Een samenvatting van de leerstof van ontwikkelingspsychologie, waar meerdere studenten een voldoende mee hebben gehaald. Een samenvatting in een duidelijk schema.
Prenatale en babyfase
Cognitieve ontwikkeling
Piaget BLZ 47 Sensomotische fase
Preoperationele fase
Schema’s concreet operationele fase
adaptie formeel operationele fase
assimilatie
accommodatie 1. Leert door dingen te doen, dingen te ervaren tot 2e levensjaar.
BLZ 47 - dingen te pakken en te voelen.
2. Het denken begint en ze leren te logisch redeneren tot 7e levensjaar.
Kritiek BLZ 53 3. het concrete denken ontwikkelt en het redeneren ontwikkelt verder tot 11 e levensjaar.
- leren rekenen.
Sub-stadium 1 4. Ontwikkeling van het abstracte denken adolescent-volwassenheid.
BLZ 48
Sub-stadium 2 Sensomotorische stadium = het 1e stadium waarin het kind sterk afhankelijk is van zijn
BLZ 48 aangeboren motorische reacties op stimuli.
Sub-stadium 3
BLZ 49 Sub-stadium.
Sub-stadium 4 1) Eenvoudige reflexen (0-1 maand)
BLZ 49 Grijp en zeug reflex
Sub-stadium 5
BLZ 51 2) 1e gewoonten en primaire circulaire reacties (1-4 maanden)
Sub-stadium 6 Fysiek prettig dus herhalen. Zacht doekje opnieuw aanraakt omdat het fijn voelt.
BLZ 51 Circulaire reactie = een activiteit die de ontwikkeling van de cognitieve schema’s mogelijk
maakt dankzij de herhaling van een willekeurige motorische handeling.
4) Coördinatie van secundaire circulaire reacties (8-12 maanden)
Iets wegduwen om bij iets te kunnen wat erachter ligt.
Intentioneel gedrag = gedrag waarbij verschillende schema’s gecombineerd en gecoördineerd
worden tot één enkele actie om een probleem op te lossen.
Objectpermanentie = het besef dat mensen en objecten niet ophouden te bestaan, ook al zijn
ze onzichtbaar.
5) Tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden)
Hard en zacht met de bal gaan gooien.
6) Het begin van denken (18-24 maanden)
Drinken inschenken met een speeltje.
Mentale representatie = een innerlijke voorstelling van een gebeurtenis of object.
- Veel kritiek
- Idee verworpen dat cognitieve ontwikkeling de basis heeft in motorische activiteiten.
Omdat er is gebleken dat bv kinderen met een fysieke handicap hetzelfde ontwikkelde
als kinderen zonder.
- Vanaf geboorte al enorme cognitieve ontwikkeling.
- Het denken van de mens gebeurt aan de hand van schema’s.
Schema = georganiseerde mentale structuur en patronen.
- Mentale structuren waardoor wij de wereld zien.
- Baby schema van de moeder over hoe je moet eten.
- Baby erg flexibel in aanpassen van schema.
, Adaptie = de eigenschap van iemand om zich aan te passen aan de omgeving.
- flexibel aanpassen schema’s.
1) assimilatie = het proces waarmee mensen ervaringen interpreteren aan de hand van hun
huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
- Iets nieuws plaatsen inw at we al weten.
- Baby spelen door heeft dat een ster in het gat van een ster past, ook met andere vormpjes
proberen.
2) accommodatie = het proces waarmee mensen bestaande manieren van denken of doen
veranderen als reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli of gebeurtenissen.
- Baby breid bestaande schema’s uit.
- Baby heeft vormpje die niet past, opzoek naar andere mogelijkheden zoals, de deksel eraf
halen.
Informatieverwerk - Informatieverwerking bestaat uit:
ing theorie BLZ - Codering, opslag en terughalen.
55 - Baby’s coderen selectief, de informatie waaraan ze aandacht besteden.
- Opslag is de harde schijf van de computer en wordt opgeslagen voor toekomstig gebruik.
- Deze informatie kan worden teruggehaald.
Ontwikkeling van Herinneringen = het proces waarmee informatie wordt opgenomen, opgeslagen en opgehaald.
het geheugen - Het vermogen van baby’s om nieuwe stimuli van ouder te onderscheiden, zoals gebeurt bij
BLZ 57 gewenning geeft aan dat er bepaalde geheugencapaciteit aanwezig is.
BLZ 58
BLZ 59 - Infantiele amnesie, geen herinneringen voor 3 baby heeft wel geheugen.
- Waarom dan niks herinneren? taal betrokken herinneringen.
Kennen weinig woorden herinneringen worden niet in taal opgeslagen, moeilijk te
beschrijven.
2 systemen betrokken langtermijn geheugen.
1) Impliciete herinneringen, onbewuste geheugen
- Vroegste herinneringen en hoe je moet lopen.
2) Expliciete herinneringen, bewuste herinneringen die doelbewust kunnen worden
opgehaald.
De namen van familie.
Taalontwikkeling Pre linguïstische communicatie = communicatie door middel van geluiden,
BLZ 60 gezichtsuitdrukkingen, gebaren, imitatie en andere niet-linguïstische middelen.
Brabbelen = het maken van op spraak lijkende maar betekenisloze geluiden.
Telegramstijl
Onderextensie - Brabbelen (vanaf 2/3 maanden)
Overextensie - Eerste woordjes rond 1e jaar.
Referentiële stijl
Expressieve stijl Holofrase (eenwoordzin) = uiting van één woord die voor een hele zin staat en waarvan de
Babytaal. BLZ 65 betekenis afhangt van de context waarin de uiting wordt gebruikt.
Babytaal = een manier van praten tegen baby’s die bestaat uit korte eenvoudige zinnetjes,
een hoge toonsoort en een zangerige intonatie.
goed stimuleren taalontwikkeling.
Bedreigingen voor - Kind aan de andere kant kwetsbaar kind voedingsstoffen via placenta
de ontwikkeling - Teratogene effecten = omgevingsfactor die leidt tot een geboorteafwijking.
tijdens - Schadelijke effecten van buitenaf.
zwangerschap en - Taak placenta om dat tegen te gaan lukt dat niet altijd.
Bij cocaïnegebruik kind kan ter wereld komen met een laag geboortegewicht,
ademhalingsproblemen, problemen op emotionele aspect of zelf een verslaving aan drugs
afkicken.
- Sociale en culture context waarin bloostelling aan teratogenen voordoet, zoals armoede
minde geld voor goed eten en minder adequate medische zorg krijgen en misschien
eerder blootgesteld aan vervuiling.
sociale factoren
Reflexen en Reflexen
motorische Reflexen = niet-aangeleerde, gestructureerde, onvrijwillige respons die automatisch optreedt
ontwikkeling in de aanwezigheid van bepaalde stimuli.
- aangeboren fysiek vaardigheden.
- In het begin reflexmatig handelen om te overleven.
Apgar-score BLZ
25 Reflex Verdwijnt na
zoekreflex 3 weken
Reflexen BLZ 32, Stapreflex 2 maanden
40, 41 Zwemreflex 4-6 maanden
mororeflex 6 maanden
Grove motoriek Babinski reflex 8-12 maanden
BLZ 43 Schrikreflex Blijft, veranderd
Knipperreflex Blijft
Fijne motoriek Zuigreflex Blijft
BLZ 44 Kokhalsreflex Blijft
Motorische ontwikkeling
1) Grove motoriek, bepaalde stappen moeten op bepaalde leeftijd behaald zijn.
- Lopen, zitten en staan
2) Fijne motoriek, gaat vooral ontwikkelen in peutertijd.
Problemen in motoriek vaak gepaard met andere ontwikkelingsproblematiek.
- Knippen, plakken, tekenen en kleuren.
De Apgar-score
- wordt meteen na de geboorte getoetst.
- De Apgar-score = een standaard meetsysteem waarmee de gezondheid van een
pasgeboren baby kan worden bepaald aan de hand van verschillende factoren.
- Een score van 1 tot 10 om te bepalen hoe goed het kind functioneert.
- Lage scores kunnen wijzen op problemen of geboorte afwijkingen die al aanwezig waren bij
de foetus,
- maar kunnen ook komen door problemen tijdens de geboorte.
- Tijdelijke zuurstofgebrek
- Voor elk onderdeel wordt 0-1 of 2 punten gegeven.
- Afhankelijk van het aantal punten wordt er een behandeling ingezet.
- In totaal op 2 momenten gescoord en is bepalend voor de ontwikkeling van het kind in de
rest van het leven.
- Een kind ademt niet, hersenschade
Fysieke - Na 5 maanden ongeveer 7 kilo.
ontwikkeling en - Rond 1 jaar ongeveer 10 kilo.
veranderingen - Eind 2e jaar ongeveer 4 keer zo veel al geboorte.
- Eind 1e jaar gemiddeld 75 centimeter.
fysieke groei BLZ - Op de 2 verjaardag meestal iets meer dan 90 centimeter.
38
4 principes van groei
1. Cefalocaudaal principe = principe dat groei een patroon vormt dat begint met het hoofd en
de bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar e rest van het lichaam.
2. Proximodistaal principe = principe dat de ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons
lichaam naar buiten toe voltrekt.
3. Principe van hiërarchische integratie = principe dat eenvoudige vaardigheden zich
doorgaans afzonderlijk van elkaar ontwikkelen, en later geïntegreerd worden in
complexere vaardigheden.
4. Principe van de onafhankelijkheid van systemen = principe dat verschillende
lichaamssystemen een verschillende groeitempo kennen.
De ontwikkeling - Baby zintuigen al ontwikkeld.
van de zintuigen - Baby kan in het begin alleen nog niet goed zien.
- Je klapt de baby schrikt
Zintuigen BLZ 34
Persoonlijkheidsontwikkeling
Identiteit (o.a. Zelfbesef = het bewustzijn dat men los van de rest van de wereld staat.
zelfbesef, - Begint te groeien rond de leeftijd van 12 maanden.
zelfbeeld en
eigenwaarde) - Eerste 5 maande geen onderscheid tussen zichzelf en omgeving.
zelfbesef BLZ 73 - Je moeder en jij als baby zijn 1.
- Eerste tekenen van zelfbesef:
- Besef van lichamelijke toestand
- Pijn niet prettig
- Beinvloeden van omgeving
- Met gedrag
- Egocentrisme
- Vooral peutertijd
- Visuele zelfherkenning
- In spiegel
- Autobiografisch geheugen
- Vanaf 3 meer besef krijgen van zichzelf
Gender BLZ 66 - Meer verkleinwoordjes tegen meisjes.
BLZ 83 - Ook manier waarop ouders op verzoeken regeren verschilt.
- Jongetje eerder vastberaden nee, meisje eerder verzachtend antwoord. Zoals het afleiden
van het verzoek. Of minder direct
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zodawson. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.