Hoofdstuk 4| Wetenschapsfilosofie
Wat is wetenschapsfilosofie?
Wetenschapsfilosofie: de tak van de filosofie die zich bezighoudt met wetenschap. Vragen die bij
wetenschapsfilosofie horen:
● Hoe komt wetenschappelijke kennis tot stand?
● Welke methodes gebruikt wetenschap?
● Wat is het verschil tussen goede wetenschap en pseudowetenschap?
● Wat zijn de grondslagen van wetenschap?
Wetenschap: Wetenschap is het vergaren van kennis. Dat houdt in: nieuwe dingen leren, te weten komen en nieuwe ontdekkingen
doen. Alle ontdekkingen die belangrijk zijn schrijven de wetenschappers op.
● Iets wordt tot wetenschap gerekend als het op zijn eigen manier betrouwbare kennis over de wereld vergaart.
Wetenschapsfilosofie heeft zowel een descriptieve als normatieve component:
Er zijn twee benaderingen in de 20e eeuwse wetenschapsfilosofie
- Descriptief: beschrijft hoe wetenschap functioneert, zonder een waardeoordeel te vellen.
- Normatief: schrijft voor hoe wetenschap zou moeten zijn, hoe ze behoort te zijn.
Wat is wetenschap precies?
A. Een menselijke activiteit om de wereld te onderzoeken en betrouwbare kennis te vergaren.
a. Wetenschappers doen observaties en metingen, voeren experimenten uit, stellen hypotheses op enzovoort.
B. Het geheel van kennis (het resultaat) dat voortkomt uit een onderzoek.
b. De evolutietheorie van Darwin is een voorbeeld van wetenschappelijke kennis.
C. De verzameling van verschillende wetenschappelijke disciplines
c. Fysica (natuurkunde), biologie, literatuurwetenschap, chemie (scheikunde) en sociologie.
De familie van de wetenschappen
Er zijn vier takken binnen de wetenschap: de natuurwetenschappen, de levenswetenschappen, de menswetenschappen en de
formele wetenschappen. Deze onderverdeling vormt geen strikte afbakening.
Studieobject: Voorbeelden:
Natuurwetenschappen De levenloze natuur, het universum. Natuurkunde, scheikunde, kosmologie &
geologie.
Empirische wetenschappen: wetenschappen die kennis opdoen d.m.v. empirische waarneming (waarneming met de zintuigen),
zoals natuurwetenschappen, sociale wetenschappen en geesteswetenschappen.
Formele wetenschappen: wetenschappen die abstracte objecten bestuderen, zoals wiskunde.
● Ze worden niet altijd tot de wetenschappen gerekend, omdat ze enkel dingen bestuderen en er geen nieuwe informatie
(kennis) over geven. Ze zijn onmisbaar voor andere wetenschappen, omdat ze worden gebruikt als instrumenten om tot
wetenschappelijke kennis te komen.
De scheidingslijn tussen de wetenschappelijke disciplines is niet muurvast.
- Neurologie bevindt zich in het grensgebied tussen levens- en menswetenschappen.
- Biologie loopt over in de organische scheikunde.
- Psychologen verkennen steeds meer het terrein van neurologie en biologie.
Natuurfilosofen
Het ontstaan van de filosofie is een andere verklaring voor natuurfilosofen. Er werd van mythos naar logos geredeneerd.
De natuurfilosofen zochten naar een oerstof of beginsel. De filosofen stelden zich als doel om natuurlijke
verklaringen (i.p.v. mythen =theorieën) te vinden voor de natuurprocessen.
● Water, lucht, aarde, vuur en atomen.
Filosofische vragen als: “Waar bestaat de wereld uit” zijn inmiddels opgelost door natuurwetenschappen. Er blijven
alleen nog onoplosbare, vage vragen over, over God, de ziel of de vrijheid van de wil.
1
, Aristoteles (natuurfilosoof & één van de eerste grondleggers van de wetenschap)
Leerling van Plato, wiens ideeënleer hij bekritiseert. Aristoteles ging uit van zintuiglijke waarneming. Voor Aristoteles hield de
wetenschap in om van de waarneming van een feit naar de reden (“het waarom”) van een feit te gaan. Volgens hem bezitten we
kennis van een ding als we de oorzaken hebben ontdekt en hebben teruggevoerd tot de elementen waaruit het bestaat.
- Hij doet kennis op door de ervaarbare wereld te bestuderen (=doel)
Een theologisch wereldbeeld is een voorbeeld van een paradigma (een denkkader)
Empirisme: kennis vergaren door middel van zintuiglijke waarneming. Kennis komt voort uit ervaring.
Potentialiteit Actualiteit
Elke "mogelijkheid" die een ding kan hebben. Alle dingen die in de ruimste zin echt zijn.
Potentialiteit waren de dingen die vanzelf werkelijkheid worden
als de omstandigheden goed zijn en niets hen tegenhoudt.
De verschillende fases:
● Substantie: Eidos
● Immanent: in zichzelf besloten
● Hylemorfisme: een materie (Hylè) met een vorm (morfè)
Oorzakenleer
Volgens de oorzakenleer is de natuur doelgericht. De oorzakenleer heeft een teleologisch wereldbeeld.
Theologie: doeloorzakelijkheid. Het theologische wereldbeeld gaat uit van een doelgerichte kracht in de natuur.
1. Materiële oorzaak (stof oorzaak)
a. Materie of stof waaruit iets is gemaakt, bijvoorbeeld marmer.
2. Formele oorzaak (vormoorzaak)
a. Vorm dat iets moet worden, bijvoorbeeld het idee van het soort marmeren beeld in het hoofd van een
beeldhouwer.
3. Bewerkstelligende oorzaak (causa efficiens)
a. Kracht die iets tot stand brengt; beginpunt, bijvoorbeeld het beitelen in een houten blok marmer.
4. Doeloorzaak (causa finalis)
a. Het doel; eindpunt, bijvoorbeeld het maken van het mooiste beeld.
Wetenschap en religie
Aristoteles heeft een teleologisch (doelmatig) wereldbeeld: in dingen is een wezenskern aanwezig. Hiermee wil hij zeggen dat
de dingen erop gericht zijn om hun natuurlijke aanleg tot ontplooiing te brengen. Alles heeft een doel. Hij verzet zich tegen het
mechanische wereldbeeld d.m.v. machines wat doelloos is.
Bereikt iets zijn doel?
- Ja, ethisch goed.
- Nee, ethisch fout.
Perfectionistisch: natuurlijke aanleg moet ontplooid worden op best mogelijke manier
Francis Bacon (natuurfilosoof)
Organum (methode/werktuig): de benaming van de logische teksten van Aristoteles.
Novum Organum: de nieuwe methode van Francis Bacon.
“Kennis is macht”: de beheersbaarheid van de natuur werd het ideaal.
Doel: het doel van de wetenschap is de natuur te leren kennen, waardoor we haar kunnen beheersen. Dat leidt tot
vooruitgang en welvaart. Dit kon alleen gebeuren door het denken te zuiveren. Daarom analyseert Bacon de
menselijke dwalingen en hun oorzaken. Voor de nieuwe methode moet de mens zich dus bescheiden opstellen
tegenover de natuur en wat die ons te zeggen heeft. De mens moet zich daarvoor losmaken van dwalingen of idolen
“drogbeelden”. Bacon noemt er vier:
1. Dwalingen van de menselijke stam.
a. Deze komen voort uit de menselijke natuur, zoals de neiging om je eigen aannames bevestigend te zien.
2. Idolen van de grot.
a. Deze komen voort uit eigen aanleg, opvoeding en standpunten van elke mens.
3. Idolen van de markt.
a. Deze komen voort uit het maatschappelijk leven, de taal en heersende opinies.
4. Idolen van het theater.
a. Deze komen door overgeleverde leerstellingen van filosofen.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur indyfaassen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.