Aan de vraagkant van de vermogensmarkt vinden we: consumenten, overheid en
ondernemingen.
Bij afsluiten van hypothecaire lening komen nog afsluitkosten en notariskosten die ze
moeten betalen. Deze komen meestal in mindering op het te lenen bedrag (waardoor de
consument minder geld beschikbaar krijgt dan hij leent). Alle kosten die verbonden zijn aan
het lenen van gels noemen we financieringskosten.
Jaarlijkse uitgaven van overheid meestal groter dan inkomsten. Dit financieringstekort wordt
gedekt door geld te lenen. De staat der nederlanden garandeert deze staatsleningen
(staatsobligaties). Iedereen die staatsobligatie koopt, verstrekt lening aan centrale overheid
en is daardoor schuldeiser van Staat. Als obligatiehouder voor verstrijken van looptijd zijn
geld wil hebben, verkoopt hij obligatie via effectenbeurs aan andere belegger.
Onderneming gebruikt eigen vermogen en vreemd vermogen voor financiering van
kapitaalgoederen zoals gebouwen, machines. Groeiende onderneming heeft steeds meer
vermogen nodig.
Onderneming waarvan aandelen zijn genoteerd aan effectenbeurs, noemen we een fonds.
Aandeelhouder krijgt zijn ingebrachte vermogen niet terug van nv. Aandelenkapitaal is
namelijk permanent vermogen: nv beschikt blijvend over het aandelenkapitaal.
Aandeelhouder kan zijn geld terugkrijgen door zijn aandelen via de effectenbeurs te
verkopen aan andere belegger.
Naarmate eigen vermogen van onderneming groter is, kan onderneming meer vreemd
vermogen aantrekken. Eigen vermogen biedt verschaffers van vreemd vermogen meer
zekerheid. Eventuele verliezen van onderneming worden namelijk eerst op eigen vermogen
afgeboekt.
§19.2
Aan aanbodzijde van vermogensmarkt vinden we institutionele beleggers, spaarders,
beleggingsfondsen, ondernemingen en overheid.
Institutionele beleggers zijn instellingen die grote bedragen beleggen, zoals pensioenfondsen
en levensverzekeringsmaatschappijen.
Hoofdtaak van pensioenfonds is iemand bij bereiken van bepaalde leeftijd een pensioen uit
te keren. Werkgevers houden elke maand pensioenpremie in op loon van personen die in
loondienst werken. vaak voegt werkgever aan ingehouden pensioenpremie een bedrag aan
pensioenpremie toe (dit deel komt volledig voor rekening van werkgever). Werkgever draagt
totale pensioenpremie af aan pensioenfonds. Pensioenfonds keert vanaf pensioengerichtige
, leeftijd het pensioen uit dat een aanvulling vormt op de AOW-uitkering. AOW staat voor
Algemene Ouderdomswet. Iedere Nederlander van 67 jaar en ouder heeft recht op AOW-
uitkering.
Bij levensverzekeringsmaatschappij kun je je tegen betaling van premie verzekeren.
Uitkering van verzekering bestaat uit periodieke betalingen vanaf bepaalde leeftijd of op
bepaald moment ineens. Ook kunnen nabestaanden uitkering krijgen bij overlijden van
persoon wiens leven een levensverzekering is gesloten.
Institutionele beleggers behalen hun inkomsten uit winst op ontvangen premies en
koerswinsten. Periode tussen moment van premiebetaling en moment van uitkering is vaak
jaren. Beleggen kan op veel manieren. Zo beleggen institutionele beleggers in onroerende
zaken (winkelcentra, kantoorgebouwen), in aandelen en obligaties (voornamelijk
staatsobligaties).
Institutionele beleggers verstrekken ook onderhandse leningen waaronder hypothecaire
leningen. Bij onderhandse lening treden geldgever en geldnemer rechtstreeks met elkaar in
contact. Als pensioenfonds onderhandse lening verstrekt aan onderneming, schakelen ze
een bank uit. Hierdoor ontstaan voor beide partijen kostenvoordelen. Ander voordeel is dat
partijen over leningsvoorwaarden kunnen onderhandelen omdat lening wordt afgesloten
tussen 1 geldgever en 1 geldnemer. Derde voordeel is dat betaling van rente en aflossing
aanzienlijk sneller (en goedkoper) gaat omdat er slechts 1 geldgever is. Voor geldnemer is er
nog een voordeel: rentepercentage van onderhandse lening is in algemeen lager dan
rentepercentage van obligatielening.
Kleine spaarders zetten geld op spaarrekening. Bank leent dit geld uit bijvoorbeeld aan
ondernemingen. Particulieren met hoog inkomen of groot vermogen kunnen risico lopen
dan kleine spaarders. Zij kunnen zich veroorloven ondernemend te sparen of beleggen.
Bijvoorbeeld beursgenoteerde aandelen. Omdat belegger dan mede-eigenaar wordt, kan hij
te maken krijgen met wisselende inkomen. De vergoeding naar aandeelhouders, dividend, is
namelijk afhankelijk van winst van nv. Ook kan aandeelhouder bij verkopen van aandelen
koerswinst maken. Hiervan is sprake wanneer verkoopprijs van aandelen hoger is dan prijs
waarvoor belegger destijds kocht. Aan andere kant kan aandeelhouder ook koersverliezen
lijden. Daarom is verstandig je geld niet in 1 nv te beleggen maar over verschillende
ondernemingen te spreiden.
Particulieren kunnen zelf aandelen en obligaties beleggen. Daarnaast kunnen zij ook
beleggingsfonds inschakelen. Beleggingsfonds beheert het vermogen van veel particuliere
beleggers. Bekende aanbieder van beleggingsfondsen is Robecco. Bij beleggingsfonds
werken deskundigen die beheerde vermogen in aandelen van veel verschillende
ondernemingen beleggen. Hierdoor spreidt het beleggingsfonds de risico’s voor individuele
beleggers. Beleggingsfondsen geven participaties uit. Elke belegger die participatie in fonds
koopt, is dan voor deel eigenaar van aandelenportefeuille van fonds. Beleggers kunnen op
deze manier zonder veel moeite voor ieder bedrag gespreide beleggingsportefeuille
aanschaffen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnnexD. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.