H7

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
H5+6

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
H3+4 Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
Tout pour ce livre (235)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Pabo Nijmegen
LKT Taal (02TAALWC)
Tous les documents sur ce sujet (1)
1
vérifier
Par: aazahaf • 1 mois de cela
Vendeur
S'abonner
anoniem234
Avis reçus
Aperçu du contenu
PORTAAL SAMENVATTING
Hoofdstuk 1:
1.1 Waarom taalonderwijs?:
Kernfuncties:
Kwalificatie
Socialisatie
Subjectivering
Kwalificatie: Het eigen maken van kennis, vaardigheden en houdingen die leerlingen kwalificeren
voor het leven in onze multiculturele samenleving.
Socialisatie: Het voorbereid worden op een leven als lid van een gemeenschap. Met eigen
tradities, gewoonten, regels en praktijken. Cultuurkenmerken worden overgenomen.
Subjectivering: De vorming van een persoon. De basisschool draagt eraan bij dat leerlingen zich
bewust worden van hun verantwoordelijkheid en dat ze ruimte krijgen om zich aangesproken te
voelen door hun omgeving. Gaat over morelen van ik en de wereld.
Waarom taalonderwijs?
Leerlingen leren beter spreken, luisteren, lezen en schrijven.
De kennis van de wereld wordt vergroot door betere taalgebruikers.
Taal is belangrijk element van onze cultuur.
Door taal kunnen we onszelf uitdrukken.
1.2 Visies:
Traditioneel onderwijs:
Taal = drager van onze cultuur.
Nadruk ligt op de schriftelijke vaardigheden.
Grammatica is van belang afgeleid van oude, academische tradities.
Taalmethodes worden goed gevolgd!
Verdeeld in deelaspecten, nadeel hiervan is dat niet alles evenwichtig aan bod komt.
Het accent ligt op makkelijk meetbare aspecten van taal.
Thematisch – cursorisch taalonderwijs:
Leerlingen leren taal door het te gebruiken in zinvolle gebruik situaties.
Leerlingen werken veel vanuit bepaalde thema’s.
Al werkend vergoten ze hun taalvaardigheid.
Technisch lezen, spelling en grammatica.
Voordeel: De leerlingen kunnen werken met thema’s die ze zelf als zinvol ervaren.
Nadeel: Het kost veel tijd en er is lastig greep op te krijgen van wat de leerlingen al geleerd
hebben.
(Vanaf jaren 70 toen de samenleving nadruk legde op zelfontplooiing van de mens en de
maatschappelijke bewustwording.)
Taal bij alle vakken:
, PORTAAL SAMENVATTING
Door middel van taal kun je leren, taal gebruik je voor nieuwe inhouden en inzichten.
De leraar is sterk gericht op interactie binnen de groep.
Denkproces proberen te ontwikkelen door uitgekiemde instructies en goed omschreven
taaltaken.
Voordeel: Taal wordt gebruikt in een situatie die betekenisvol is voor de leerling en
transferproblemen worden voorkomen.
Nadeel: Niet alle taalonderdelen komen goed aan bod. Kunnen beter systematisch
aangeleerd worden.
(Deze visie groeide vanaf het begin van de jaren 80. Deze methode is nog steeds populair.)
Communicatief taalonderwijs:
Het staat centraal dat de leerlingen leren om goed mondeling en schriftelijk te
communiceren.
Accent ligt op leren spreken, luisteren, schrijven en lezen vanuit de volgende gedachte:
Zender Boodschap Ontvanger.
Voordeel: Leerlingen raken gemotiveerd door de gekozen situaties van de leerkracht die bij
het leven passen.
Nadeel: Doordat de leraar steeds de situaties kiest kunnen ze gekunsteld worden. Niet alles
kan in een reële communicatieve situatie aangeboden worden. (gekunsteld is
gemaakt/geforceerd.)
(Begin jaren 80.)
Whole – language benadering:
Gaat ervan uit dat het onnatuurlijk is om taal op te delen in verschillende aspecten.
Taal wordt als een geheel aangeboden. (taalronde is een voorbeeld hierbij.)
Uitgangspunt bij taalronde is dat alle leerlingen wat te vertellen hebben.
Kinderen leren taal door taal te gebruiken.
Niet de lesstof, maar het taalgebruik staat centraal!
De ervaringen van kinderen zijn de uitgangspunten voor gesprekken.
Strategisch taalonderwijs:
Leerlingen moeten strategieën beheersen voor het uitvoeren van communicatieve taken.
Leerlingen krijgen procedures aangereikt, bijv. stappenplan die ze kunnen opvolgen.
Voordeel: Leerlingen krijgen de beschikking over een middel om greep te krijgen op taal.
Nadeel: Is dat de leerkracht de procedure te rigide gebruikt en steeds weer hetzelfde
stappenplan laat toepassen wat voor de leerlingen al snel als vervelend wordt ervaren.
(Midden van de jaren 80 populair geworden.)
, PORTAAL SAMENVATTING
Taakgericht taalonderwijs:
Gaat uit van het idee dat leerlingen niet alleen een taal leren om er taken mee uit te voeren ,
maar dat ze taal juist ook leren door zulke taken te doen!
Er is een kloof tussen wat de leerlingen aan taalvaardigheid bezitten en wat ze nodig hebben
om de taak tot een goed einde te brengen.
Wat leerlingen zelf ontdekken blijft beter hangen. fundamenteel leren!
Inhoud is vaak afkomstig van zaakvakken.
(In de jaren 90 ontwikkeld.)
Interactief taalonderwijs:
Betrokkenheid en activiteit staan centraal.
Betekenisvol leren: kinderen leren het best uit contexten die voor hen belangrijk zijn.
Leren is een actief proces: taalaanbod, taalruimte, feedback.
Sociaal leren: leerlingen leren in samenwerking met anderen.
Strategisch leren: Leerlingen hebben concrete strategieën nodig om bepaalde
taalproblemen op een efficiënte wijze op te lossen: modelgedrag/samenwerking,
expliciete uitleg.
Balans tussen open leersituaties en gerichte instructies.
1.3 Inhouden:
Vaardigheden:
Spreken
Luisteren
Lezen
Schrijven
Woordenschat: = van fundamenteel belang voor de taalvaardigheid! Zonder woorden geen taal.
Het speelt een rol op alle taaldomeinen.
Jeugdliteratuur: Via boeken en andere media komen leerlingen in aanraking met verschillende
culturen, leven zich in anderen in en genieten van verhalen.
Taalbeschouwing: Niet alleen het gebruiken van taal maar ook het denken over taal. Door middel
van reflectie gaan leerlingen zelfbewuster spreken, luisteren, lezen en schrijven. Taal is een belangrijk
cultuurelement.
Leerlijn bestaat uit de leerstof die de leerlingen moeten kennen.
Onderwijslijn is op welke manier de stof aangeboden wordt.
Kerndoelen: zijn overkoepelende doelen. Deze doelen moeten aangeboden worden op de
school
Tussendoelen: zorgen voor concretisering van de kerndoelen, doormiddel van o.a. leerlijnen.
Referentiekader taal en rekenen: hierin staat beschreven wat leerlingen op verschillende
momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en
kunnen.
- Vier domeinen van taal: mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven, begrippenlijst en
taalverzorging.
Leerstoflijnen: hoe worden de bepaalde niveaus (1F, 2F, 3F, 4F) van het referentiekader taal
behaald.
Doelen vanuit de methode of zelfgekozen doelen: men kan gebruik maken van de leerlijnen
vastgelegd in de methode of men kan zelf een taalbeleidsplan maken met eigen leerlijnen.
Groeps- en individuele doelen: men heeft de mogelijkheid om te differentiëren door aparte
taaldoelen te formuleren voor groepjes leerlingen of zelfs voor individuele leerlingen.
1.4 Didactiek van het taalonderwijs:
Een visie heeft invloed op de didactiek die er toegepast wordt.
2 manieren hoe leerlingen leren:
Intentioneel Bewust, zelf op onderzoek gaan.
Incidenteel Spontaan, onbedoeld.
2 soorten leersituaties:
Instructieve leersituaties: Leerlingen leren via directe instructie.
Constructieve leersituaties: De leraar gaat in op de leervragen van de leerlingen en laat hun via
ankers taalactiviteiten uitvoeren. Routines komen ook aanbod: (Tijdens de fruitkring leest het boek
altijd een boek voor en de leerlingen weten precies hoe dat gaat.)
(Ankers zijn rijke, probleem-georiënteerde contexten die functioneren als gemeenschappelijke
kennisbron. Deze dagen uit om nieuwe problemen te verkennen.)
De keuze voor ofwel instructief ofwel constructief hangt af van:
De visie op taalonderwijs: iemand met een traditionele visie zal eerder instructief kiezen en
iemand met een interactieve visie zal eerder constructief kiezen.
De inhoud van de leerstof: het ene onderwerp leent zich beter dan het andere voor
constructieve leersituaties.
Hoofdstuk 2:
2.1: Wat is taal?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoniem234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,88. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.