Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting TAB 1.1 - Anatomie deel 2 €6,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting TAB 1.1 - Anatomie deel 2

 16 vues  0 fois vendu

samenvatting TAB 1.1 Anatomie & fysiologie deel 2 zonder afbeeldingen

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 5 février 2022
  • 41
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
aline58
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE DEEL
2
1. HET ZENUWSTELSEL

1.1 ALGEMEENHEDEN: FUNCTIE EN ORGANISATIE

 Functie zenuwstelsel: besturing en regeling van lichaamsfuncties
o Opgebouwd uit 10 miljard zenuwcellen of neuronen die alle met
elkaar in verbinding staan
 = synapsen  door die verbinding stimuleren of remmen
deze cellen elkaar

1.1.1 ONDERVERDELING VAN HET ZENUWSTELSEL
 Zenuwstelsel  kan op 3 manieren onderverdeeld worden
o 1. Wat zich in het wervelzuil bevindt wordt het centraal zenuwstelsel
genoemd. Wat zich daarbuiten bevindt is het perifeer zenuwstelsel

o 2. De banen die de zenuwprikkels naar centraal leiden vormen het
sensibel gedeelte
 Uitval sensibel gedeelte = gevoelsstoornissen
 Uitval banen naar de doelcellen (spiercellen & kliercellen
leiden)= verlamming
 Tussen deze banen  complex netwerk die info integreren =
associatieve banen

o 3. Zenuwbanen die spieren besturen die onderhevig zijn aan de wil,
vormen het willekeurig zenuwstelsel. De zenuwbanen die niet
bestuurd worden door de wil = autonoom zenuwstelsel (Bv. het hart,
het glad spierweefsel van het maag en darm kanaal, de pancreas…)
 Onderverdeeld in 2 grote delen
 (ortho)sympatisch  ‘to fight or to flight’ reactive:
versnelling hartslag, verhogen bloeddruk, verwijding
pupillen …
 Parasympatisch  staat in voor onder meer activering
van het spijsverteringsstelsel: secretie maagzuur,
pancreas en galvocht…

1.1.2 ORGANISATIE VAN GRIJZE EN WITTE STOF EN GANGLIA
 In het ruggenmerg ligt de witte stof aan de buitenzijde en de grijze stof
centraal, als een ononderbroken kolom
 In de hersenen ligt de grijze stof aan de oppervlak (hersenschors) maar
gedeeltelijk ook diep
 In de hersenstam is de kolom grijze stof opgebroken in hersenstam kernen




1

,  Grijze stof  groepen perikarya (cel lichamen)
 Witte stof  bestaat uit bundels gemyeliniseerde axonen en dendrieten
o De banen in het centraal zenuwstelsel die de verschillende kernen,
delen van de schors en de grijze stof in het ruggenmerg met elkaar
verbinden
 Naast zenuwcellen ook steuncellen  zei scheiden het zenuw weefsel van
het bloed  bloed-hersen barrière

 Celkernen die zich groeperen buiten het centraal zenuwstelsel vormen de
ganglia
o Sensibele ganglia bevatten kernen van gevoelszenuwen en liggen
vlak bij de wervelzuil en heten ook wel de spinale ganglia  geen
synapsen
o Ganglia van autonome zenuwstelsel worden opgebouwd door
celkernen van deze terminale neuronen. Zij beïnvloeden de
orgaanfuncties. Hun axonen bouwen de perifere zenuwen op  wel
synapsen

1.1.3 HERSENVLIEZEN
 Rond het ruggenmerg, evenals rond de hersenen liggen de hersenvliezen
 3 lagen
o Buitenste is de dura mater of het harde hersenvlies  ligt tegen het
bot
o Pia mater is het zachte hersenvlies  nauw contact staat met het
oppervlak van hersenen en ruggenmerg en alle reliëfs
o Arachnoidea of het spinnenwebvlies  netwerk van dunne draden
tussen beide voorgaande. In deze ruimte circuleert het hersenvocht
of cerebrospinaal vocht

1.2 RUGGENMERG


1.2.1 HET RUGGENMERG ZELF
 Dit begint aan de schedel tot aan de eerste lendenwervel
 Langs voor liggen vooral motorische banen  prikkels van de hersenen
naar de spieren voeren
 Achteraan liggen meestal sensibele banen  prikkels van de periferie
(huis) naar de hersenen voeren
 Centraal is er een fijn kanaal. Hier rond ligt grijze stof, op doorsnede te
zien als de vorm van een vlinder

Welk vaccin is verplicht in België?  polio
Bij welke infectieziekte zouden de voorste hoornen kunnen worden
uitgeschakeld?  kinderverlamming
Hou zou dit zich uiten?  slappe verlamming
Ken je een manier om dat te voorkomen?  vaccin




2

, 1.2.2 DE RUGGENMERGWORTELS
 Uit het ruggenmerg ontstaan de nervi spinalis, uit een motorische voorste
en een sensibele achterste wortel.
 De voorste wortel bestaat uit zenuwcellen met hun perikarya in de voorste
hoorn

Zijn het axonen of dendrieten die de prikkels naar de spieren voeren? 
axonen
 De achterste wortel vertoont bij zijn uittrede uit de wervelkolom een
verdikking: het reeds vermelde ganglion spinale: hierin liggen perikarya
 Op het thoracaal niveau verlaat bovendien een tak de spinale zenuw om
naar een sympathisch ganglion voor en lateraal van een wervel te
verlopen
 Op hals (cervicaal) en lenden (lumbaal) niveau vormt de voorste tak van
de spinale zenuw een vlechtwerk of plexus  plexus brachialis (begin
zenuw) en de plexus lumbosacralis (einde zenuw)

1.2.3 PERIFERE ZENUWEN UIT DE PLEXUSSEN
 Vanuit de plexus brachialis vertrekken er, na fusie en herverdeling van de
zenuwvezels
o De N. axillaris  verloopt diep rond de humerushals en voorziet de
M. deltoideus en de huis achter de oksel  gevaar bij luxatie van de
schouder
o De N. radialis  daalt in de arm achter de schacht van de humerus
 voorziet alle strekkers (ellenboog, pols, handen en vingers)
 Als deze zenuw wordt gekwetst vallen alle strekkers uit =
drop hand
o De N. musculocutaneus  daalt vooraan in de bovenarm en voorziet
de buigers van de ellenboog en de huid van de voorarm
o De N. medianus  loopt via de binnenzijde van de bovenarm en de
voorzijde van de voorarm naar de palmzijde van de pols, in het
polskanaal
o De N. ulnaris  aan de binnenzijde van de bovenarm, en voorarm,
naar de pinkmuis verloopt  voorziet de motoriek van de buigers
van de pols en vingers

Bij welke handelingen kan deze zenuw gevaar lopen? (TIP: het gaat over
patiënten niet bij bewustzijn)  installeren van de patiënt op het
operatiekwartier
 Vanuit de plexus lumbosacralis vertrekken eveneens een aantal zenuwen
o De N. Femoralis  grootste zenuw vooraan: voorziet de M.
quadriceps femoris
o De N. obturatorius  ligt mediaal en zeer diep: vooziet de Mm.
Adductores
o De N. ischiadicus  daalt achter het heupbeen en het heupgewricht
en voor de grote bilspier




3

,  Deze kan worden bedreigd door de VPK handeling spuit
zetten

1.3 DE REFLEX


1.3.1 PRINCIPES VAN DE REFLEXEN
 De eenvoudigste reflex is de kniepeesreflex  2 zenuwcellen en één
synaps zijn betrokken
o 1. Met reflexhamer op de kniepees te percuteren wordt de M.
quadriceps even uitgerekt
o 2. Deze uitrekking wordt als actiepotentiaal via het gevoelsneuron
naar het ruggenmerg verzonden
o 3. Daar neemt de zenuwcel synaps met een andere zenuwcel, die de
prikker leidt naar de M. quadriceps
o 4. Deze spier trekt samen, na de prikkeloverdracht via de eindplaat


1.3.2 EEN ONDERVERDELING VAN DE REFLEXEN
 een gezamenlijk doel  handhaven of het herstellen van de meest
gunstige omstandigheden voor het lichaam
o 1. Naar ontwikkeling: sommige zijn aangeboren (grijp reflex) andere
zijn verworven (balans fietsen)
o 2. Naar plaats van verwerking: eenvoudigste blijven beperkt tot het
ruggenmerg, andere reflexen worden gerealiseerd in de hersenen
o 3. Naar effect: als skeletspieren hierbij betrokken zijn, zijn de
reflexen somatisch (beïnvloeden door de wil). Als bloedvaten en
organen er bij betrokken zijn, zijn de reflexen visceraal
o 4. Naar complexiteit: verdeelt de reflexen naar gelang het aantal
betrokken synapsen: één of meer

1.4 DE HERSENEN


1.4.1 ORGANISATIE IN DE HERSENEN
 Hersenen zijn de basis van het bewustzijn, het denken, willen en voelen

Wat wordt er bedoelt met hersendood?  volledig onomkeerbaar
uitgeschakeld
Hoe zit het dan met ademhaling en hartslag bij een hersendode patiënt op
intensieve zorgen?  dat is nog aanwezig en het lijkt of de patiënt
slaapt
 Van het zenuwweefsel bevindt zich 98% in de hersenen
 Hersenen kunnen verdeelt worden in een aantal structuren (boven naar
onder)
o Grote hersenen of het cerebrum of het telencephalon met zijn 2
helften of hemisferen
o Diencephalon waarin zich de thalamus en de hypothalamus zich
bevinden



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aline58. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

55628 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté