Gezinsgericht werken en armoede
1.Armoede
1.Armoede globaal gesitueerd
Recht-op = strijdt samen met mensen in Armoede voor een samenleving zonder uitsluiting.
Armoede = primaire levensbehoeften niet kunnen voorzien om een menswaardig bestaan te leiden.
4 levels inkomstenniveau (Hans Rosling)
1. Leven met 1 dollar per dag (vb. eigen oogst → Somalië)
2. Leven met 4 dollar per dag (vb. af en toe naar supermarkt → Marokko)
3. Leven met 16 dollar per dag (vb. kunnen koelkast, brommer,… kopen → China)
4. Leven met 32 dollar per dag (vb. op vakantie gaan, uit gaan eten → Japan)
3 werelden
1. Eerste wereld → Kapitalisten
2. Tweede wereld → Communisten
3. Derde wereld → Neutraal
Kapitalisme = gericht op groeien/winst maken.
Liberalisme = individueel economisch actief zijn.
Neo-liberalisme = overheid wil individuele vrijheid.
Kolonisatie = het vestigen van een volk in een gebied, waar nog geen eigen volk woonde.
Imperialisme = landen willen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden.
Exploïtatie = uitbaten/draaiende houden van bezittingen.
‘The end of poverty’
1. Wat is één van de belangrijkste redenen waarom er op wereldschaal nog zoveel armoede
bestaat, als we terugblikken in de geschiedenis?
o Kolonisatie
2. Wat is neo-kolonialisme? (45 min)
o Exploitatie rijke landen tegenover hun kolonies. → slavernij
3. Wat is het grote verschil tussen armoede in het Zuiden en armoede in het Noorden?
o
4. Wat is neo-liberalisme?
o Overheid is hoofd voor individuele vrijheid.
5. Waarom zijn het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank opgericht?
o Wereldbank = leningen aan landen geven en bepalen hoe dit wordt terugbetaald.
Welke kritiek kan je vinden op hoe de Wereldbank en het IMF werken?
o Dwingen en zelf voordeel uithalen
Wat is de impact van privatisering?
o Bedrijven zetten de andere in de zak → kopen iets voor €2, verkopen dat voor €5
6. Welke oplossingen tegen armoede worden geformuleerd? (1u30)
o Schuldvergeving, belastingstelsel over heel het land hetzelfde
1
, Waarom kunnen we even goed spreken over rijkdom i.p.v. alleen armoede?
- Onze rijkdom is het gevolg van wat wij de armen hebben aangedaan. De armen werken hard,
zodat de rijken de grondstoffen (vb. olie,…) kunnen afnemen van de armen.
- Er zouden geen armen zijn, als er geen rijken zijn.
2.Armoede in feiten en cijfers
Helaasheid der dingen
- Chaos
- Waarden en normen (vb. omgang met vrouw)
1.3 dubbele brillen
3 brillen
1. Perspectief hulpverlener/perspectief cliënt
2. Kijken naar binnenkant/buitenkant mensen/hulpverlener
3. Focus problemen/krachten
Perspectief = referentiekader/kijk. (vb. professionele bril – referentiekader/rugzak)
Binnenkant = gevoelens, emoties,… (vb. gevoelens)
Buitenkant = waarneembaar gedrag, observaties,... (vb. gedrag: knikken)
Krachten = talenten,… (vb. aanwezige netwerken)
Problemen = uitdagingen, grenzen,… (vb. negatief zelfbeeld)
1.3 stappen
1. Doorlopen 3 dubbele brillen → situaties uitleggen/beschrijven
2. Formuleren hulpvragen
o Hypothetische hulpvraag = ouders hebben een idee, nog uitwerken of het juist is.
3. Formuleren aanbod/antwoord
o Consensus = overeenstemming komen.
Oefening ‘Helaasheid der dingen’
- Perspectief hulpverlener/cliënt
o HV: Gezinssituatie controleren, middenklasse gezin, respect
o Cl: Gedwongen hulpverlening, negatieve ervaringen gezin, onstabiel
- Buitenkant hulpverlener/cliënt
o HV: gaat in contact, veiligheid kind, afwachtend, niet-open, betrekt moeder
o Cl: stil, situatie afwachten
- Binnenkant hulpverlener cliënt
o HV: vies, oncomfortabel, wilt er weg,
o Cl: ‘Leer mij omgaan met verslaving van vader’,
- Valkuilen hulpverlener/cliënt
o HV: naam, de anderen laten doen
o Cl:
- Kwaliteiten hulpverlener/cliënt
o HV: geduldig, rustig blijven, beleefd, lef,
o Cl: loyaliteit, verbondenheid met elkaar, humor, open/hartelijk
2