Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting tentamen sociale psychologie utrecht €12,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting tentamen sociale psychologie utrecht

 1 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van het boek van sociale psychologie van alle tentamenstof voor tentamen in handige puntgewijze opsomming. Alle belangrijkste informatie beknopt beschreven.

Aperçu 2 sur 10  pages

  • Oui
  • 24 janvier 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
- Sociale psychologie is een veld in de psychologie waarbinnen de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen van
mensen beïnvloed worden door de aanwezigheid van andere mensen.

- Individu in een sociale groep.

- Sociale invloed is de invloed van mensen op het individu.

- Filosofie eerste wetenschap, hiervan is nog veel te zien in de psychologie.

- Mensen willen schokkende gebeurtenissen verklaren. Daarmee versimpelt men ze ook. Vaak wordt dan een dader aangewezen
die vervolgens als gestoord of ziek gelabeld wordt.

- Sociale psychologie via empirisch onderzoek, maar ook common sense.

- Sociale psychologie ligt tussen sociologie en persoonlijkheidspsychologie en richt zich op het individu in de context van een
sociale situatie en op universele psychologische processen die mensen vatbaar(der) maken voor sociale invloed.

- Invloed van omgevingsfactoren worden vaak onderschat, invloed van persoonlijkheid op gedrag wordt vaak overschat 
Fundamentele attributiefout.

- Behaviorisme  Eigenschappen van omgeving bekijken om menselijk gedrag te begrijpen. – belonen en straffen – Pavlov,
Watson en Skinner.

- Gestaltpsychologie  de subjectieve manier waarop objecten in de gedachten verschijnen is belangrijke dan het bestuderen
van de objecten zelf. – Koffka, Köhler en Wertheimer – Kurt Lewin.

- Construal = interpretatie, naïef realisme – Ross – als mensen ervan overtuigd zijn dat hun ideeën/gedachten beter zijn dan die
van anderen.

- De twee belangrijkste motieven over hoe de mens een situatie interpreteert: self-esteem approach en social cognition
approach

- Self-esteem approach  de behoefte om je goed te voelen over jezelf, eigenwaarde.

- Social cognition approach  de behoefte om accuraat te zijn, de wereld zo accuraat mogelijk vormgeven om de sociale wereld
te kunnen voorspellen.

- Self-fulfilling prophecy  een bepaald beeld of een overtuiging over een situatie veroorzaakt ook werkelijk het verwachte
gedrag.

- Sociale cognitie is de manier waarop mensen over zichzelf en de sociale wereld denken, het omvat informatieselectie,
interpretatie en geheugen.

- Automatisch denken  het denken dat gebeurt zonder dat je het doorhebt en zonder dat je er controle over hebt.

- Schema’s  mentale structuren die onze kennis over de sociale wereld organiseren. Schema over een sociale groep noemen
we een stereotype. Welk schema gekozen wordt is afhankelijk van de toegankelijkheid.

- Automatisch doelen achternagaan, automatisch keuzes maken, automatisch nadenken en metaforen en mentale strategieën
en shortcuts.

- Toegankelijkheidsheuristiek  oordelen worden gebaseerd op dat wat het gemakkelijks herinnerd kan worden.

- Representatieheuristiek  de hoeveelheid overeenkomst tussen hetgeen we willen identificeren en een bepaalde categorie.

- Gecontroleerd denken, tegenovergestelde automatisch. Bewust en vrijwillig.

- Sociale perceptie  de manier waarop wij indrukken vormen over mensen en hoe we daar conclusies uit trekken.

- Een belangrijk aspect van sociale perceptie is non-verbale communicatie.

- Encoderen  het uitvoeren van non-verbaalgedrag.

- Coderen  het interpreteren van non-verbaalgedrag.

- Darwin – Gezichtsuitdrukkingen ontstaan door fysiologische reacties, die de overlevingskans van de soort vergroten.

- Primaire basis emoties: boos, blij, angst, afkeer, verdriet, verbazing.

, - Emotiemengsels  een gemengde gezichtsuitdrukking waarbij het ene deel van het gezicht een andere emotie vertoond dan
het andere deel van het gezicht.

- Display regels  door de cultuur bepaalde ongeschreven regels over welke non-verbale gedragingen wel of niet geschikt zijn
om te uiten.

- Emblemen  gebaren die een duidelijke betekenis hebben in een bepaalde cultuur.

- Eerste indruk gebaseerd op kleine details.

- Thin-slicing  we kunnen betekenisvolle en vaak accurate conclusies trekken gebaseerd op de persoonlijkheid of vaardigheden
van een ander uit een kort sample van hun gedrag.

- Het primacy effect  de eerste kenmerken die opvallen hebben invloed op hoe we informatie die we laten over iemand
verkrijgen verwerken.

- Belief perseverance  de neiging om bij de eerste indruk te blijven.

- Impliciete persoonlijkheidstheorie  ontbrekende informatie uit iemands persoonlijkheid invullen door andere, wel bekende,
persoonlijkheidsonderdelen.

- De attributietheorie  de manier waarop mensen hun eigen gedrag en dat van anderen verklaren.

- Interne attributies  gedrag dat mensen toewijzen aan een persoon.

- Externe attributies  gedrag toewijzen aan de omgeving.

- Covariatiemodel om te verklaren hoe mensen kiezen voor een interne of externe attributie.

- Covariaties  veranderingen over tijd, plaats, personen en objecten.

- 1. Consensus informatie  de mate waarin anderen zich hetzelfde gaan gedragen als de actor.

- 2. Onderscheidende informatie  de mate waarin de actor zich hetzelfde gedraagt naar anderen.

- 3. Consistente informatie  de mate waarin het gedrag tussen actor en stimuli hetzelfde is in een andere tijd of situatie.

- Covariatietheorie  mensen verzamelen alle informatie en wegen het af om tot een logische uitkomst te komen.

- Fundamentele attributiefout – correspondentiebias  de aanname dat vertoond gedrag overeenkomt met persoonlijkheid.

- Twee-stappen proces van attributies: 1) er wordt een automatische, interne attributie gemaakt. 2) er wordt bewust nagedacht
over de mogelijke situationele redenen en indien nodig wordt de aanvankelijke attributie aangepast.

- Actor/waarnemer verschil  de neiging om het gedrag van anderen te zien als veroorzaakt door interne redenen, terwijl je bij
het verklaren van je eigen gedrag meer let op de rol van de situatie.

- Perceptual salience  oorzaak ^, als we naar andere kijken is het makkelijk om het gedrag te observeren en moeilijk om
zijn/haar persoonlijke situatie en omgevingsfactoren te ontrafelen, bij onszelf is dit juist andersom.

- Self-serving atributies  successen worden verklaard door interne factoren en mislukkingen worden verklaard door externe
factoren.

- Defensieve attributies  om de gedachte dat ons iets heftigs zoals ziekte of de dood kan overkomen te onderdrukken. VB.
‘belief in a just world’  mensen gaan ervan uit dat alleen slechte mensen slechte dingen overkomen.

- Het zelfconcept is een mentale representatie die mensen hebben. Dit bestaat uit een set beliefs die mensen hebben over hun
persoonlijke attributen. Volgroeid zelfconcept heeft 4 belangrijke functies.

- 1. Zelfkennis  kennis over jezelf hebben.

- 2. Zelfcontrole  het maken van plannen en het uitvoeren hiervan en het nemen van beslissingen.

- 3. Zelfrepresentatie  het goed opstellen tegenover anderen.

- 4. Zelfrechtvaardiging  het goed opstellen tegen onszelf.

- Introspectie  naar binnen kijken om je gedachten, gevoelens en motivaties in kaart te brengen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SamenvattingVoorIedereen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€12,99
  • (0)
  Ajouter