Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Economie, Arbeidsmarkt en Organisatie €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Economie, Arbeidsmarkt en Organisatie

 4 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

hierin staat zo veel mogelijk informatie dat is besproken tijdens de lessen en is gebruikt in de PowerPoint

Aperçu 3 sur 21  pages

  • 26 janvier 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting economie, arbeidsmarkt en organisatie


Samenvatting economie, arbeidsmarkt en organisatie
Begrippenlijst: Reader
Aanbod op de arbeidsmarkt: tot het aanbod op de arbeidsmarkt worden alle
personen gerekend (werkend of werkloos) die zich daadwerkelijk aanbieden op
de arbeidsmarkt.
Arbeidsjaar: een maatstaf voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle
banen. (Voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdsbanen (CBS). Twee halve
banen elk 0,5 vte) vormen samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar.
Arbeidsmarktregio: een arbeidsmarktregio is een afgebakend gebied (wet SUWI)
Waarbinnen dienstverlening wordt verleend door het UWV en gemeenten aan
werkzoekenden en werkgevers. Per 1 januari 2013 zijn er 35 arbeidsmarktregio’s.
Arbeidsongeschikt: situatie waarin iemand verkeert als hij of zij door ziekte of
gebrek een belemmering ondervindt bij het verkrijgen of verrichten van arbeid.
Arbeidsparticipatie: over het algemeen de bruto arbeidsparticipatie verstaan.
- Bruto arbeidsparticipatie: het aandeel van de werkzame
beroepsbevolking en werkloze beroepsbevolking in potentiële
beroepsbevolking.
- Netto arbeidsparticipatie: het aandeel van de werkzame
beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking.
Arbeidsproductiviteit: de bruto toegevoegde waarde per eenheid
arbeidsvolume. De bruto toegevoegde waarde kan worden gezien als
economische waarde die bedrijven en instellingen tijdens de productie
toevoegen (zoals grondstoffen).
Arbeidsvolume: de hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces,
uitgedrukt in arbeidsjaren of gewerkte uren.
Baan: een arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een arbeidsorganisatie
waarin vastgelegd dat arbeid zal worden verricht waar een (financiële) beloning
tegenover staat. Banen kunnen worden onderscheiden in banen van werknemers
en banen van zelfstandigen.
Baanopening: baanopeningen zijn arbeidsplaatsen waarvoor personeel wordt
gezocht. Dit ontstaat wanneer werknemers die een arbeidsorganisatie verlaten,
worden vervangen of wanneer het bestand van werknemers in een
arbeidsorganisatie wordt uitgebreid. Het kan om concrete vacatures gaan, maar
veel functies worden ook informeel vervuld.
Beroepsbegeleidende leerweg (BBL): leerweg in het mbo waarbij het
praktijkdeel minimaal 60% is en de leerling over het algemeen 4 dagen werkt met
een arbeidsovereenkomst en 1 dag naar school te gaan.
Beroepsbevolking (internationale definitie): alle personen die minimaal 15 jaar
oud zijn, maar niet ouder dan 75 jaar en tenminste voldoen aan een van de
volgende criteria:
- Ten minste één uur per week werk hebben
- In de afgelopen 4 weken naar werk hebben gezocht
Beroeps opleidende leerweg (BOL): leerweg in het mbo waarbij het praktijkdeel
tussen 20% en 60% is, waarbij meestal geen sprake is van een
arbeidsovereenkomst.
Bruto binnenlands product (BBP): het BBP is gelijk aan de waarde van het in
Nederland gevormde inkomen.
Deeltijdbaan: een baan waarbij op een bepaald peilmoment of periode het aantal
overeengekomen te werken uren lager is dan het in de betreffende sector
gebruikelijke aantal uren dat behoort bij een volledige dag en weektaak.



1
Sandy Jonker, Hogeschool Saxion 2021

,Samenvatting economie, arbeidsmarkt en organisatie


Discrepantie op de arbeidsmarkt: de verhouding tussen vraagzijde en
aanbodzijde op de arbeidsmarkt.
- Bij een aanbodverschot overtreft de aanbodzijde de vraagzijde.
- Bij een vraagoverschot overtreft de vraagzijde de aanbodzijde
Economische groei: de volumegroei van het bruto binnenlandsproduct (meestal
tegen marktprijzen)
Flexibele baan: een baan van een werknemer waarbij de arbeidsovereenkomst
van beperkte duur is of waarbij het aantal uren niet vast overeengekomen is. Hier
tot gerekend is: uitzendkrachten, oproepkrachten en overige contracten waarin
de looptijd beperkt is of de arbeidsomvang niet een vast aantal uren betreft.
Geregistreerde werkzoekende: niet-werkende werkzoekende
Krappe arbeidsmarkt: de arbeidsmarkt is krap wanneer er veel openstaande
vacatures zijn in verhouding tot het aantal geregistreerde werkzoekenden.
Kwalitatieve mismatch: bij kwalitatieve discrepanties sluiten vraag en aanbod
niet op elkaar aan, omdat de eigenschappen die werkgevers vragen niet
overeenkomen met de eigenschappen die werkzoekende aanbieden.
Moeilijk vervulbare vacature: een vacature die volgens werkgevers moeilijk te
vervullen is. Dit wordt veroorzaakt doordat er onvoldoende “geschikte”
werkzoekende beschikbaar zijn.
Niet- uitkeringsgerechtigde werkzoekende (NUG): de groep werkzoekenden
die niet in aanmerking komen voor een uitkering.
Niet werkende werkzoekenden (NWW): iemand van 15 tot en met 74 jaar die bij
UWV als wekzoekende staat ingeschreven.
Ouderen op de arbeidsmarkt: tot de ouderen op de arbeidsmarkt worden over
het algemeen personen van 50 jaar en ouder gerekend.
Participatiegraad: onder participatiegraad wordt over het algemeen de bruto
arbeidsparticipatie verstaan.
Pendel: woon- werkverkeer
NWW- percentage: de omvang van het bestand niet werkende werkzoekenden
(NWW) uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking
Potentiële beroepsbevolking: het deel van de bevolking dat gelet op zijn leeftijd
in aanmerking komt voor deelname aan het arbeidsproces.
Recessie: de conjunctuurfase die gekenmerkt wordt door teruglopende groei van
de economische activiteiten. Dit wordt afgemeten aan een kleiner wordende
volumegroet van het bruto binnenlands product of een groei die beneden het
langjarige gemiddelde ligt.
Ruime arbeidsmarkt: de arbeidsmarkt is ruim wanneer er veel geregistreerde
werkzoekenden zijn in verhouding tot het aantal openstaande vacatures.
Schoolverlater: Voor de onderwijsstatistieken geldt: iemand die het door de
overheid bekostigde voltijdonderwijs in het afgelopen jaar voor het eerst en voor
minstens één jaar heeft verlaten (CBS). Volgens de definitie in de Enquête
Beroepsbevolking (EBB) van het CBS is men maximaal één jaar schoolverlater. Zie:
Voortijdig schoolverlater
Sector: De verzameling van werkzaamheden, gericht op de productie van
bepaalde goederen en diensten. Het gaat hierbij niet alleen om activiteiten van
het bedrijfsleven, maar ook om activiteiten van niet op winst gerichte instellingen
en de overheid. Zie: Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008)
Social return: het opnemen van voorwaarden in inkoop en aanbesteding
trajecten, zodat leveranciers een bijdrage leveren aan het bieden van
werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.



2
Sandy Jonker, Hogeschool Saxion 2021

, Samenvatting economie, arbeidsmarkt en organisatie


Spanningsindicator arbeidsmarkt: de verhouding tussen het aantal
openstaande vacatures en het aantal geregistreerde werkzoekenden dat direct
inzetbaar is.
Standaard bedrijfsindeling (SBI): dit is de hiërarchische indeling van
economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden
te indelen naar hun hoofdactiviteit.
Startkwalificatie: iemand beschikt over minimaal een havo- of vwo diploma of
minimaal een mbo- diploma op niveau 2.
Tijdelijke baan: een relatie tussen een werkgever en werknemer waarbij de
arbeidsovereenkomst van beperkte duur is.
Uitbreidingsvacature: vacatures die ontstaan door toename van het aantal
banen.
Uitzendarbeid: arbeidsovereenkomst waarbij de ene partij als werknemer, door
de andere partij als werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of
bedrijf van die werkgever, ter beschikking wordt gesteld van een derde partij.
(onder toezicht en leiding van de derde partij)
Vacature: een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een arbeidsorganisatie
personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk geplaatst kan
worden.
Vacaturegraad: het aantal openstaande vacatures per 1.000 banen van
werknemers.
Vacaturemarkt: het totaal van alle vacatures in een bepaalde periode en in een
bepaald gebied.
Vaste baan: relatie russen een werkgever en een werknemer waarbij sprake is
van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Vervangingsvacature: vacatures die vervuld worden na vertrek van werknemers
het personeelsbestand op peil te houden.
Voltijdbaan: baan van een werknemer waarbij op een bepaald peilmoment of
periode het aantal overeengekomen te werken uren behoort bij een volledige
dag/ weektaak.
Voortijdig schoolverlater (vsv): iemand die het onderwijs heeft verlaten en niet
in het bezit is van een startkwalificatie.
Vraag op de arbeidsmarkt: de vraag op de arbeidsmarkt wordt gevormd door
alle banen en vacatures.
Werkgelegenheid: Een containerbegrip voor de al dan niet vervulde vraag naar
arbeid van zowel werknemers als zelfstandigen. Meerdere begrippen vallen onder
deze noemer: arbeidsplaatsen (zowel vervulde arbeidsplaatsen, oftewel banen, als
onvervulde arbeidsplaatsen, oftewel openstaande vacatures), werkzame
personen, werkzame beroepsbevolking en arbeidsvolume. Zie: Baan; Arbeidsjaar;
Arbeidsvolume; Werkzame beroepsbevolking; Werkzame personen.
Werkloze beroepsbevolking: personen in de leeftijdscategorie 15 tot en met 74
jaar. Zonder werk die actief opzoek zijn naar betaald werk en die daarvoor direct
beschikbaar zijn. (beroepsbevolking)
Werknemer: een persoon die in dienst van een werkgever tegen beloning arbeid
verricht. Personen die wel arbeid verrichten, maar niet in een dienstverband,
omdat er geen sprake is van een gezag relatie. Worden als zelfstandige of zzp’er
aangemerkt en dus niet als werknemer.
Werkzame beroepsbevolking: alle personen in de leeftijdscategorie 15- 75 jaar
die minstens 1 uur per week werken.




3
Sandy Jonker, Hogeschool Saxion 2021

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sandyjonker. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83750 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter