Vastgoedrecht – huur
HUUR ONROERENDE GOEDEREN
HOOFDSTUK 1: BEGRIP, SOORTEN EN BELANG
1.1. DE HUUROVEREENKOMST
= een contract waarbij 2 partijen zich met elkaar verbinden, waarbij de afspraken worden nageleefd
door beide partijen
1.2. SOORTEN
- Huur van werk/diensten
- Huur van goederen
1.2.1. Huur van werk/diensten
= vereenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om iets door de andere te verrichten tegen
betaling van een tussen hen bedongen prijs (Art. 1710 Oud BW)
Bv.: een loodgieter inhuren, contract met opdrachtgever
Huur van lastgeving = je mag voor naam en rekening van de klant beslissen
1.2.2. Huur van goederen
Bij de huur van onroerende goederen onderscheidt men:
- Gemeen huurrecht (afgekort GHR) = waar je niet woont en je domicilie niet geplaats is (Bv.
garage)
- Woninghuur = waar je wel woont, je domicilie is hier geplaatst
o Woninghuurwet (afgekort WHW)
§ Eerst federaal daarna gewestelijke bevoegd
§ Elk gewest heeft zijn eigen huurwetgeving
o Woninghuurdecreet (afgekort VWD)
§ Regionaal niveau
§ Huurovereenkomsten vanaf 01/01/2019 vallen onder het
Woninghuurdecreet
• Huurovereenkomsten die lopen worden geëerbiedigd
o Afgesloten voor 2019 Woninghuurwet toepassen
o Afgesloten na 2019 Woninghuurdecreet toepassen
- Handelshuur
o Geen verschil onder de gewesten
- Pacht
Als je iets huurt dat niet dient voor bewoning (bv.: garage, 2de verblijf, …) kan je u daar ook niet
domiciliëren. Als een oud huurder schulden heeft maar zijn domicilie nog niet gewijzigd heeft, kan de
gerechtsdeurwaarder beslag leggen op de bewoner van een woning, ook al is di nog de domicilie van
de oude huurder.
Vb. examenvraag: Wat zijn de opzegformaliteiten bij de huur van een garage à dus met andere
woorden de opzegformaliteiten van gemeen huurrecht
,1.3. BELANG
De huurder kan een zaak gebruiken welke hij niet kan/wil kopen.
De verhuurder heeft de mogelijkheid om zijn kapitaal in een (roerend of onroerend) goed vruchten
te laten opbrengen.
HOOFDSTUK 2: WEZENLIJKE BESTANDDELEN, KENMERKEN EN HET
RECHT
2.1. WEZENLIJKE BESTANDDELEN
Bij huur zijn er twee wezenlijke bestanddelen:
- Het gebruik en genot over een goed verschaffen; het betreft een verbintenis om iets te doen
- Tegen betaling van een bepaalde prijs
2.2. KENMERKEN
Een huurovereenkomst heeft volgende kenmerken:
A. Consensueel
= het voorwerp als mensen het eens zijn (= overeenstemming)
B. Wederkerig
C. Onder bezwarende titel
= essentieel element voor een huurovereenkomst dat er een prijs moet betaald worden
D. Voortdurend
= overeenkomst die de tijd voortduurt
E. Tijdelijk
- Levenslange huur bestaat (tot wanneer de huurder sterft, gebonden aan een het leven van
de huurder)
- Eeuwige huur bestaat niet
F. Principieel niet persoonsgebonden à examen
- Als men wilt dat de huur stopt wanneer de huurder sterft dan moet men expliciet vermelden
in het huurcontract ‘wel persoonsgebonden’. Anders eindigt het huurcontract niet en wordt
het automatisch overgenomen door de erfgenamen (ook omgekeerd, als de verhuurder
sterft). Als de erfgenamen deze huur niet willen, moeten ze de nalatenschap verwerpen.
2.3. AARD VAN HET RECHT
De huurder heeft een schuldvordering die roerend is ondanks het feit dat de huur slaat op een
onroerend goed. Huur is derhalve een persoonlijk recht en geen zakelijk recht.
Bij verkoop draagt men de eigendom over, dit is wel een zakelijk recht. Genotsoverdracht is bij
verhuur.
,HOOFDSTUK 3: HUUR EN ANDERE OVEREENKOMSTEN
3.4. HANDELSHUUR
Staat los van de woninghuur
à Je sluit een handelshuur voor kleinhandels
Als men een opslagplaats verhuurd dan valt dit onder het gemeen huurrecht want dit is geen
kleinhandel
3.7. HUUR EN VRUCHTGEBRUIK
= een zakelijk recht
à Gaat beide om een genot van ORG
Huurovereenkomst vs. Vruchtgebruik
Het grote verschil: huur is een vorderingsrecht en vruchtgebruik is een zakelijk recht
à Vruchtgebruik ontstaat door een wettelijke basis
à Huurovereenkomst ontstaat door een contractuele basis
Verhuurder is verplicht het goed in goede staat te leveren, vruchtgebruiker moet het goed
aanvaarden hoe het is
Vruchtgebruik eindigt door overlijden van vruchtgebruiker bij het overlijden van de (ver)huurder niet
3.8. HUUR EN BEWAARGEVING
Je geeft iets af aan iemand anders
Bewaargeving = niet iets afgeven om het genot te geven aan iets zoals huur maar om te bewaren, je
mag er geen gebruik van maken
à Bv.: uw jas afgeven op een fuif (vestiaire). Degene die u jas aanneemt mag deze niet gebruiken,
maar enkel bewaren
3.9. HUUR EN BRUIKLEEN
Gebruiklening = een lening waar je hetzelfde goed moet teruggeven. Het ter beschikking stellen van
een goed aan iemand gratis en moet in dezelfde staat teruggeven worden. Slijtage is normaal, schade
niet. Schade moet vergoed worden
Bv.: uw vrienden hun huis brand af. Ik heb een huis dat vrij staat en zij mogen dit gebruiken à
bruikleen. Als er betwisting komt ga ik wel moeten zorgen dat ik kan aantonen met welke
rechtsfiguur die mensen erin zitten. Na een maand zeg ik dat ze uit het huis moeten en ze willen er
niet uit (mondeling gezegd geweest). Dus als je iets in bruikleen geeft moet je steeds zorgen dat je
daar een document voor opmaakt. Met vermelding van de duur van bruikleen.
Verbruiklening = als je iets leent aan iemand mag je het verbruiken en moet je dezelfde hoeveelheid
teruggeven
, 3.10. HUUR EN BEZETTING TER BEDE
= Als je een ORG ter beschikking wilt stellen tot iemand zonder dat je u wilt verbinden tot een
huurovereenkomst maar wel een prijs wilt ontvangen
à Het geeft gebruiker geen rechtszekerheid over het termijn van gebruik
Een bezetting ter bede wordt gebruikt om in afwachting van ‘iets’ of een tijdelijke situatie te
overbruggen.
Te betalen prijs = bezettingsvergoeding geen huurprijs
Zonder vergoeding = bruikleen
Is niet gelijk aan bezetting zonder recht noch titel
3.11. HUUR EN LEASING
= leasingmaatschappij (de leasinggever) gewoonlijk op specifieke aanwijzing van de toekomstige
huurder (de leasingnemer) een bepaald goed aankoopt en hem dit voor een bepaalde periode in
huur geeft.
H4: Hoofdbestanddelen
Examen
4.1 De zaak
Verhuurbaar: zowel roerende als onroerende (gebouwen of grond) goederen kunnen verhuurd
worden. De verhuring van een zaak van iemand anders is geldig
Niet verhuurbaar: goederen buiten de handel (goederen van het publiek domein die tot openbaar
nut zijn aangewend) en bij wet niet verhuurbare rechten. Bv. Recht op bewoning kan niet afgestaan
noch verhuurd worden.
Men kan principieel niet zijn eigen goed in huur nemen tenzij men bv. niet de enige eigenaar is van
het goed
Je mag het huis van iemand anders verhuren op voorwaarde dat je zelf rechten hebt op dat huis.
Deze rechten kunnen zijn: bruikleen, vruchtgebruik, …
Een naakte eigenaar kan geen ORG verhuren want hij heeft geen genotsrecht.
Als je een ORG verhuurt inclusief meubels moet er ene inventaris opgemaakt worden (niet verplicht
maar wel nuttig). Als de deurwaarder beslag komt leggen kan hij andere alle meubelen meenemen.
4.2 De prijs
Moet niet noodzakelijk geld zijn
à Moet wel bepaald zijn op objectieve omstandigheden
De huurprijs die je bepaalt moet niet gelijk zijn met de huurwaarde. Huurprijs is niet gelijk aan
huurwaarde.
Huurwaarde = wat is het goed waart op de markt om te verhuren
Huurprijs = de prijs die effectief betaald wordt
Uitzondering: huurprijsherziening
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Studentvastgoed3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.