VOEDING BIJ ZIEKTE EN SPECIFIEKE DOELGROEPEN
EXAMEN
VOEDING BIJ OBESITAS
WHO DEFINITIE VAN OBESITAS, DIAGNOSE EN PREVALENTIE
= abnormale of excessieve vetaccumulatie die de gezondheid kan schaden. BMI = massa (kg)/(lengte
(m))2, maar de BMI weten alleen is niet voldoende, je moet ook kijken naar de persoon die je voor je
hebt!
֍ Met lintmeter kan de middelomtrek gemeten worden. Zodra dit meer is dan 102 cm dan is
het te veel, dan heeft de persoon een hoger risico op diabetes, hoge BP, cholesterol
problemen, verhoogd urinezuur, …
֍ Viscerale vetopstapeling bekijken onder de scanner (CT); 1 snede doorheen de buik en de
computer kan berekenen hoeveel vet iemand heeft subcutaan (onderhuids) of visceraal
(tussen de darmen, in de buik). Er is een hele mooie en sterke correlatie tussen
middelomtrek en de hoeveelheid visceraal vet.
֍ Het is dus mogelijk dat je een normale BMI hebt, maar toch een slechte vetverdeling
waardoor er metabool gezien een probleem kan zijn en je hogere risico’s hebt op diabetes of
andere medische problemen.
֍ Obesitas neemt enorm toe bij mannen en vrouwen. Deze aandoening kost veel geld, want als
obees persoon ontwikkel je andere medische gezondheidsproblemen.
1
,OORZAAK EN GEVOLGEN VAN OBESITAS
Oorzaken van obesitas: extern!
Hoogcalorische voeding/dranken consumeren en sedentaire levensstijl, teveel eten en te weinig
bewegen.
Obesitas is een multifactoriële ziekte
Genetische factoren
֍ Genen, hormonen en receptoren die energieverbruik en hongergevoel regelen (bv leptine,
leptine Rs, MC4-R, …). Het gebeurt dus heel zelden dat bepaalde van die genen afwijkend
zijn.
֍ Zeer zelden; aangeboren afwijkingen (bv Prader-Willi = op hormonaal en mentaal vlak is er
van alles mis, die kinderen hebben een onweerstaanbare drang naar eten, dat zijn de floppy
baby’s, …).
Omgevingsfactoren
֍ Overmatig aanbod voeding en energiedense voeding.
Gedragsfactoren
֍ Eetgewoontes (als thuis werken, rapper iets in mond steken, snacken ’s avonds, …) en fysieke
activiteit (zittende job, veel TV kijken, …).
Psychologische problemen
֍ Eetstoornissen (boulemie, BED, ’s nachts eten om zichzelf te troosten, binge-eating, achteraf
wel spijt, maar op het moment zelf heel ongecontroleerd eten naar binnen spelen, …).
Endocrinologische ziektes (zelden)
֍ M. Cushing (excess cortisol en dit stimuleert enorm de eetlust), hypothyroidie (tekort
schildklierhormoon, je bent moe, altijd koud, E besparingsmodus, minder kcal verbranden en
evenveel eten en dan kom je bij) en insulinoma (excess insuline, goedaardige tumor, continu
insuline aanmaak, de mensen doen een hypoglycemie).
Medicatie
Frequent bijdragende factor tot gewichtstoename.
֍ Psychotrope medicatie; veel pat nemen antidepressiva, antipsychotica, anticonvulsiva etc.
֍ Medicatie gebruikt bij diabetes; insuline is een anabolicum, sulfonylurea en
thiazolidinediones.
֍ Sommige antiretrovirale therapie; vb bij HIV.
֍ Tamoxifen; w gegeven nadat iemand borstkanker heeft gehad, maar je kan er dikker van
worden, niet goed, want vetcellen maken oestrogenen en zo meer kans op borstkanker!
֍ Steroidhormonen; glucocorticoiden (reuma, astma etc.) en progestagenen.
2
,Obesitas en malnutritie
Te zware mensen zijn overvoed, maar ook slecht gevoed, malnutritie, ze eten de verkeerde dingen,
vaak vet- en suikerrijk. Er kunnen bepaalde vitamines te kort zijn, vooral de vet oplosbare.
֍ Obesitas is een toestand van overvoeding, overvloed aan calorieën, maar geen
overconsumptie van fruit, groenten, hoge kwaliteit of nutriëntrijke voedingsmiddelen.
֍ Obesitas is een risicofactor voor ernstige voedings-/nutriënten tekorten; kan invloed hebben
op serumwaarden van ADEK vitamines, hoog vetgehalte gaat gepaard met verminderde
inname van vitamines en beperkte zonexpositie en gebruik van zonneblokkers veroorzaakt
vitamine D tekort.
Gevolgen van obesitas
Mentaal
֍ Slecht zelfbeeld, depressie, angst en persoonlijkheidsstoornissen.
Mechanisch
֍ Artrose, gastro-oesofagale reflux, urine-incontinentie, slaapapnoe en intertrigo (rode
vochtletsels).
֍ Last van gewrichten, voeten, rug etc., eten dat opwerpt (sluitspier staat onder te veel druk
en begeeft, slokdarm kan hierdoor ontsteken), bekkenbodemspieren worden zwak waardoor
je rap urineverlies hebt, snurken en stoppen met ademen in de slaap (hersenen hebben
zuurstof nodig, die mensen worden moe wakker, eten overdag om wakker te blijven) en
lokale rode natte vlekken in de plooien bij vrouwen dikwijls onder de borsten of in de lies
(kan beginnen ontsteken, talgpoeder gebruiken om het droog te houden).
Metabool
֍ Metabool syndroom (↑ cholesterolgehalte, hoge BP en hoge bloedsuikerspiegel).
֍ CV lijden, type II DM, dyslipidemie, jicht, arteriële hypertensie, NASH (vervetting van de
lever), kanker (meeste slokdarmkanker en baarmoederkanker), PCOS (cyclus komt niet meer
regelmatig), cholelithiase (galstenen) en infertiliteit.
֍ Op jongere leeftijd hart- en vaatziekten en hieraan gaan de meesten van hen dood
(hartinfarct, beroertes, …).
֍ Dit wordt allemaal bekeken bij een obese persoon die op raadpleging komt (bloedafname,
laten fietsen om hart na te kijken, BP meten, vragen naar hun cyclus etc.).
Meerdere hormonale signalen beïnvloeden de hypothalamische regulering van de eetlust
Er zijn ook hormonale signalen betrokken die het eetgebeuren regelen (versch organen bij
betrokken); uit vetweefsel leptine en adiponectine, darm is bron van GLP-1, ghreline (in de maag
gemaakt) en PYY (in de dunne darm gemaakt) en in de pancreas heb je vooral insuline, amylin en PP.
Aantal van die hormonen hebben invloed op onze hersenen (via Rs), aantal daarvan geven een
verzadigingsgevoel en andere net een hongergevoel.
3
, Wanneer iemand aan het diëten is, gaan de GLP-1 en PYY levels minder omhoog dan bij personen die
normaal gegeten hebben, er passeert ook minder eten door de maag en er wordt meer ghreline
aangemaakt (hongerhormoon). Iemand die vermagert heeft dan minder vetweefsel, vetcellen w
afgebroken, maar normaal w daaruit leptine aangemaakt (verzadiging), dus er is ook minder leptine
aanwezig. Dus de mensen die diëten krijgen meer honger en meer goesting om te eten als gevolg van
hormonale veranderingen.
Als je enkele kilo’s vermagert, gaat je lichaam reageren en minder E verbruiken (lichaam voelt dat er
minder aanvoer van kcal is, gaat in E besparende modus) en de schildklier reageert hetzelfde (↓ T3 en
T4 levels, koude intolerantie, haarverlies, droge huid), heel het metabolisme vertraagd en past zich
aan aan de nieuwe situatie. Hartritme gaat ook trager, omdat het sympathisch systeem minder gaat
werken (bradycardia).
Daarom is het zo moeilijk om te blijven diëten, de hormonen passen zich zodanig aan dat je honger
en koud krijgt en minder goed kan functioneren. Er zijn allerlei fysiologische mechanismen die
vermageren tegenwerken, zo gaan mensen vaak terug naar hun oorspronkelijk gewicht.
OBESITAS IS EEN CHRONISCHE ZIEKTE
Gewichtsverlies, gewichtsstabilisatie en preventie verder toename
Discrepantie tussen gerapporteerde en actuele E-inname en E-verbruik;
֍ Patiënten kunnen heel slecht inschatten hoeveel of hoe verkeerd ze wel eten, ze rapporteren
steeds minder dan dat ze in het echt eten.
֍ Patiënten gaan ook steeds zeggen dat ze meer stappen gedaan hebben dan werkelijk (vinden
een wandeling rond de kerk al groot) of mensen die veel zitten (sedentair) vinden die vuilnis
buitenzetten al een grote prestatie.
De verwachtingen van de patiënt zijn vaak ook
hooggespannen en onrealistisch en bijna niemand slaagt
daarin op een gezonde manier (- 38% gewichtsverlies,
meestal is het rond de -17%). De verwachtingen van een arts
en een patiënt zijn dus anders, daarom moet er goed
gecommuniceerd worden over waar willen we naartoe. Arts
wilt pat laten vermageren omwille van gezondheidsredenen.
4