Vaardig met
informatie
Kritisch denken
Het kritisch denkproces bestaat uit 8 elementen:
Doelstelling Wat jij of de ander tracht te realiseren.
Vraag De kern van het probleem / De kwestie die we trachten te
beantwoorden / op te lossen / te verbeteren.
Perspectief Hoe een persoon naar het probleem/de kwestie kijkt.
Verschillende personen kunnen een verschillend perspectief
hebben.
Concepten De basisideeën die je gebruikt om te komen tot een antwoord.
Informatie De gegevens, de data, de ervaringen, de bewijzen die je
gebruikt om tot een conclusie te komen.
Vooronderstellingen/ De impliciete en expliciete redeneringen die je gebruikt om tot
Onderbouwingen een conclusie te komen.
Conclusie Het besluit dat je neemt. Dit is het resultaat van een
redenering. Een besluit is gebaseerd op informatie en
vooronderstellingen.
Gevolgen Waar ons denken toe leidt of wat volgt uit ons handelen.
Deze elementen voldoen (of niet) aan specifieke standaarden:
Helderheid Duidelijkheid
Wanneer een vraag helder is, is er geen verwarring.
Accuraatheid Juistheid
Wanneer iets accuraat is, is het juist, is het waar.
Precisie De mate van detail
Als de informatie precies is, dan bevat het
noodzakelijke details
Significantie De waarde van de vraag
Als een vraag significant is, gaat het over een vraag
met belang, dan is het waardevol om de vraag de
beantwoorden.
Relevantie Bruikbaarheid
Wanneer informatie relevant is, dan is het bruikbaar
om tot een antwoord te komen, het raagt bij tot het
antwoord.
Logica Samenhang
Wanneer iets logisch is, is het navolgbaar, volgt het
, één na het ander.
Breedte De mate waarin het antwoord omvattend is
Als een antwoord voldoende breed is, neemt het
verschillende perspectieven mee.
Eerlijkheid Oprechtheid
Als een antwoord eerlijk is, omvat het verschillende
relevante gezichtspunten en doet het recht aan alle
betrokkenen.
Diepte Complexiteit
Als een vraag of antwoord diepte heeft, heeft het oog
voor de complexiteit.
Sociaal Werk in Mondiaal Perspectief
Tekst lezen met de acht elementen
Doelstelling Tekst niveau: Wat is de bedoeling van de tekst/deze
paragraaf? Wat wil de auteur ermee bereiken?
Leze niveau: Waarom lees ik deze tekst?
Vraag Welke vraag/vragen tracht de auteur te
beantwoorden?
Perspectief Hoe kijkt de auteur naar de situatie?
Is deze manier de enige mogelijke manier? Welke
andere manieren zijn er nog om ernaar te kijken?
Concepten Wat zijn de basisideeën van deze tekst?
Wat betekenen die basisideeën?
Informatie Is de informatie juist? Hoe weet ik dat?
Is de informatie relevant?
Let op: tegenstrijdige informatie kan heel relevant zijn. Het
bemoeilijkt het beantwoorden van de vraag, maar het is
belangrijk om het niet te negeren.
Vooronderstellingen/ Op welke vooronderstellingen is de conclusie
Onderbouwingen gebaseerd?
Wat wordt voor waar aangenomen?
Hoe wordt de conclusie onderbouwd?
Conclusie Wat is de conclusie?
Is de conclusie logisch?
Welke andere conclusies zijn er mogelijk?
Gevolgen Wat zijn de mogelijke gevolgen van de inhoud van deze
tekst? Wat leert deze tekst mij?
Tekst schrijven met de acht elementen
Doelstelling Welke boodschap wil ik brengen met deze
tekst/paragraaf? Wat wil ik dat de lezer
onthoudt/doet/…?
Vraag Welke vraag/vragen tracht ik met mijn tekst te
beantwoorden
Is mijn vraag zo geformuleerd dat ik echt vraag wat ik
, wil beantwoorden?
Is mijn vraag significant? Is het een belangrijke vraag?
Perspectief Hoe kijk ik naar de situatie?
Welke andere manieren zijn er om naar de vraag te
kijken? Laat ik die voldoende aan bod komen in mijn
tekst?
Concepten Wat zijn de basisideeën/kernwoorden/kernbegrippen
van deze tekst?
Leg ik die voldoende uit?
Informatie Op welke informatie baseer ik me? Is de informatie
juist? Wat zijn mijn bronnen? Wat is de kwaliteit van
mijn bronnen?
Is de informatie relevant?
Is de informatie volledig? Laat ik ook andere
standpunten aan bod komen? Heb ik voldoende
informatie gezocht? Welke zoekstrategie naar bronnen
heb ik gebruikt?
Vooronderstellingen/ Welke vooronderstellingen is de conclusie op
Onderbouwingen gebaseerd? Welke theorieën gebruik ik? Zijn dat de
juiste/meest relevante voor mijn vraag?
Wat neem ik voor waar aan?
Hulpmiddel: Maak een pijlendiagram van je redenering
Conclusie Wat is mijn conclusie?
Is de conclusie logisch? Kan ik uitleggen hoe ik tot mijn
conclusie kom?
Welke andere conclusies zijn er mogelijk?
Gevolgen Wat zijn de mogelijke gevolgen van mijn tekst?
Wat wil ik dat de lezer doet met mijn tekst?
Vaardig met informatie
Voornamelijk de focus op 1 van de 8 elementen: Informatie
Dit element onderzoeken via de standaarden
Soorten informatie
Populaire literatuur
- Sociale Media: Facebook, Instagram, Twitter
- Kapperstijdschriften: Flair, Libelle, Flow, Humo…
- Kranten: OOK De Standaard, De Tijd, De Morgen, Knack…
Minder betrouwbaar!
Criteria:
Schrijver: ‘iedereen’, niet noodzakelijk een expert
Doelgroep: ‘iedereen’, liefst zo veel mogelijk mensen
, Academic Gopress
Vakliteratuur
- Vaktijdschriften
o Generiek: sociaal.net, Weliswaar…
o Specifiek:
- Onderzoeksrapporten
Betrouwbaarder!
Criteria:
Schrijver: ‘expert’, werkveldervaring en/of onderzoekervaring
Doelgroep: mensen in het werkveld/opleiding
Mediatheek, Limo-databank
Websites van koepelorganisaties, ministeries, onderzoeksinstellingen…
Wetenschappelijke literatuur
- Wetenschappelijke tijdschriften
Betrouwbaar!
Criteria:
Schrijver: ‘expert’ met onderzoekservaring
-> peer reviewed: commentaar/oordeel van experten op ingezonden artikel => aanpassing
o Fraude nog mogelijk d.m.v. cijfergegevens aan te passen (bv. een interview)
o Kwaliteitscontrole gebeurd vooraf d.m.v. de experten
kranten: kwaliteitscontrole achteraf door de lezers
Doelgroep: mensen in het werkveld / onderzoekers / opleiding
ScienceDirect, SpringerLink, Wiley Online Library (via bib van de school)