LL boven toegangspoort)
Multifunctioneel : trein, post, kantoren, loketten, ...
Gebaseerd op station van Zwitserse Luzern
- Winkelgalerijen
o Multifunctionele complexen : winkels, wonen en culturele activiteiten
Bestaande gebouwen worden afgebroken en vervangen door de galerijen
Oude en nieuwe materialen worden gemengd
- Burgerwoningen in burgerwijken
o Casus Zurenborg : vormentaal en esthetische uitwerking
Estethische debat : neo-classicisme, neo-gotiek, neo-renaissance
- Stilistische categorieen : namen die wij op een periode hebben geplakt voor een
ordeningssysteem te hebben maar dit is een reconstructie die we hanteren om naar de
geschiedenis te kijken.
- WAT ZIJN DE FUNDAMENTEN VAN ONZE MODERNE SAMENLEVING EN ARCHITECTUUR
Historisme en rationaliteit
- Midden 18e eeuw : expliciete reactie tegen barok en Rococo
- Technische innovaties vinden hun weg naar architectuur
- Historisme
o Neoclassicisme : klassieke oudheid is een bron van kennis en inspiratie. Renaissance
en barok kopieren te veel de vormen zonder de kern vd architectuur te bestuderen
o Ontwikkeling van archeologische discipline, zelfde periode ook grootschalige
opgravingen van Herculaneum en Pompei (18 e eeuw)
Polemiek tussen pro-Griekse en pro-Romeinse neoclassicisten
Johann Joachim winckelmann :
Pro-Grieks, beschrijft de griekse geschiedenis, publiceert boeken
over het belang van de Griekse periode (geschreven)
Giovanni Battista Piranesi :
Baseert zich visueel op de romeinse architectuur, tekeningen en
reconstructies van gebouwen (visueel)
- Rationaliteit
o Architectuurtheoretische publicaties :
Claude Perrault 1650
Nadruk op natuurwetten
legt nadruk op solidité, utilité en bienséance;
Goede architectuur moet gebaseerd zijn op symmetrie,
mathematica en proportie (contrast met barok en rococo)