Hoofdstuk 5: lyriek in de Noord-
Nederlandse gouden eeuw
Inleiding
Lyriek uit Noord-Nederlandse Gouden Eeuw: lyriek vanaf 2 e decennium 17e eeuw – 1670
- Toneel
- H4: lyrische genres die vanuit 16e eeuw ontwikkelde in 17e eeuw: lied- en embleemgenre
- Belangrijk aspect renaissancecultuur: grote aandacht naar ontdekking subject/eigen ik.
o Dichter: meer dan vroeger als individu binnen gemeenschap manifesteren.
ontdekking eigen ik komt meer naar voren.
o Duidelijkst in lyriek.
- Engagement van dichter lijkt zich in poëzie op andere manier te realiseren.
o niet meer gemeenschap, maar eigen kleine ruimte van het ik + zijn directe
omgeving krijgen aandacht.
- Nog steeds gebruikelijke vormen van lyriek en toneel: sterk op maatschappij gericht
engagement. ik die zich in maatschappij vertegenwoordigde functie binnen die
maatschappij toedicht.
o bv. rederijkers die graag als vertegenwoordiger van en voor maatschappij sprak.
- 2 stijlidealen die lyriek uit 17e E domineren:
o Perspicuitas: helderheid en inzichtelijkheid van formulering als dichtstijl
o Obscuritas: duistere dichtstijl, minder toegankelijk.
- Bijzonder productieve literaire genres: thema: leven buiten de stad.
o Opkomst van die genres: gestimuleerd vanuit maatschappelijke ontwikkelingen +
gerichte receptie in renaissance van bucolische en georgische teksten uit antieke
oudheid.
Bucolisch: ontleend aan Bucolica van Vergilius herders- of pastorale
poëzie als nieuw genre. Niet harde werk, maar geïdealiseerd vrijetijdsleven
op idyllisch geschetst platteland.
Georgisch: ontleend aan Georgica van Vergilius landbouw, bos- en
wijnbouw, veeteelt en bijenteelt
- Ingegaan op positie vrouwelijke auteurs in toenmalige literaire en maatschappelijke veld.
Het ik van de dichter en de ontdekking van het subject
Jacob Burckhardt: studie 1860 over renaissance in Italië baanbrekend werk over renaissance als
radicale breuklijn met middeleeuwen:
Hoofdstuk gewijd aan ‘Die Entdeckung der Welt und des Menschen’ kon al worden vastgesteld in
literatuur van de klassieke oudheid. in renaissance opnieuw: grotere interesse voor individu.
Dichter kan het over van alles hebben: in brede zin over betekenis deugd, belang van filosofie,
grootheid van een veldheer.
Ook over kleinigheden: dichter als persoon zelf: dingen die hij heeft gezien, voedsel dat hij heeft
gegeten, reis die hij maakte = primauteit van het subject, het eigen ik centraal als individu.
, In middeleeuwen: geen ‘ik’ in lyriek of minder sterke rol. hoofse minnelyriek: lyricus gezien als
vertolker van rol ook in mystieke liederen van Hadewijch: registrale karater niet echt aanwezig,
binnendringen van autobiografische elementen blijft beperkt.
Dichters: geen behoefte om zichzelf als individu te manifesteren zoals ook oude rederijkers.
Wel ‘ik’ als satiricus, maar geen naam
Werk op naam en toenaam van De Castelein verschijnt pas vanaf tweede helft 16 e E.
tijdens dat humanitas opgang maakt bundels waarin ‘ik’ zich niet meteen als
autobiografisch persoon manifesteert.
Hof en Boomgaerd der Poesien (D’Heere) subject komt voor eerste keer naar voren daarvoor
alleen in humanistische geschriften.
MAAR: is er wel zoiets als een zelfstandige zelf? het gaat om representaties of constructies van op
zichzelf gericht ‘ik’ als een ‘zelf’, een subject.
Amerikaanse literatuurhistoricus Greenhart: ‘self-fashioning’: werken aan het ‘zelf’, veinzen
van een ‘zelf’, ‘zelf’ wordt op verschillende manieren geconstrueerd.
Vorm ‘self-fashioning’ (nieuwe prononceren van het ik): verloopt heel anders dan in middeleeuwen +
anders dan bij rederijkers nu sterkere aandacht voor primauteit van subject + terugdringen van
vertegenwoordigend ik meer buiten kamerverband, maar nog altijd binnen kader van sociabiliteit
en netwerking.
Belangrijke manieren waarop 17e-eeuwse dichter zichzelf vorm geeft te maken met netwerk.
geen toeval dat mechanismen zich nauw aansluiten bij gedrag van humanisten. veel dichters
blijken poëzie te hebben geproduceerd, vrij van universalia (waar Aristoteles voorstander van was)
hun poëzie doordrenkt van sociabiliteit en genootschappelijkheid.
Omgangsvormen humanisten: verspreid bij bredere elite. Literatuur als vorm zelfmanifestatie
binnen gezelschappelijke omgang (binnen netwerk): galante conversatie in dichtvorm.
Literatuur krijgt eigenschappen van humanistische epistolaire briefstijl dichter maakt zich even vrij
van dagdagelijkse werk en schrijft in vrije tijd (otium: de vrije tijd)
Constantijn Huygens (1596-1687): 1625: bundelt epigrammen en poëzie met titel Otia of Ledighe
uren:
- Conversatietoon overheerst in schrijfstijl: eenvoud, eerlijkheid (simplicitas) en
ongedwongenheid (candor), vol opgewektheid (festivitas) en geestigheid (argutia)
- Onderwerpen: luchthartig + anekdotiek in poëzie = festivitas en argutia.
- Vindingrijk en galant geformuleerde taal-, beeld-, en vernuftspel.
P.R. Visscher: huis in Amsterdam stond altijd open voor vrienden 2 dochters = belangrijke
attractiepool voor Hooft en Bredero.
Visschers ‘sinnepoppen’: humanistisch genre gehanteerd als element binnen gezelligheidscultuur.
Voorrede: werk was eigenlijk bedoelt voor gezelligheid en voor vrienden drukker wilde het voor
iedereen beschikbaar maken.
Soortgelijk: Hooft had vriendenkring die in 19 e eeuw vanuit nieuw vaderlandsgevoel werd
omschreven als Muiderkring.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brittdelme2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.