Document bevat samenvatting van:
- Hoorcolleges
- Hoofdstuk 2,3,5,6,8,9,17 en 18 van Diagnostiek in de leerlingenbegeleiding (Verschueren & Koomen, 2007)
- Samenvatting Hoofdstuk 1 en 4 van Interventie bij onderwijsleerproblemen (De Jong & Koomen, 2011)
- Hoofdstuk 1,2,3 en 9 van Handelings...
Verschueren, K., Koomen, H. (2016). Handboek Diagnostiek in de
leerlingenbegeleiding. Kind en context. Antwerpen – Apeldoorn: Garant.
H2 Rekenen
Binnen het wetenschappelijk onderzoek naar rekenen/wiskunde en problemen daarin heeft de
informatieverwerkingsbenadering een dominante positie ingenomen.
Uitvoerend orgaan (central executive): plant,
controleert en evalueert de verschillende
informatieverwerkingsroutines en stuurt de
hulpsystemen aan voor de verwerking van
visueel-ruimtelijke en fonologische informatie.
Verantwoordelijk voor planning, controle en
evaluatie.
Sensorisch register: Kortetermijngeheugen: Werkgeheugen: Lange termijn
binnenkomende de resterende er wordt een geheugen:
informatie, ook wel informatie wordt verwerkingsstrategie beschikbare
selectieve aandacht middels een talige gekozen. De klanklus en voorkennis,
genoemd. codering beschikbaar het visuo-spatieel declaratieve- (feiten),
gehouden in het KTG. schetsboek als slaaf- procedurele- en
systemen. metacognitieve kennis.
Verlies van Verlies van informatie door vervaging of door Verlies van informatie
informatie door ineffectieve controleprocessen. door interferentie of
vervaging. afname van sterkte.
De omgeving (leerkracht, ouders en school) spelen een cruciale rol bij het uitlokken van input en het
reageren op de output. Wanneer leerlingen kampen met leerproblemen, hebben zij meer risico op
het ontwikkelen van internaliserend of externaliserend gedrag. Leerkrachten en ouders kunnen
hierop inspelen door te voorzien in de psychologische basisbehoeften: autonomie, competentie en
relatie.
Leerlingen met leerproblemen komen niet of moeizaam tot automatische retrieval: het direct
kunnen oproepen van kennis uit het langetermijngeheugen.
Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en
vlot/accuraat oproepen/toepassen van reken-/wiskundekennis. Oftewel: problemen in het
, automatiseren. Mogelijke verklaringen hiervan zijn: een zwakker werkgeheugen, minder efficiënte
opslag van kennis, problemen in aandacht, planning en controle.
Hiaten is een specifieke uitval ten opzichte van de overige aspecten van de cognitieve ontwikkeling.
Diagnostische middelen bij:
1. Onderkenning – wat is er aan de hand? Om welk type probleem of classificatie gaat het?
Bijvoorbeeld: heeft Dina dyslexie?
a) Observatie leerkracht
b) LVS
c) Methodegebonden en methodeafhankelijke toetsen
2. Verklaring – waarom is de situatie problematisch? Hoe hangen factoren van leerling,
onderwijs en opvoeding samen? Bijvoorbeeld: wat heeft de schoolfobie van Natas doen ontstaan en
wat houdt deze in stand?
a) Diagnostisch gesprek: observeren, vragen stellen, variëren van opgaven en hulp bieden
b) IQ-test, WISC III
3. Indicering – welke doelen streven we na en wat hebben de leerling, leraar en ouders nodig
om deze te behalen? Bijvoorbeeld: Wat is de beste school voor deze leerling? Hoe is dit
automatiseringsprobleem het meest kansrijk aan te pakken?
a) Drempelonderzoek 678
b) Toelatingsonderzoek
H3 Technisch lezen en spellen
Er zijn twee soorten modellen over het proces van lezen en spellen:
1. Taakanalytisch model (= het technisch lezen en spellen wordt beschouwd als eindpunt van
een groeiproces waarin specifieke deelvaardigheden in een relatief vaste volgorde verworven
worden)
Taakanalytisch model van technisch lezen
Auditief sequentieel geheugen:
de klanken in de juiste volgorde
onthouden
Auditieve synthese:
clusters van tekens aan elkaar
plakken (horen)
Auditieve discriminatie: de Visuele synthese
klanken onderscheiden (horen) clusters van tekens aan elkaar
plakken (zien)
Teken-klank koppeling:
clusters van tekens verklanken
Visuele discriminatie: de
klanken onderscheiden (zien)
Directe woordherkenning
,2. Informatieverwerkingstheorie (= lezen en spellen wordt geleerd door het verwerken van
informatie, zie schema van H2 Rekenen.
Deelvaardigheden bij spelling
a) Auditieve analyse (woord opsplitsen in afzonderlijke klanken om deze te koppelen aan
tekens) alleen bruikbaar bij klankzuivere woorden
b) Morfologisch principe (gebruik maken van de vormleer, bijv. regels van de
werkwoordspelling)
c) Etymologisch principe (inprentingsstrategie: de schrijfwijze onthouden)
Leesstrategieën
a) Indirecte woordherkenning: het decoderend lezen
b) Directe woordherkenning: op basis van het volledige woordbeeld wordt het woord
onmiddellijk herkend
c) Gebruik maken van de context: de lezer laat zich door de inhoud leiden en komt tot
woordherkenning (= anticiperend lezen)
Zwaktes in een strategie kan gecompenseerd worden door sterke strategieën, er is sprake van een
interactief-compensatorisch proces.
Spellingsstrategieën
a) Auditieve strategie: klank voor klank in tekens omzetten
b) Regelstrategie: het systematisch toepassen van een spellingregel
c) Analogiestrategie: het schrijven van een woord analoog aan een gekend woord (bijv. bureau
en cadeau)
d) Inprentingsstrategie: het actief oproepen van woorden
e) Mnemotechnische strategie: het gebruiken van ezelsbruggetjes om spellingproblemen te
onthouden
f) Hulpmiddelstrategie: het gebruik van een woordenboek, spellingschecker etc.
g) Visueel-motorische strategie: de woorden vloeien uit de pen
Leerstoornissen of specifieke leerproblemen zijn het gevolg van geïsoleerde problemen die zich
manifesteren in het leren van schoolse vaardigheden, zonder dat andere gebieden van de
ontwikkeling vertraagd zijn. Niet-specifieke leerproblemen zijn het gevolg van omstandigheden
buiten het leren van de schoolse vaardigheden (bijv. omgeving of handicap).
We spreken van dyslexie als er wordt voldaan aan de volgende drie criteria:
1. Er is sprake van een achterstandscriterium
Niveaubepaling door toetsingen (CITO of LVS)
2. Er is sprake van een didactische resistentie
Meten door model van response-to-instruction:
- Niveau 1: er is sprake van een juiste intentie, expertise en inzet van de leerkracht bij het
geven van instructie en oefeningen.
- Niveau 2: het handelen m.b.t. kinderen met lees- en spellingproblemen is geprotocolleerd
uitgevoerd (signaleren, problemen analyseren en aanpassing van de methodiek).
, - Niveau 3: er is bij hardnekkige gevallen een gerichte individuele remediërende leerhulp
aanwezig.
3. Er is geen sprake van een alternatieve verklaring voor de ernstige achterstand en de
didactische resistente.
Meten a.d.h.v. het exclusiviteitscriterium
Diagnostische instrumenten voor technisch lezen
a) Een-Minuut-Test
b) Drie-Minuten-Toets
c) Lezen van pseudowoorden, dit dwingt tot decoderend lezen
Diagnostische instrumenten voor dyslexie
a) Dyslexie Opsporingstest
b) Dyslexie Screening Test
Behandeling van lees- en spellingproblemen middels instructieprincipes
1. Directie instructie: leerinhoud wordt in deelstappen gegeven, die ingeoefend
worden. Er is sprake van regelmatige feedback en een sturende leerkracht.
2. Strategie Instructie: de nadruk ligt op het systematisch aanleren van de
oplossingsstrategieën en de metacognitieve vaardigheden (weten waarom er voor een
bepaalde strategie gekozen wordt). Er is sprake van een modellerende leerkracht.
Een gecombineerde instructie levert de meest efficiënte methode op voor de behandeling van
leerproblemen.
H5 Taalontwikkeling en Taalproblemen
De taalontwikkeling omvat verschillende deelgebieden:
a) Fonologie: klankleer
b) Semantiek: woordenschat
c) Morfologie: vormenleer
d) Syntaxis: zinsopbouw
e) Pragmatiek: taalgebruik
f) Metalinguïstiek: reflectie op taalgebruik
Normatieve taalontwikkeling
1. Prelinguale periode (eerste levensjaar)
- communiceren via lichaamstaal en gelaatsexpressies
- brabbelen
- beurtnemen komt tot ontwikkeling
2. Vroeg-linguale periode (1 tot 2,5 jaar)
- taal is een middel betekenis over te dragen
- sterke groei van woordenschat
- eenwoord- en tweewooorduitingen
3. Differentiatiefase (2,5 tot 5 jaar)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur benitavandeweg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.