Samenvatting hoofdstuk 2 Soorten en populaties
§2.1 Een soort = individuen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. De naam die wordt
toegekend aan een soort bestaat uit twee delen. De geslachtsnaam en de soortaanduiding. DNA-
onderzoek wordt gebruikt om aan te tonen dat organismen tot dezelfde soort behoren.
§2.2 Populatie = organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. Deze zijn vaak kwetsbaar
omdat hun DNA veel op elkaar lijkt. Als er een ziekte komt, lijden ze hier allemaal onder. Als er
gunstige omstandigheden zijn, kan de populatie juist snel groeien.
Beperkende factor = de factor die ervoor zorgt dat er een maximum zit aan de populatiegrootte in
een bepaald gebied. Dit kan nestgelegenheid of voedsel zijn.
Versnippering = het opdelen van het leefgebied in kleine stukken. Hierdoor splitsen populaties en
komen ze moeilijk met elkaar in contact. Het tegengestelde is ontsnippering, waarbij versnipperde
delen weer met elkaar verbonden worden, door bijvoorbeeld bruggen. Om de overlevingskansen van
soorten te vergroten wordt ontsnippering toegepast. Ook het zelf creëren van gevarieerde gebieden
kan de overlevingskansen vergroten. Ook zetten beheerders soms dieren uit in gebieden om die
gevarieerder te maken of om dieren te laten terugkeren naar hun oorspronkelijke leefomgeving.
Territorium = leefgebied van één dier, wat een dier probeert te verdedigen.
§2.3 Habitat = de leefomgeving van een organisme. Er kunnen verschillende organismen in dezelfde
habitat leven in een verschillende niche, zonder dat ze concurrenten zijn.
Niche = de rol die een organisme in een ecosysteem inneemt. Dus wat het doet en wat zijn invloed is
op het ecosysteem.
Voor alle abiotische factoren heeft een organisme tolerantiegrenzen. Dit zijn de grenzen, minimum
en maximum, waarbinnen een organisme kan overleven. Bij het optimum gedijt het organisme het
beste. Als een soort brede tolerantiegrenzen heeft, heeft het grotere overlevingskansen.
Als populaties gescheiden worden, geven ze andere eigenschappen door aan hun nakomelingen en
kunnen zo nieuwe soorten ontstaan.
§2.4 Predatie = het doden en als voedsel gebruiken van dieren. Carnivoren moeten zorgen dat zij
eten vinden en ondertussen ervoor zorgen dat zij zelf niet gegeten worden. Ze moeten
goedwerkende zintuigen hebben en verdedingsmechanismen. Als de populatie prooien groeit, groeit
ook de populatie predatoren en andersom ook. Hierdoor zijn steeds schommelingen in de
populatiegrootte.
In een voedselketen staan de energiestappen vanaf de plant tot het laatste organisme dat de energie
gebruikt. De pijl geeft de richting van de energie aan. Producent staat vooraan. Meerdere
voedselketens samen in een gebied vormen een voedselweb.
Verstoringen in de voedselketens kunnen ontstaan door:
- Ziektes: als een dier een ziekte heeft en andere organismen eten van deze zieke dieren
kunnen zij ook sterven.
- Gif: niet meteen de eerste schakel sterft van het gif en zo blijft het in een voedselketen.
Doordat de concentratie gifstoffen steeds groter wordt, accumulatie, merken pas volgende
schakels het en sterven hierdoor.
Symbiose = langdurige samenleving van individuen van verschillende soorten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosalievandervloet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.