REDUCTIE
Herleiding van complexiteit tot eenvoudige zaken (van veelheid naar eenheid).
Archè laat zich niet verder herleiden (kan niet verder verdeeld worden).
Archè is en blijft altijd, onveranderlijk aanwezig in de natuur.
Etymologie is een vorm van reductie: de betekenis van een woord achterhalen door herleiden tot
samenstellende delen.
Verklaring:
Reductie wil niet zeggen dat men zaken eenvoudiger voorstelt, wel hoe delen van een complex geheel
zich verhouden tot elkaar. Niet alleen het materiële, maar ook concepten kan je zo beter begrijpen
Gevolg reductie:
Filosofen worden radicaal in alles te willen duiden vanuit de natuurkunde.
Gevaar: je krijgt een fysicalisme en dat demystificeert heel de werkelijkheid
Demystificatie: natuurfilosofen willen stoppen met een rol te geven aan de goden, ze willen de
natuur verklaren vanuit de natuur zelf
Voorbeeld fysicalisme:
Gelegenheid waarop 2 mensen elkaar voor zich proberen te winnen door impliciete
communicatietechnieken t.o.v. romantisch diner bij kaarslicht
Thales: ~640/~545, Milete
Geen originele teksten meer
Thales zocht een enkelvoudig beginsel ‘archè’ (oorsprong) om de volledige ‘physis’ (natuur) te verklaren.
Water is de archè volgens Thales en laat zich dus niet reduceren tot iets anders.
Eerste natuurfilosoof die de natuur (physis) wou verklaren op samenhangende wijze, zonder te verwijzen
naar goden of magische krachten.
Anekdotes van Thales:
• Voorspelling 1ste zonsverduistering
• Olijfpers ® Thales gaat overal olijfpersen opkopen, enkele maanden later zijn er rijpe olijven
T verkoopt ze terug voor 3X de prijs (filosoof denkt na)
• Put
Demokritos: 460-370
Leerling van Thales, hij neemt als archè het atoom.
De wereld bestond uit het zijnde (materie) en het niet-zijnde (lege ruimte).
Zijnde is opgebouwd uit oneindig aantal ondeelbare deeltjes die eeuwig en onveranderlijk zijn.
Ze verschillen van elkaar in grootte, kunnen met elkaar combineren en bewegen vrij rond in de
ruimte.
, Stelling van Thales
Meetkunde is een vorm van reductie. Wiskunde is onafhankelijk van de plaats en tijdstip.
De wereld is dus te reduceren tot wiskunde.
Stelling van Pythagoras (570 vbj - 500 vbj)
Pythagoras ging verder op Thales en ontdekte irrationale getallen.
De wereld bestaat uit getalsverhoudingen. Ze zijn in de werkelijkheid ingebakken. Natuur kan
begrepen worden door wiskunde en dit beïnvloedde het wetenschappelijk denken.
Abstractie
Een denkproces waarbij men probeert om datgene wat unificeert (verbind) te scheiden van wat
particulariseert (ontbindt). Om te abstraheren moet men universaliseren en reduceren.
Kan leiden tot idealisering: concrete werkelijkheid inperkend voorgesteld of afhankelijk gemaakt van
achterliggende werkelijkheid.
® Reductie is een aspect van abstractie
,PRINCIPE VAN VOLDOENDE REDEN
Voor alles wat er gebeurt moet een reden (oorzaak) bestaan.
Verder uitgewerkt:
Christian Wolff: 1679-1754
“Alles heeft een reden om te bestaan, anders zou het niet bestaan.”
® Eens je iets aanvaard hebt, moet je voor alles een verklaring zoeken
Wilhelm Von Leibniz: 1646-1716
“Alhoewel deze redenen meestal niet bekend zullen zijn.”
® Ze zijn er wel, maar de mens heeft er niet altijd toegang toe = grens aan de menselijke kennis
Anaximander: ~610/~545, Milete
“De aarde is onbeweeglijk omdat een beweging in welke richting ook geen verschil zou maken”
® Alle richtingen zijn gelijk (er is geen boven, onder, links of rechts), er is geen voldoende reden om te
bewegen, dus de aarde beweegt niet
Reductie + archè anaximander
Archè: apeiron (het onbegrensde/onbegrijpbare)
® datgene wat onderliggend is aan alle dingen heeft zelf geen kenmerken: het is alles en niets tegelijk
® er moet iets zijn dat alle dingen gemeen hebben, de ultieme oorzaak, maar precies daarom is het
zelf onbepaald en dus onvatbaar
® Komt neer op het principe van voldoende reden: alles heeft een (materiële) oorzaak, maar die
oorzaak is (soms) ondenkbaar
Anaximander reduceert, maar laat het ultieme open; hij benoemt het, maar vult het niet in, omdat het
ondenkbaar is. Hij abstraheert tot op een zekere hoogte; existentie van de archè is begrijpelijk, maar de
essentie is dat niet.
® principe van voldoende reden betekent niet dat er noodzakelijk een oorzaak moet zijn
Reden vs oorzaak
Het principe van voldoende reden betekent niet dat er noodzakelijk een oorzaak is
Reden: heeft te maken met vrije keuze (subjecten met een bewustzijn)
Oorzaak: heeft te maken met gebondenheid
Arthur Schopenhouer: 1788-1860
“Voor alles wat je weet, het feit dat je bestaat, het feit dat je verandert en voor alles wat je doet
zal er een voldoende reden zijn, maar niet noodzakelijk een oorzaak.”
Vb. geschenk kiezen; reden = wat je kiest, oorzaak = verjaardag
® Causaliteit (oorzaak) aangeven door: doordat, daardoor, …
® Reden aangeven door: daarom, omdat, …
David Hume: 1711-1776
Hoe sterk het principe (van voldoende reden) ook mag zijn, het valt niet te bewijzen
(daarom is het ook een principe, dat je aanneemt of niet)
Wat wel bewezen kan worden is een wet
® je kan niet aantonen dat er een verband is tussen een reden en een oorzakelijkheid
® je kan niet bewijzen dat er een reden is voor de samenhang in de wereld
, ANALOGIE
Geeft aan dat iets gelijkt op …, en wordt gebruikt om een opvatting kracht bij te zetten.
= overeenkomst tussen twee of meer zaken, theorie koppelen aan iets wat je je kan voorstellen
Anaximenes: ~585/~528, Milete
Lucht meest fundamentele element. Mens kan niet zonder lucht. Lucht is essentieel voor mens en wereld
als lucht verdunt, ontstaat vuur. Als lucht verdicht ontstaat water. Verdere verdichting levert aarde op.
Er zijn nog andere toepassingen van de analogieredeneringen door Anaximenes: ‘De zon is zo plat als een
blad.’ ‘Het universum draait als een molensteen.’
Sterke vs zwakke analogie:
Bij een sterkte analogie vertonen de vergeleken situaties veel gelijkenissen en weinig verschillen. Bij een
zwakke analogie veel verschillen en weinig gelijkenissen.
Anaximenes’ analogieën zijn zwak; er zijn meer verschillen dan overeenkomsten.
Sterke analogieën vinden is niet makkelijk. Je zoekt ze immers in je omgeving. Maar je kan je bij de
analogieën van Anaximenes wel iets voorstellen, en die voorstelling helpt bij de overreding, en dat is de
bedoeling.
Empedokles: ± 500 v.C.
‘De wisselwerking tussen dingen houdt nooit op, dan komen ze samen door liefde, dan worden ze
uit elkaar gedreven door haat of strijd.’ (zwakke analogie, hij beschrijft hoe de archè werkt)
® archè 4 elementen: water, aarde, vuur en lucht
Hij beschrijft de wisselwerking tussen de 4 elementen (die zijn archè vormen) en hoe deze de
werkelijkheid vormen. (adhv een analogie)
® hij doet iets nieuw, voorgangers hadden 1 archè en beschreven niet hoe de werkelijkheid
gevormd werd
Xenophanes: ± 500 v.C.
Zeer sterke analogieredenering:
‘Als ossen en paarden en leeuwen handen hadden en kunstwerken konden scheppen, dan zouden
paarden goden afbeelden als paarden, en ossen als ossen en hun lichamen overeenkomstig hun
eigen aard.’
Persoonlijke goden zijn hersenspinsels volgens hem. Als er toch iets God moet zijn is dat datgene
wat alles bindt en het universum tot eenheid maakt.
Maar ‘er is geen mens, en er zal er ook nooit één zijn, die de volledige waarheid kent over de
goden’. Het enige wat we kunnen doen is gissen.