1. Organisaties: definitie en typologie
Organisatie: definitie en kenmerken
• Organisatie = een geheel of een eenheid van mensen die op een bewuste manier bij elkaar
zijn gebracht om (een) specifiek(e) gemeenschappelijk doel(en) te verwezenlijken
o => drie basiskenmerken van een organisatie
▪ 1. Het is een groep van mensen
▪ 2. Een organisatie is opgebouwd rond een of meerdere gemeenschappelijke
doelen
▪ 3. Het is een bewust gecoördineerde eenheid en heeft een doelgerichte
structuur
o Voorwaarden hebben een dynamisch karakter; ze kunnen veranderen doorheen de
tijd. Vb: nieuwe mensen treden toe, het doel kan worden bijgestuurd, de structuur
kan aangepast worden aan de gewijzigde doelen…
Een groep van mensen
• = organisatieleden
• Organisatielid kan op verschillen criteria worden ingedeeld
o Hiërarchische verantwoordelijkheid
▪ Leidinggevenden vs niet-leidinggevenden
o Vakkennis of expertise
▪ Designers, verkopers, boekhouders, juristen…
o Productbetrokkenheid
o Regiobetrokkenheid
▪ Regio Europa vs regio Azië
o Sociodemografische kenmerken
▪ Mannen vs vrouwen, jongeren vs ouderen
o Functie of rol
▪ Eigenaars, managers, arbeiders en bedienden
• Eigenaar = persoon die organisatie bezit
• Manager = medewerker die zich bezig houdt met het leiden,
plannen, controleren en organiseren van de organisatie. Is
aangesteld door de eigenaar van de onderneming om, in hun naam,
de organisatie te leiden.
• Dat een eigenaar ook het management op zich neemt is eerder
uitzonderlijk in grote organisaties, al heeft het wel als voordeel dat
de beslissingen van het management niet indruisen tegen de
belangen van de eigenaar.
Gemeenschappelijk doel of gemeenschappelijke doelen nastreven
• In een organisatie bestaan verschillende doelen; => organisaties worden vaak beschouwd als
een ‘multidoelenomgeving’
Organisatiestructuur
• = ‘wie doet wat’, ‘wie legt verantwoording af aan wie’, ‘hoe wordt het werk gedaan’
• => keuze van horizontale indeling, verticale indeling, structurerende kenmerken,
arbeidsdeling, (de)centralisatie…
, • Formele vs informele organisatiestructuur
o Formele = organisatiestructuur zoals deze officieel is neergeschreven
o Informele = hoe de formele organisatiestructuur door organisatieleden wordt
ervaren
➔ elke onderneming is een organisatie, maar niet elke organisatie is een onderneming
Er bestaan ook organisaties die niet zoals ondernemingen winst nastreven, maar eerder de realisatie
van een ander doel trachten te verwezenlijken (vb: sportclubs, ziekenhuizen, culturele centra,
politieke partijen, internationale overheden…)
Organisatietypologie
Organisaties kunnen op basis van verschillende criteria worden ingedeeld:
Op basis van de (economische) activiteit
• Organisaties ingedeeld obv (economische) activiteit
o Productorganisaties = leggen zich toe op het vervaardigen van (materiële) producten
vb: leverancier van schoolborden
o Dienstverlenende organisaties = leggen zich toe op het verstrekken van
(immateriële) diensten
vb: kapper
• Goederen vs diensten
Goederen Diensten
Fysiek tastbaar Niet fysiek tastbaar
Kapitaalintensief Arbeidsintensief
Lange reactietijden Relatief korte reactietijden
Stockageproblemen (niet het geval); niet stockeerbaar
o Reactietijd = de periode tussen het plaatsen van de bestelling en de levering aan de
klant, vb: hoge reactietijd bij vliegtuigen (>2 jaar) vs lage reactietijd bij kapper
o Stockageproblemen = risico van veroudering van de voorraad, stockagekosten (huur
van ruimtes), geïmmobiliseerd geld (= geld geïnvesteerd in iets dat niet voor iets
anders gebruikt kan worden)…
▪ Oplossing voor risico van geïmmobiliseerd geld = net-op-tijdleveringen
(minder voorraad => minder geld vast erin)
o Tendens = evolutie van producten naar diensten
▪ Oorzaken:
• Globalisering (voorheen kwamen concurrenten uit het eigen land, nu
vanuit bijna alle landen van de wereld)
• Opkomst van de lagekostenlanden
De identiteit van de eigenaar
• Private organisaties = wanneer individuen en/of andere organisaties eigenaar zijn van een
organisatie
vb: KBC, Kinepolis, Bekaert, Coca Cola…
• Publieke organisaties = wanneer overheid eigenaar is van organisatie
vb: NMBS, de Vlaamse overheid, de federale overheidsdiensten
, • Private vs publieke organisaties
Private organisatie Publieke organisatie
Startloon < (overheid betaalt obv diploma)
Loongroei >
Extralegale voordelen (uitgebreid) > (beperkt)
Vakantiedagen <
Werkzekerheid <
Pensioen <
Dit verschil kan gecompenseerd worden door een
privépensioenfonds bij de private organisatie. In zo’n regeling stort
de private werkgever op regelmatige basis geld in een
privépensioenfonds en dit ten voordele van het pensioen van de
werknemer. Als de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd
bereikt, zal het geld uit dit fonds gebruikt worden als een
‘aanvullend pensioen’ op het wettelijke pensioen.
Het ultieme doel van de organisatie
• Profit organisaties = doel is om winst te maken ten voordele van de eigenaars van de
organisatie
vb: Coca Cola, KBC…
o Veel profit organisaties stellen ook veel aandacht voor het milieu en mens; MVO
(maatschappelijk verantwoord ondernemen)
• Non-profit & social profit organisaties = doel is niet om winst te maken, maar om de
realisatie van een maatschappelijk doel of een door de leden ervaren behoefte na te streven
vb: sportclubs, ziekenhuizen, politieke partijen…
o Non-profit: ondersteunen van niet-commerciële doeleinden
▪ = liefdadigheidsinstellingen, politiek
o Social profit
▪ Domeinen zoals gezondheidszorg, welzijnsector, socio-cultureel
▪ Hebben winst nodig om te kunnen blijven bestaan, maar ze moeten geen
winst genereren (= geen doelstelling)
▪ vb. kinderdagverblijf, beschutte werkplaatsen
Het juridisch statuut van de organisatie
• Geen specifiek juridisch statuut => eenmanszaak
o Juridisch statuut = moet je geld in steken (daarom zouden ze kiezen voor
eenmanszaak omdat je daar geen geld moet insteken)
o Eenmanszaak = persoon/handelaar voert in eigen naam handelsactiviteiten uit, ofwel
in hoofdberoep ofwel in bijberoep
, ▪ Activiteit in hoofdberoep = zelfstandige activiteit is de enige of de
voornaamste bezigheid. Er is dus geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
▪ Activiteit in bijberoep = persoon voert handelsactiviteiten uit ‘buiten de
uren’, naast een vaste contractuele betrekking
• Voor- en nadelen
o + extra inkomen
o + socialezekerheidsrechten die voortvloeien uit activiteit als
loontrekkende of ambtenaar blijven behouden
o + gemaakte uitgaven in kader van bijberoep kunnen worden
afgetrokken als beroepskosten
o – geen sociale rechten
o – zwaardere belastingen
o – zelfstandige activiteit kan veel tijd en inspanningen eisen
▪ Zelfstandige in bijberoep moet aan dezelfde formaliteiten voldoen als een
zelfstandige in hoofdberoep => sociale bijdragen betalen en aansluiten bij
een sociaalverzekeringsfonds
• Specifiek juridisch statuut => vennootschap
o Eenmanszaak vs vennootschap
Eenmanszaak Vennootschap
Geen bescherming persoonlijke bezittingen Bescherming van persoonlijke bezittingen
=> oprichter is volledig en hoofdelijk => aansprakelijkheid is beperkt tot inbreng in
aansprakelijk voor schulden aangegaan in kader vennootschap
van handelsactiviteiten
=> trouwen onder stelsel van scheiding van
goederen = als partner failliet gaat, blijven uw
bezittingen onaangeroerd
Geen startkapitaal nodig Toereikend aanvangsvermogen nodig
=> logisch aangezien privévermogen borg staat => NV = €61.500
bij faillissement => BV = toereikend aanvangsvermogen moet
worden voorzien (BV dient bij oprichting een
vermogen te bezitten dat toereikend is in het
licht van de voorgenomen bedrijvigheid)
U beslist alles zelf U moet overleggen binnen de organisatie met
mede-eigenaars, raad van bestuur, algemene
vergadering
Eenvoudige administratieve en Dubbel boekhouden, openbaar maken van de
boekhoudkundige verplichtingen jaarrekening
Omvang van de organisatie
• De grootte van een organisatie kan gemeten worden op basis van zowel de jaaromzet, de
jaarbalans als het aantal medewerkers
o => obv deze criteria kunnen kleine, middelgrote en grote organisaties worden
onderscheiden
Headcount of VTE (voltijdse Omzet
equivalenten, = herrekenen
naar #full-timers)