Samenvatting: Architectuur in Context A
Ø Les 1: Grieks
Ø Les 2: Romeins
Ø Les 3: Romaans
Ø Les 4: Romaans in de Nederlanden
Ø Les 5: Gotiek
Ø Les 6: Renaissance
Ø Les 7: Barok
Ø Les 8: Hollands Classisme
Ø Les 9: Neo-Classisme
Ø Les 10: werelderfgoed
,Les 1 – Grieks
Polis (Grieks) en Megapolis (Romeinse rijk)
1) Griekenland vs Rome
§ verschillen:
-Maatschappelijke/ politieke systemen: polis/imperium
-Culturele verschillen: G= perfectioneren hun kunst, R= nemen elementen uit
andere culturen en brengen ze samen
-Bouwtechnische evolutie: G= architraafbouw en zuilen (diagonale benadering),
R=muren, gewelven door vernieuwing van materialen
§ Meningen:
-Johann Joachim Winckelmann (1717 –1768): Esthetiek belangrijk,
harmonie met natuur, eenvoud, diagonale benadering in zijn werk
-Giovanni Battista Piranesi (1720 - 1778) : Toont verval, strijd tegen de
natuur, meer detail
§ Sleutelwoorden:
2) Verenigd in de diversiteit : De polis
-Geografische versnippering (dorische en ionische bevolking)
-Pan (=alle) – Helleense (hellas= grieks) plaatsen (neutrale plaatsen in griekenland in
bv tempels, spelen,...)
-Hellenisten vs Barbaroi: deelstaten in Griekenland die de macht willen, maar
eenheid kennen als ze samen tegen het buitenland vechten
-De goden van de Olympos
-Filosofie
-Stijlfasen Architectuur:
Archaïsche fase (vooral dorische orde) Geen vernieuwing,
Klassieke fase (ionische orde) alleen
Hellenistische fase geperfectioneerd
,3) De proto- Griekse Erfenis
-Minoische beschaving: 2000-
1400 BC
(Knossos = centrum)
§ KRETA:
-2000-1100 BC
-Paleis van Knossos:
Polychromie, realisme (sculptuur, decor), harmonie met natuur, vloeiende vormen,
zuil-architraafsysteem (woningbouw), megaron grondplan (inspiratie van
woningbouw gehaald), groot (verwelkomend voor reizigers/handelaars), woonplek,
religieuscentrum, administratieve functie, handelsruimtes
-Megaron Grondplan: origineel van woningbouw, veel verschillende soorten,
Aaneenschakeling van verschillende ruimtes die gescheiden worden door
muren/zuilen. Deze bevinden zich onder 1 bouwvolume waarbij je 1 ingang
hebt. Door gebouwen aaneen te schakelen krijg je megarongroepen.
-Tempel Architectuur: gebruiken de megaron
§ MYCENE:
-1250 BC
-Inwoners: soldaten en militairen
-Cyclopenmuur en leeuwenpoort= ingang van stad
- Arch : Zuil en architraaf, tympaan (typisch Grieks)
4) Het perfectioneren v/d orde
§ Proto-Griekse erfenis:
-Realisme
-Polychromie
-Megaronplan
-Zuil-architraaf constructie
-Tempelfronton
§ Grondplannen:
§ ZUILENORDE:
-Constructief (Naos/cella : heiligdom, pronaos : voorhal)
-Maatvoering/proportie
-stilistisch : dorisch, ionisch, korintisch
, -Zuil : Basis, schacht, kapiteel
(echinus (j), abacus(i))
-Entablement
(Architraaf (g), fries (b),
kroonlijst)
-Fronton
(Tympanon (a), sima (dak))
§ Soorten zuilenorde
(orde= proportie/combinatie):
-Grieks-Dorisch (grieks):
Geen basis,echinus, abacus,
entablement=artichraaf,fries, kroonlijst
-Ionisch (grieks):
Basis, eindigt in 2 voluten,architraaf, lege fries,
kroonlijst
-Korintisch (grieks):
Zoals ionisch, verschil = kapiteel in acantus bladeren
-Toscaans Romeinse
-Romeins-dorisch zuilenorde
-composiet
§ Definitie (Zuilen)Orde = de proporties en combinaties die afhangen van de
modulus (Diameter gemeten aan de voet van de zuil als maat voor het gebouw)
en de intercolumnie (afstand tussen zuilen moet altijd gelijk zijn)
§ Archaische fase:
-Politieke instabiliteit, maar culturele bloei
-experimenteren (perfecteren)
-streven naar realisme
-Harmonie met landschap (axiale-hoek benadering) ipv ingreep in de landschap
(romeins)
-zoeken naar oplossing ivm grondplan, verhoudingen en onderdelen van
gebouwen
Hera I, Phaestum (530 BC)
-vb archaische tempel
- 1 van de 1ste stenen tempels
-peripterale dorische tempel
-afwijkingen : middeste rij zuilen (voor versterking dak), # zuilen
(normaal : lange zijde = 2 x korte zijde +1, hier lange= 2x korte),
entasis (optische correctie om zuilen recht te laten lijken van ver
door de zuil te verdikken), echinus en abacus lijken geplet