Orthopedagogiek
Examen
Schriftelijk examen (BYOD)
o Gesloten cursus
Vraagstelling:
o 60 meerkeuzevragen
o 3 antwoordopties
o Met statistische giscorrectie : 39,50/60
Deel 1: doelstellingen
1.1 Je begrijpt de betekenis en rol van elk deeltje in de term orthopedagogiek
1.2 Je kent de verhouding en het relatieve verschil tussen pedagogiek en orthopedagogiek
1.3 Je kent doel en object van de orthopedagogiek
1.4 Je begrijpt de betekenis van POS, VOS, beperking en handicap
1.5 Je kent het verschil tussen algemene en bijzondere orthopedagogiek
1.6 Je kent en begrijpt de eigenheid van de drie klassieke stromingen in de orthopedagogiek
1.7 Je kan voorbeelden en denkers in de juiste stroming onderbrengen
1.8 Je kent en begrijpt de theoretische uitgangspunten van de besproken grondleggers van de
orthopedagogiek in de drie stromingen
1.9 Je kan elementen van een orthopedagogische analyse toepassen op een casus.
1.10 Je begrijpt dat de orthopedagogiek een praktijkgerichte, handelingsgerichte, dynamische
waardengeladen, holistische en ecologische wetenschap is en kan deze kenmerken in
voorbeelden herkennen
1.11 Je weet dat er specifieke orthopedagogische vakliteratuur bestaat en kan deze raadplegen
1.12 Je begrijpt de opleidingsniveaus in het orthopedagogisch vakgebied
1.13 Je hebt zicht op de evoluties in het beroep van de professionele bachelor orthopedagogie
1.14 Je begrijpt het handelingsgerichte karakter van de orthopedagogiek en de rol van de
regulatieve cyclus van Van Strien daarin
1.15 Je begrijpt de fasen van de regulatieve cyclus en het verband met de basisopbouw van een
handelingsplanningsproces
1.16 Je begrijpt de termen handelingsplan, handelingsplanning, ondersteuningsplan, persoonlijk
toekomstplan,...
1.17 Je begrijpt het belang en de meerwaarde van handelingsplanning in de professionele
begeleiding van cliënten.
1.18 Je kent en begrijpt de stappen van het proces van handelingsplanning
1.19 Je begrijpt het circulaire en dynamische karakter van handelingsplanning
1.20 Je weet wat SMART doelen formuleren betekent
1
, Deel 1: Orthopedagogisch denken en kijken
DEEL 1 INHOUD
Hoofdstuk 1: Situering orthopedagogiek
Hoofdstuk 2: Stromingen in de orthopedagogiek
Hoofdstuk 3: De orthopedagogische identiteit
Hoofdstuk 4: Orthopedagogische aanpak - handelingsplanning
Hoofdstuk 1: Situering orthopedagogiek
1. Situering orthopedagogiek
1.1. De term ortho-ped-agogie-k
Ortho
o Recht maken
Uit het Grieks: Orthos “Recht maken van wat krom is”
o Specifieke vorm van opvoeding
o Problematisch ervaren van een situatie, situatie die als perspectiefloos ervaren wordt
o Grens met “het gewone” is niet scherp of af te bakenen
Ped
o Uit het Grieks: Pais Vertaald: Kind
o Kinderen en jeugdigen
Bij de start van de wetenschap
Later: uitbreiding naar andere doelgroepen
Verstandelijke beperking
NAH
Dementie
o Zijn alle 3 nog eerder ortho-agogiek omdat er nog niet
genoeg wordt toegespitst op de quality of life
Agogie
o Begeleiden naar/leiden naar … een doel
Welk doel is wenselijk? Steeds bevragen bij cliënten wat zij voor ogen
hebben
Normen, waarden, ethische dimensie, visies, tendensen
Orthopedagogiek = normatieve wetenschap (Deel 2 van de cursus:
tendensen )
K
o De wetenschappelijke studie van
Professionele bachelor in de orthopedagogie praktijk & master in de
orthopedagogiek wetenschappelijke aspecten binnen het vakgebied
DUS: Definitie
o Orthopedagogiek is de wetenschappelijke studie van het begeleiden van kinderen,
jongeren en volwassenen in problematische situaties
Wetenschappelijke studie = ‘K’
Begeleiden = ‘agogie’
Kinderen, jongeren = ‘ped’
Problematische situaties = ‘ortho’
2
,1.2. Verhouding tussen pedagogiek en orthopedagogiek
Definitie
o Pedagogiek is de wetenschappelijke studie van het begeleiden van kinderen en
jongeren
Wetenschappelijke studie = ‘K’
Begeleiden = ‘agogie’
Kinderen, jongeren = ‘ped’
Pedagogiek
o Algemene principes van en kennis over opvoeding
o Kleine dagelijkse problemen en vragen
Bv.: “mijn baby huilt veel, wat moet ik doen?”
“Hoe kan ik het best mijn kind helpen bij het zindelijk worden?”
“Hoeveel zakgeld mag ik mijn 12-jarige zoon geven?”
“Mijn zoon van 16 wil niet studeren, wat moeten we doen?”
“De juf zegt dat mijn zoontje agressief reageert tegen klasgenootjes. Wat nu?”
“Oma is gestorven, hoe leg ik dit uit aan mijn kind?”
o Tijdelijke problemen
Geduld, tact, creativiteit, humor enzovoort nodig om tot goede begeleiding
te komen
Indien moeilijke gezinsondersteuning Komt vanuit de brede instap
Bv.: “mijn moeder zegt me om mijn baby gewoon te laten uithuilen, maar ik wil graag een
manier vinden die beter aanvoelt.”
Kind dat niet wil eten, onderuitgezakt aan tafel zit en niet bereid is om op verzoek van de
opvoeder rechtop te gaan zitten.
Jongere blijft met vrienden te lang hangen aan school en komt te laat thuis om zijn huiswerk
nog te kunnen maken.
Opvoeders die niet altijd tijd hebben om het kind aandacht te geven op het moment dat het
daarom vraagt.
Een moeder die vanuit de eigen opvoeding enkel ervaring heeft met straffen en haar
kinderen positiever wil opvoeden.
Orthopedagogiek
o Zeer specifieke noden of vastlopen van opvoeding
Kind met specifieke noden
Ouders met maatschappelijke problemen
Maatschappelijke problemen
o Problemen zijn erger, duidelijker
o Weerstanden tot verbetering zijn hardnekkiger
Tips, brochures, boekjes zijn niet voldoende. Er is meer nodig!
o Vaak zeer complexe samenhang van meerdere bedreigende factoren
o Het problematische staat centraal
3
, Voorbeeld kind met specifieke noden:
Farouk is negen jaar. Zijn moeder kreeg tijdens de zwangerschap een infectieziekte. Bij de geboorte
van Farouk merkte men dat er iets niet in orde was. Al snel bleek dat hij met een verstandelijke
beperking was geboren. Uiteraard was dat een hele schok voor de ouders, maar met behulp van een
thuisbegeleidster waren zij in staat om Farouk liefdevol op te vangen. Dat dit niet altijd meeviel, zal
duidelijk zijn. Farouk verkeerde eigenlijk in een geheel ‘andere’, eigen wereld. Hij begreep nauwelijks
iets van wat je aan hem vroeg of van hem wenste. Toch ging hij uit zichzelf veel bij zijn moeder zitten;
wat dat betreft bestond er tussen hen een bijzonder hechte band. De band met vader verliep
moeilijker. Ook had vader nog steeds veel moeite met het verwerken van de handicap van zijn zoon.
Sinds zijn vijfde jaar gaat Farouk naar een module dagbesteding voor kinderen met een ernstig
verstandelijke beperking in een Multifunctioneel Centrum (MFC) in de buurt. Vóór die tijd werd hij
thuis verzorgd. Roos verblijft in een begeleidingstehuis, een module verblijf in een Organisatie voor
Bijzondere Jeugdzorg. Zij woont daar al drie jaar.
Voorbeeld ouders met specifieke tekorten in de opvoeding:
Roos verblijft in het tehuis omdat haar ouders, voordat ze gingen scheiden, regelmatig ruzie hadden.
Soms liep die ruzie zo hoog op dat zelfs de buren er last van hadden. Zij maakten zich zorgen over
Roos en op een bepaald moment hebben ze de huisarts gebeld. Dat was een juiste beslissing want
het bleek dat Roos die huiselijke spanningen absoluut niet aankon en dat er meermaals ook naar
haar toe rake klappen vielen. Roos trok zich steeds meer op haar kamer terug, kreeg problemen op
school en ging veel spijbelen. Plaatsing in een begeleidingstehuis was volgens de huisarts en het
indicatiestellingsteam in deze situatie een goede oplossing. Roos vond dit ook wel en min of meer
opgelucht ging ze erheen. De begeleiders van de leefgroep namen nu zowel de begeleiding van Roos
als ook begeleiding van de opvoeding thuis verder op.
Leuk! Een probleem!
o We komen als ortho vaak tot constant in aanraking met problemen. We moeten het
graag doen om deze op te lossen of om naar oplossingen te zoeken.
Besluit
o Orthopedagogiek toont ons vaak de weg naar de essentie van de pedagogiek. Het
gaat om de studie van het specifiek opvoeden en begeleiden
Bewust
Grondige analyse maken van de opvoedingssituatie
4