Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting microbiologie 1, hoofdstuk 1 tot en met 4 €5,59
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting microbiologie 1, hoofdstuk 1 tot en met 4

 35 vues  0 fois vendu

Deze samenvatting bevat leerstof verkregen uit de les, powerpoints en cursus.

Aperçu 6 sur 17  pages

  • 6 février 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
lottevandeweghe
Microbiologie

1 Inleiding
1.1 Definitie
Microbiologie

 De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen v/d bouw & de levensverrichtingen
v. micro-organismen.

Micro-organismen (m.o.)

 Levende wezens die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Als deze organismen in grote
aantallen voorkomen (= kolonies) kunnen ze wel waargenomen worden met het blote oog.

1.2 Situering v. micro-organismen
Vroeger waren er twee rijken;

• Dierenrijk: cellen zonder wand & eencelligen
• Plantenrijk: cellen met celwand (plantencellen, algen, bacteriën, schimmels)

In de 19de eeuw werd een derde rijk gecreëerd; de Protisten/protista. Dit rijk bevat m.o. bestaande
uit 1 of meerdere cellen maar zonder cel differentiatie. Nu spreken we van het vijfrijkenstelsel.

1.2.1 Vijfrijkenstelsel
In 1969 stelde Whittaker een vijfrijkensysteem voor.

• Dieren (& mensen) = CONSUMENTEN: bezitten spier-, zenuw- & zintuigstelsel waardoor ze
actief voedsel kunnen zoeken & bemachtigen.
• Planten = PRODUCENTEN: fotosynthese zorgt voor transport tussen wortels & bladeren
• Fungi (schimmels & gisten) = REDUCENTEN: voeden zichzelf via absorptie van organisch
materiaal uit de omgeving. Ze spelen een belangrijke rol bij afbraakprocessen i/d natuur
• Protista (protozoa/eencelligen & protofyta/algen, wieren)
• Bacteriën


Het vijfrijkenstelsel onderscheidt 3 organisatieniveaus:

• Eukaryoot eencellig niveau (protisten)
• Eukaryoot meercellig & meerkernig niveau
(dieren, planten & fungi)
• Prokaryoot niveau (prokaryoten)

Er bestaat nog een speciaal 6de rijk: archetista/virussen

, 1.2.2 Soorten micro-organismen
Prokaryoten Eukaryoten Virussen
Eenvoudige celstructuur Ingewikkelde celstructuur Erfelijk materiaal omgeven door
Geen kern Kern & kernmembraan eiwitmantel
Erfelijk materiaal Erfelijk materiaal Enveloppe
Geen endoplasmatisch reticulum Endoplasmatisch reticulum
Geen mitochondriën Mitochondriën
Celwand → vaste vorm Geen celwand
Flagel Geen flagel
Tot de prokaryoten behoren; Tot de eukaryoten behoren;
• Klassieke bacteriën (staafjes, • Protofyta (algen & wieren)
kokken, spirellen, spirocheten) • Protozoa (eencelligen)
• Cyanobacteriën (vroegere • Fungi (schimmels & gisten
blauwwieren)




Nomenclatuur v/d biologie & de microbiologie

• Eerste deel v/d wetenschappelijke naam: geslachtsnaam/genus met hoofdletter Cursief gedrukt
• Tweede deel v/d wetenschappelijke naam: soortnaam/species zonder hoofdletter

1.3 Optische instrumenten
Anthony van Leeuwenhoek construeerde de eerste, primitieve microscoop waarmee men bacteriën
waarnam.

Verschillende soorten microscopen:

• Lichtmicroscoop
• Elektronenmicroscoop
• Donkerveldmicroscoop
• …

1.4 Belang v. microbiologie
1.4.1 Voorkomen v. micro-organismen
M.o. komen vooral voor in lucht, water, grond, bij plant, dier, mensen, als commensaal of als
parasiet. Veel m.o. kunnen leven zonder zuurstof & komen voor op anaerobe plaatsen. M.o. die zich
vlot aanpassen aan andere milieuomstandigheden zullen overleven & nakomelingen maken.

,2 Morfologie & structuur v. eukaryote micro-organismen
2.1 Structuur
Organel

 Een afzonderlijke structuur i/d cel met een speciale functie

Kern

 Controleert de volledige vel




Chloroplasten/bladgroenkorrels (fotosynthese)




2.1.1 Celmembraan/plasmamembraan
Het is een eerste barrière tussen de celinhoud & het omringende milieu. Het is een dubbele
lipidenlaag die morfologisch & fysiologisch identiek aan dat van de bacteriën.

Er komen zeer veel proteïnen in voor, sommige proteïnen vormen poriën. Deze poriën dienen als
permeasen & zorgen voor transport van metabolieten.

Bij protozoa komen er ook stereolen voor. Deze zorgen voor de stevigheid van het celmembraan.

2.1.2 Cytoplasma
Het protoplasma kunnen we opdelen in 2 delen;

• Karyoplasma: materiaal binnen het kernmembraan
• Cytoplasma: materiaal tussen kernmembraan & celmemebraan

Het cytoplasma bevat een uitgebreid systeem van onderling verbonden organellen.

2.1.3 Karyoplasma
Het karyoplasma wordt gescheiden v/h cytoplasma door een kernmembraan.

2.1.4 Celwand
Protozoa bezitten geen celwand & kunnen veranderen v. vorm.

Protofyta (algen, gisten, schimmels) bezitten een celwand & hebben een vaste vorm.

,De celwand bepaalt de vorm & stevigheid v/h micro organisme & vangt inwendige osmotische druk
op.

De celwand v. algen heeft als hoofdbestanddeel cellulose (C6H10O5). Cellulose bestaat uit ketens v. B-
glucose die aan elkaar geschakeld worden via B-1,4-bindingen.




De celwand v. schimmels & gisten bestaat chitine. Chitine bestaat uit ketens v. B-glucose met op de
C2 een aminogroep & een acetylgroep op de N-groep.

B-glucose + NH3 → waterafsplitsing → glucosamine (C6H13O5N)



Via B-1,4-bindingen worden N-acetylglucosaminen (C8H13O5N)x aan elkaar geschakeld tot een
complex polysacharide.




2.1.5 Flagellen & ciliën
Flagellen & ciliën dienen als voorbewegingsmechanisme of voor het verzamelen v. voedsel.

Het zijn uitstulpingen v/h plasmamembraan die ontstaan in een basaallichaam gelegen i/h
cytoplasma. Ze hebben een diameter van 0,2 , 0,5 µm tot 1 µm.

Een flagel of cilium bestaat uit een cytoplasmatische cilinder waarin 9 paar overlangse
microtubuli lopen die op een perifere cirkel gerangschikt liggen rond 2 centrale microtubuli. De
perifere microtubuli vertonen laterale armen.

Het geheel v/d microtubuli is contractiel. Microtubuli bestaan uit eiwitten die polymeriseren rond
een holle kern tot lange, dunne cilinder. Ze hebben een constante diameter van 25 µm – 30 µm &
een onbepaalde lengte. Elk microtubulus bestaat uit 10-13 eiwitheden rond een hol centrum. De
twee belangrijkste eiwitten zijn alfa-tubuline & beta-tubuline.

De laterale armen bezitten ATP-ase-activiteit & maken energie vrij voor de beweging door hydrolyse
van ATP.

Een flagel trekt de cel meestek vooruit = tractellum, soms duwt het flagel de cel achteruit =
pulsatellum.

Sommige protozoa, schimmelsporen & algen bezitten flagellen = flagellaten. 1 cel bezit meestal 1-2
flagellen.

Sommige protozoa bezitten ciliën = ciliaten.

Ciliën zijn identiek aan flagellen maar komen in groepjes voor, soms over het volledige oppervlakte
v/d cilliaat.

,2.2 Morfologie
2.2.1 Protozoa
Protozoa zijn primitieve diertjes die ondergebracht worden i/h rijk van de Protista. De afmetingen v.
protozoa variëren van enkele micrometer tot enkele honderden micrometer. De morfologie kan sterk
verschillen; ovaal, rond… sommige protozoa bezitten flagellen, ciliën of pseudopodiën, of een
combinatie.

Flagellaten

 Flegellaten zijn meestal ovaalvormig & bezitten 1 of meerdere flagellen om zich voort te
bewegen. Sommige flagellaten bezitten ook peudopodiën. Sommige flagellaten bezitten
chlorofyl & kunnen als planten beschouwd worden.

Flagellaten kunnen ingedeeld worden in 3 soorten;
• Fytoflagellaten: hebben chloroplasten waardoor ze een groene kleur hebben. Ze
hebben plantaardige affiniteiten.
• Zoöflagellaten/heterotrofe flagellaten: hebben geen chloroplasten. Ze hebben
dierlijke affiniteiten.
• Pantserflagellaten: hebben een pantser

Ciliaten

 Ciliaten/wimperdiertjes/trilhaardiertjes kunnen sterk variëren van vorm. Sommige leven
sedentair, anderen leven zeer beweeglijk. De ciliën dienen voor het verzamelen v. voedsel.
Het kernaparaat v. ciliaten bestaat meestal uit een macronucleus & een micronucleus

Pantoffeldiertje: lengte van 100 µm of meer. Aan de ventrale zijde is er een
inzinking/het peristoom/mondopening die dient voor het vangen v. prooien.

Klokdiertje/Vorticella sp.


Trompetdiertje



Rhizopoda

 Rhizopoda/wisseldiertjes/wortelpotigen/amoeben hebben geen vaste vorm. Ze bezitten
schijnvoetjes/pseudopodiën, dit zijn cytoplasmatische uitstulpingen die dienen voor de
beweging & fagocytose. De bouw v. pseudopodiën kan verschillenden, sommige amoeben
hebben lobvormige schijnvoetjes, anderen vingervormige schijnvoetjes.
Bij heliozoa/zonnediertjes staan de fijne, puntvormige pseudopodiën als een straal rondom
een sferisch lichaam.

Er zijn 2 soorten amoeben:
• Naakte amoeben: bezitten geen schaaltje
• Geschaalde amoeben: bezitten schaaltje
o Schaaltje opgebouwd uit zandkorrels
o Schaaltje opgebouwd uit kalk

, Sporendiertjes

 Spreondiertjes/sprozoa zijn obligaat parasieten. In het volwassen stadium zijn ze
onbeweeglijk & vertonen ze nooit pseudopodiën, ciliën, flagellen.

2.2.2 Algen/wieren/protofyta
Ze bezitten altijd chloroplasten waardoor ze aan fotosynthese kunnen doen. Ze zijn meestal rond,
ovaal, draderig.

Er bestaan verschillende soorten:

• Groenwieren
• Goudwieren/diatomeeën
• Roodwieren
• Bruinwieren

Algen zijn eencellig, losse groepjes v. ovale cellen of draderige cellen. Sieralgen hebben
speciale vormen.

Kiezelwieren/diatomeeën zijn goedwieren met een uitwendig skelet dat bestaat uit kiezelzuur.
Dit skelet heeft mooie vormen & bestaat uit een doosje (hypotheca) & een dekseltje (epitheca).
De skeletjes staan worden gebruikt i/d chemische industrie als filtermateriaal om vloeistoffen te
zuiveren.

2.2.3 Gisten & schimmels
Gisten zijn primitieve, eencellige schimmels die meestal ovaal tot rond zijn. Sommige gisten
vormen een pseudomycelium of mycelium in bepaalde omstandigheden. De meeste gistcellen
hebben een diameter v. 5 tot 10 µm.

A = knopvormig

B = pseudomycelium

C = mycelium



3 Voortplanting van eukaryote micro-organismen
3.1 Voortplanting van schimmels
De voortplanting van schimmels kan op 2 manieren gebeuren:

• Vegetatief/aseksueel: veel keren per seizoen
• Generatief/seksueel: 1 keer per jaar

3.1.1 Vegetatief
2 soorten schimmels

• Ongesepteerde schimmels: cellen groeien zonder celdeling, ze vormen zeel lange cellen met
veel kernen
• Gesepteerde schimmels: cellen groeien door de deling van vegetatieve cellen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottevandeweghe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,59
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté