aardrijkskunde; de gesteentecyclus en de platentektoniek
mineralen: kleinste homogene bestanddelen waaruit gesteenten zijn opgebouwd, al of niet kristallijn. Bestaat uit 1
of meer chemische elementen. (bv grafiet en diamant zijn beiden mineralen gemaakt van koolstof (C)).
Gesteenten: opgebouwd uit mineralen. Men maakt een onderverdeling volgens de ontstaanswijze.
Soorten gesteenten:
- Sedimentaire gesteenten: (laagsgewijs afgezet / los afzettingsgesteente -> vast)
Detritische gesteenten (A):
(bv conglomeraat, zandsteen, kleisteen (schiefer)
Ontstaan: afzetten in laagjes van los gesteentemateriaal -> diagenese
Organogene gesteenten (B):
(bv krijt, kalksteen, steenkool)
Ontstaan: afzetten van organisch materiaal in laagjes, door diagenese wordt het een vast gesteente.
Chemische sedimentaire gesteenten:
(bv zoutafzettingen, druipsteen (stalactieten, stalagmieten), travertijn)
Ontstaan: opgeloste stoffen worden verplaatst door water (=erosie) -> chemische neerslagreactie -> vorming
chemische gesteenten.
waar grote zoutafzettingen en ontstaan: Dode zee (Jordanië). Het verdampen van water -> het opgeloste
zout blijft achter.
- Magmatische gesteenten of stollingsgesteenten: stollen van magma
Dieptegesteenten of plutonische gesteenten (D):
(bv graniet)
snelheid van stollen: traag
kristallen: groot
Ganggesteenten (E):
(bv porfier)
snelheid stollen: snel
kristallen: klein
Uitvloeiingsgesteenten (F):
(bv basalt, puimsteen, obsidiaan)
Snelheid stollen: zeer snel
kristallen: heel klein / geen
- Metamorfe gesteenten (C):
(bv kwartsiet, leisteen, marmer, gneis)
gesteente dat een zeer hoge druk en/of hoge temp. Onderging waardoor een metamorfose ontstond.
kenmerken: gelaagdheid door de hoge druk, herkristallisatie in aders, geen fossielen
Processen:
Verwering (1): alle processen die een gesteente doen afbreken of aantasten.
-> fysische verwering: letterlijk stukken steen die loskomen
-> chemische verwering: chemische processen die gesteenten aantasten
Erosie (en transport) (2): het meenemen en transporteren van gesteentemateriaal door water, wind of ijs (gletsjers)
Sedimentatie (3): afzetten van los of opgelost gesteentemateriaal of organisch materiaal in laagjes.
Diagenese (4): druk neemt toe bij doorgaande afzetting.
-> samenpersen van de afzettingen -> compacter.
-> opgeloste stoffen kunnen neerslaan en dienen als “lijm” tussen de losse afzettingen
vorming vaste afzettingsgesteenten.
Metamorfose (5): sterke stijging van temperatuur (vulkanische activiteit) of druk (gebergtevorming). -> verandering
van samenstelling, grootte en richting van mineralen metamorfe gesteenten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amber15. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.