MULTIVARIATE DATA ANALYSE SAMENVATTING
Deel 1: Probleemstelling
1. Meten
1.1. Meetniveaus
- Nominaal: classificatie o.b.v. verschillen/gelijkenissen
- Ordinaal classificatie + ordening
- Interval: gelijke toename betekent verschil in intensiteit + geen absoluut nulpunt e.g. temp.
- Ratio: absoluut nulpunt e.g. leeftijd en lengte
1.2. Meten
= proces uit twee stappen
- Verdelen van een populatie P van observaties in equivalentieklassen Ek. Een equivalentieklasse is
een deelverzameling uit de populatie die alle observaties groepeert die voor het bestudeerde
kenmerk als gelijkwaardig of equivalent kunnen worden beschouwd.
- Schalen van de klassen aan de hand van een variabele. Aan elke klasse van het opgeschaalde
kenmerk wordt een eigen warde toegekend.
o Kwalitatieve waarden
o Kwantitatieve waarden
Eigen specifiek getal toekennen aan elke klasse (weerspiegelen de relaties die in
realiteit bestaan tussen de klassen
Kan intrinsieke waarde krijgen als de klassen ondenkbaar zijn, maar kan ook
geen intrinsieke waarde krijgen (hier kan je elke waarde aan de klasse geven)
1.3. Eigenschappen van meetschalen
1.3.1. Ordenbaar
- Waarde X1 is groter of kleiner dan X2 en de ordenbaarheid van de waarde kan ook effectief een
bestaande ordening weerspiegelen.
1.3.2. Het bestaan van een meeteenheid
- Een variabele X heeft een meeteenheid wanneer gelijke verschillen tussen de waarden van X,
een gelijk verschil in de intensiteit van het bestudeerde kenmerk weerspiegelen. Voorbeeld:
verschil secundair en hoger onderwijs is niet equivalent aan het verschil tussen waarde 3
(universiteit) en waarde 5(lager secundair onderwijs).
1.3.3. Het bestaan van een absoluut nulpunt
- De waarde nul is de afwezigheid van een kenmerk. Voorbeeld temperatuur heeft geen absoluut
nulpunt 0 graden is nog steeds een temperatuur.
,2. Variabelen
Kwantitatieve variabele: ratio of interval -> rechtstreeks gemeten (Continue)
Categorische variabele: nominaal of ordinaal -> rechtstreeks gemeten (dichotoom)
Polytome categorische variabele -> met 3 of meer categorieën die rechtstreeks gemeten
werden
Latente variabele: ratio of interval -> niet rechtstreeks gemeten e.g. complexe schalen o.b.v.
rechtstreeks gemeten items
2.1. Variabelen en samenhang
2.2.
Variabele en samenhang
, 3. Probleemstelling
3.1. Schijnbare causaliteit
= voorbeeld: inactiviteit en overgewicht. Er blijkt vaker overgewicht te zijn bij mensen die niet
beroepsactief zijn. Nuance: geen rekening gehouden met leeftijd en onderzoek toont dat BMI
toeneemt met leeftijd. Tweede nuance is dat de werkzaamheid lager ligt bij oudere mensen. De
schijnbare causaliteit kan veroorzaakt zijn door leeftijd.
- Oplossing 1: kruistabel opvragen en vergelijking maken tussen
o BMI en activiteit
o BMI, activiteit en afzonderlijke leeftijdsgroepen
- Oplossing 2: Regressietechniek (Multi variate)
3.2. Indirecte causaliteit
= verklaring van het causale verband tussen X en Y middels een derde variabele, de mediator
- Mediator voorwaarden
o X beïnvloedt M en M veroorzaakt Y
o M ligt causaal gezien tussen X en Y bv. In de tijd
- Voorbeeld: negatieve samenhang tussen ouderschap en tevredenheid seksleven
o Minder tijd door kinderen -> lagere frequentie
o Frequentie kan bepalend zijn voor tevredenheid
- Data-analyse
o Kruistabel: tussen ouderschap en tevredenheid (zonder controle voor freq) vergelijken
met kruistabel voor vergelijkbare frequentie
o Lineaire regressie
3.3. Suppressieve van samenhang
= Er is geen (bivariaat) statistisch verband en dus wordt er ten onrechte gesteld dat er ook geen
oorzakelijk verband is.
- Voorbeeld: geslacht en subjectief evenwicht tussen werk en privéleven. Vrouwen werken minder
uren (+ voor evenwicht), maar spenderen meer tijd aan opvoeden (- voor evenwicht). Bij
eenzelfde aantal gewerkte uren, rapporteren vrouwen minder evenwicht.
- Statistische samenhang komt pas aan het licht na controle van derde variabele
3.4. Interactieve structuur
= het verband tussen twee variabelen varieert door een derde variabele
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisabethleys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.