Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Werkgroepen 1 - 7 Historische ontwikkeling van het Recht €2,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Werkgroepen 1 - 7 Historische ontwikkeling van het Recht

2 revues
 138 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Werkgroepen historische ontwikkeling van het recht

Aperçu 4 sur 25  pages

  • 26 mai 2015
  • 25
  • 2014/2015
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • Toutes les classes

2  revues

review-writer-avatar

Par: onurtokmak • 7 année de cela

review-writer-avatar

Par: jonathan5 • 8 année de cela

reply-writer-avatar

Par: MRang • 8 année de cela

avatar-seller
WG 1 JURISTEN EN HET JURIDISCH PROCES

Procesrecht is het formele recht, waarmee het materiele recht wordt
toegepast. Het materiele recht zijn alle rechtsregels zelf. Het Romeinse
rechtsstelsel was gericht op het procesrecht. Romeins recht wordt ook wel
‘actie in de rechten’ genoemd omdat er maar een bepaald aantal acties
bestonden om het recht te effectueren. Het procesrecht moest dan ook in
de wet staan. In Nederland dient het procesrecht alleen ter effectuering
van het materiele recht. Eerst heeft een persoon een recht en daarna
wordt er gekeken naar de procesingang. In het Romeinse recht wordt er
eerst naar een procesingang gekeken, en als deze er is heeft iemand
mogelijk een recht.

Er waren 3, na elkaar ontwikkelde, procesvormen in het Romeinse recht:
- Legis actio (de wettelijke actie);
- Fomula-proces;
- Cognitio extraordinaria (de buitengewone actie).

Legis Actio
Dit was de eerste procesvorm die is ontstaan aan het begin van het
Romeinse recht. De letterlijke vertaling van de legis actio is: ‘gebaseerd op
wetten’.
Voorbeelden van 2 wetten waar acties op konden worden gebaseerd
waren:
1. De wet van de Twaalf Tafelen (450 v. Chr.);
2. De lex Aquilla (286 v. Chr.).

In deze wetten werden acties vermeld, bijvoorbeeld: ‘indien een goed is
gestolen, kan men naar de rechter toe’. Stonden er acties echter niet in de
wet, dan kon deze ook niet worden gebruikt.

De legis actio bestond uit 2 fasen:
1. De magistraat: men ging als eiser naar de magistraat. Deze eiser
moet de acties uit de wetten uitspreken en indien dit goed
gebeurde, gaf de magistraat de eiser vervolgens toegang tot de
rechter. De magistraat diende als het ware als een soort drempel om
toegang tot de rechter te krijgen.
2. De rechter (judex): indien men van de magistraat toegang had
gekregen tot een rechter, ging een rechter over het geval oordelen.
Deze rechter was echter een particulier (lekenrechter) en dus geen
jurist en hij moest strikt aan de hand van de wet oordelen of de eiser
gelijk had.

2 nadelen legis actio:
1. Alleen wettelijke acties: men kon zich alleen beroepen op acties uit
de wet. Als men tegen een probleem aanliep wat niet in de wet werd
genoemd, dan had men pech. De wet kan dus niet goed inspelen op
de ontwikkelingen in de maatschappij.

, 2. Strikte hantering: de wet werd zeer strikt gehanteerd. Als de eiser de
acties niet strikt uitsprak bij de magistraat en bijvoorbeeld
wijnstokken in plaats van bomen zei, dan liet de magistraat de eiser
niet naar de rechter gaan.

Formula-proces
Het formula-proces bestond ook uit twee fasen, ook bij de magistraat en
bij de rechter.

De magistraat
In 366 v. Chr. werden er praetors aangesteld. Er waren consuls die
imperium hadden, maar de patriciërs wilden ook macht, wat tot deze
ontwikkeling in het Romeinse recht heeft geleid. Het begon met de
aanstelling van 1 praetor, maar al snel waren er uiteindelijk 18 praetors.
Waar andere praetors bijvoorbeeld dienden als bestuurders van provincies,
vervulde de stadspraetor (praetor urbanus) de belangrijkste rol. De
stadspraetor had namelijk zeggenschap over het civiele recht en deze
stadspraetor was de magistraat. Een praetor was zelf weer geen jurist
maar hij had wel mensen die hem assisteerden die wel juristen waren.
Deze assistenten heetten assessoren en de assessoren voerden samen het
consilium van de praetor.

Hoe kon men praetor worden?
Als mensen besloten de politiek in te gaan, klommen ze de politieke ladder
op. Vrijwel bovenaan deze politieke ladder met functies, was de functie
van praetor. Behalve 1 stadspraetor waren er dus altijd ook andere
praetors en eigenlijk wou iedereen die in een jaar in aanmerking kwam om
praetor te worden, juist geen stadspraetor zijn. Ze wisten zelf namelijk
niks van Romeins recht en een stadspraetor moest altijd in Rome zijn. Het
ambt duurde echter 1 jaar, dit jaar ging in op 1 januari.

De rol van de (stads)praetor in het recht
De eerste taak van de (stads)praetor bestond uit het uitvaardigen van
edicten. Edicten kunnen worden gezien als beleidsvoornemens die het
wettenrecht aanvullen, ondersteunen en corrigeren. Op het plein waarop
de praetor zat, stond een witte schutting waarop hij zijn edicten kalkte.
Deze schutting heette een album.

Een praetor was er ambtshalve 1 jaar, maar hij vond het wiel niet opnieuw
uit door alle edicten weer zelf te verzinnen. Hij nam de edicten van de
voorganger over die hij handig vond, dit wordt ook wel edictum tralaticium
genoemd.

Een voorbeeld van wat er in een edict stond is: ‘alles wat onder dwang zal
zijn gebeurd, zal ik niet goedkeuren’. Dit is typisch een correctie op het
civiele recht, in het civiele recht werden overeenkomsten gewoon gevormd
en werd er niet gekeken of de overeenkomst onder dwang was gesloten.
De praetor was een wetgevende macht door het opstellen van de edicten
en de praetor was tevens de levende stem van het civiele recht. Dit deed

,de praetor door zijn edict uit te vaardigen en door kleine wijzigingen aan
te brengen.

Wat de praetor ook kon bewerkstelligen, was herstel van de oude toestand
(voor de overeenkomst) en dit heette een restitutio in integrum. Een
voorbeeld hiervan is een fiets die in een overeenkomst is overgedragen,
maar wat onder dwang gebeurde. De oude toestand waar de praetor voor
kon zorgen, was dat de fiets weer aan de rechtmatige eigenaar ging
toebehoren.

Ius civile en ius honorarium
Doordat er aan de ene kant van het civiele recht, het wettenrecht bestond
(ius civile) en aan de andere kant het recht van de praetor met zijn
edicten, het magistratenrecht (ius honorarium), ontstond er een
tweedeling in het recht. Deze tweedeling valt als volgt te onderscheiden:

Ius civile Ius honorarium
Wetten (leges) Edicten
Besluiten van de bevolking Restitutio
(plebiscita)
Gewoonte Exceptie

Het magistratenrecht is vele malen flexibeler dan het vrij starre
wettenrecht.

Een andere taak van de praetor is het aanpassen van de formule, dan
komen we daadwerkelijk bij het formula-proces aan.

Hoe ging het formula-proces in zijn werk?
Het formula-proces begon met een dagvaarding waarin de gedaagden
(actor en reus) werden opgeroepen om voor de praetor te komen. Dit was
als het ware de eerste fase voor de magistraat. Bovendien geschiedde de
dagvaarding mondeling.

Indien een gedaagde niet kwam opdagen, verklaarde de magistraat de
gedaagde als niet verdedigd en dan kon de eiser zich verdoen op het
gehele vermogen van de gedaagde. Hierdoor verscheen de gedaagde
altijd, aangezien dit een extreme maatregel is.

Bij de praetor werd de situatie vervolgens uitgelegd door de eiser en de
gedaagde, waarop de praetor moest oordelen of zij toegang kregen tot de
rechter. Personen kregen geen toegang tot de rechter (denegatio actionis)
indien de persoon geen Romein was, als het om een klein bedrag ging of
indien het geval echt niet kon. Als de eiser en de gedaagde bij de praetor
de situatie uitlegden, kwam de formula eraan te pas. Dit houdt in dat er in
de wet een formule stond, die zelf door de mensen moest worden
uitgezocht en deze kon vervolgens nog door de praetor worden aangepast.

, Iuris Periti, oftewel beroepsjuristen adviseerden beide partijen in beide
fases. In de eerste fase was een advocaat verplicht (juris consultus) en bij
de tweede fase niet.

Voorbeelden van formules
Actio certae creditae pecuniae: Si paret Numerium Negidium Aulo Agerio
sestertium decem milia dare oportere, iudex Numerium Negidium Aula
Agerio sesterium decem milia condemnato, si non paret, absoluito.

Als blijkt dat N.N. aan A.A. tienduizend sestertiën moet geven, moet gij
rechter, N.N. veroordelen aan A.A. tienduizende sestertiën te geven; als
dat niet blijkt, moet gij hem vrijspreken.

Actio empti: Quod Aulus Agerius de Numerio Negidio hominem de quo
agitur emit, quidquid ob eam rem Numerium Negidium Aulo Agerio dare
facere oportet ex fide bona, eius iudex Numerium Negidium Aulo Agerio
condemnato, si non paret absoluito.

Daar A.A. bij N.N. de slaaf gekocht heeft waarover geageerd wordt, moet
gij rechter, N.N. veroordelen tot het betalen van de prijs van wat hij aan
A.A. moet geven of van wat hij voor hem moet doen en wat hij uit hoofde
van de ‘goede trouw’ op grond van deze koop verschuldigd is; als dat niet
blijkt, moet gij hem vrijspreken.

Condictio certae rei: Si paret Nm. Nm. Ao. Ao. (tritici Africi optima modios
centum) dare oportere, quanti ea res est, tantam pecuniam iudex iudex
Nm. Nm. Ao. Ao. Condemnato, si non paret absoluito.

Als blijkt dat N.N. aan A.A. (honderde schepels van de beste Afrikaanse
tarwe) moet geven, moet gij, rechter, hem veroordelen tot een geldsom
ten bedrage van de waarde van deze zaak; als dat niet blijkt, moet gij hem
vrijspreken.

Actio ex stipulatu: Quod As. As. De No. No. (incertum) stipulates est,
quidquid ob eam rem Nm. Nm. Ao. Ao. dare facere oportet, eius iudex Nm.
Nm. Ao. Ao. c.s.n.p.a.
Als aan A.A. door N.N. in een stipulatie beloofd werd… moet hij, rechter,
N.N. veroordelen tot de prijs van wat hij aan A.A. moet geven of van wat
hij voor hem moet doen; als dat niet blijkt, moet gij hem vrijspreken.

Actio publicana: Si quem hominem As. As. Emit et ei traditus est, anno
possedisset, tum ei eum hominem, de quo agitur, eius ex iure Quiritium
esse pareret neque is homo restituetur, quanti ea res erit, tantam
pecuniam iudex Nm. Nm. Ao. Ao. c.s.n.p.a.

Als deze slaaf, die eiser gekocht heft en die hem geleverd werd, gesteld
dat hij hem een jaar lang in bezit gehad had, naar ius civile van eiser zou
zijn en niet teruggeven werd, moet gij, rechter, N.N. veroordelen aan A.A.
zoveel geld te betaalen als zijn belang in deze zaak waard is; als dat niet
blijkt, moet gij hem vrijspreken.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MRang. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  1x  vendu
  • (2)
  Ajouter