AIDS 2
Immunology 2
Viruses and vaccines 12
Epidemiology HIV 15
Origin and evolution 16
Replication 19
Genes and proteins of HIV 26
Diagnosis 31
Drugs- HAART-ART 32
Host and virus resistance 36
Porte d’entree 42
Loss of CD4 47
The immune system and protection by CD8-cells 48
HIV vaccines 52
Reservoirs 64
,AIDS
Immunology
Typical course of HIV-infection
Wanneer iemand besmet raakt met HIV zien we een enorme viremia, een uitbarsting van
virusdeeltjes in het bloed. Het afweersysteem komt in actie en de virusdeeltjes dalen, het daalt
alleen niet tot 0. Over de jaren zie je dat het aantal virusdeeltjes stijgt, tot er een omslagpunt
komt waarin het immuunsysteem uitgeput raakt en er opportunistische ziektes ontstaan.
- Viremia = presence of infectious virus in the blood
Het aantal CD4 T cellen (T-helper cellen) in het bloed daalt, de HIV infectie leidt tot het
verdwijnen van CD4 T cellen in het bloed. De CD4 T cellen stijgen weer omdat het
immuunsysteem wordt geactiveerd, echter zal dit nooit terug komen naar een gezond level. Over
de jaren dalen de CD4 T cellen, en wanneer het onder een bepaalde grens komt ontstaat AIDS
waarna je doodgaat.
AIDS symptoms
De symptomen van de primaire infectie zijn vergelijkbaar met die van de griep, bij sommige
mensen zijn deze symptomen ernstig en bij andere bijna niet aanwezig. Na een tijdje ontstaan er
opportunistische ziektes zoals: yeast, CMV (cytomegalovirus), HSV (kapsoi sarcoma), HPV, C
albicans en varicella zoster. AIDS wordt ook wel “slimming disease” genoemd omdat je er erg
van afvalt, vroeger werd het GRID (gay-related immune disease) genoemd.
,Early response after viral infection
Veel infecties worden bestrijdt door het innate immune system, hierdoor wordt
het adaptive immune system niet altijd geactiveerd. Het innate immune system
begint met een productie van cytokines zoals IFN-alpha, IFN-beta, TNF-alpha
en IL-12. Hierdoor worden NK-cellen geactiveerd om geïnfecteerde cellen te
doden. Wanneer dit niet voldoende verloopt zal het adaptive immune system
worden geactiveerd waardoor CD8 T cellen de geïnfecteerde cellen zullen
doden. Het adaptive immune system heeft zo’n 5-7 dagen nodig om op gang te
komen. Hierdoor ontstaat er een pathogen specifieke reactie.
Adaptive immune system
Een virus geïnfecteerde host cel kan een antibody response of een cell-mediated
response in gang brengen.
Een virus moet eerst de primary immune system overwinnen, de huid en
slijmvliezen etc, en dan vervolgens cellen binnendringen om daarin te kunnen
repliceren. De geinfecteerde cel activeerd de interferon response, hierdoor worden
NK cellen geactiveerd. Ongedifferentieerde B cellen differentiëren tot plasmacellen
die antibodys produceren, wanneer deze het virusdeeltje herkennen treedt er clonal
expansion op. Deze antibodys kunnen binden aan het virus en hiermee circulerende
virusdeeltjes in het bloed te inactiveren. Ook kunnen cytotoxische T cellen
geactiveerd worden die in staat zijn geïnfecteerde cellen aan te zetten tot apoptosis.
➔ De virusdeeltjes worden geneutraliseerd door de antilichamen en de bron van
nieuwe virusdeeltjes (geïnfecteerde cellen) wordt aangepakt door CD8 T
cellen.
Activatie is afhankelijk van antigen
presenterende cellen (APCs) zoals
macrofagen, dendritische cellen en B
cellen.
- De infectie wordt
gefagocyteerd door APCs
(bijvoorbeeld macrofagen).
Het virus wordt afgebroken en gepresenteerd op de APC via MHC II. Dit MHC II
complex kan herkend worden door naive CD4 T cellen (T helper cellen). Deze CD4 T cel
gaat lymphokines produceren die in staat zijn om de B cel aan te zetten tot differentiatie
en productie van antilichamen. Deze antilichamen kunnen nu binden aan de vrije
virusdeeltjes en ze hier mee neutraliseren en vatbaar te maken voor fagocytosis. ->
humorale response (B cel afhankelijk)
- De infectie wordt gefagocyteerd door APCs (bijvoorbeeld macrofagen). Het virus wordt
afgebroken en gepresenteerd op de APC via MHC II. Dit MHC II complex kan herkend
worden door naive CD4 T cellen (T helper cellen). Deze CD4 T cel gaat (andere)
lymphokines produceren die in staat zijn om naive CD8 T cellen (cytotoxische T cellen)
aan te zetten tot prolifereren. De nu geactiveerde CD8 T cellen kunnen de geinfecteerde
cellen aanzetten tot apoptosis.
, ➔ Lymphokines are protein mediators that direct the immune system (B and T cells get
activated by different lymphokines)
➔ B or T cell with the best fit will proliferate and clonally expand
T helper cellen worden geactiveerd door MHC II moleculen op APCs. De APC presenteert dat
gene wat die heeft gefagocyteerd als peptiden op MHC II receptor, lichaamsvreemde peptide
worden hierop gepresenteerd. T helper cellen met de beste
herkenning zullen worden geactiveerd. De soort response die
hier uit voort komt (B- of T-cel) is afhankelijk van de APC,
het antigen, de MHC en de omgeving. Een naive T helper cel
kan onder bepaalde omstandigheden na contact met een APC
differentiëren naar een Th1 of een Th2 cel. Een Th1 zal
vooral macrofagen, cytotoxische CD8 T cellen en wat B
cellen activeren terwijl een Th2 een B cell response zal
activeren.
- TH1 cell = a type of effector CD4 T cell that is
characterized by the production of inflammatory
cytokines. TH1 cells are involved mainly in activating
macrophages during intracellular infection. Also
known as inflammatory T cell. Gets induced by IL-12
and IFN-gamma. Expresses IL-2 and IFN-gamma.
- TH2 cell = a type of effector CD4 T cell that is
characterized by the production of noninflammatory cytokines that promote the
production of IgE antibodies and responds to extracellular parasite infections. Gets
induced by IL-4. Expresses IL-4 and IL-5.
Activation of a dendritic cell
Een immature naïve dendritic cell ontstaat uit een HSC in het beenmerg. Deze immature naive
dendritic cell komt een antigen tegen, neemt dit op en breekt het af. Dit leidt tot de differentiatie
naar een mature dendritische cel, tijdens deze differentiatie zal de dendritische cel migreren naar
een lymph knoop. In deze lymph node vindt functionele maturatie plaats en vindt er contact
plaats met T cellen en B cellen. Op deze manier zal de dendritische cel het adaptieve immuun
systeem activeren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EvaTun. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.