De samenleving: Periode 2
Hoofdstuk 4: Deviant gedrag/ Deviantie:
4.1: Het begrip in de sociologie:
=Afwijkend gedrag met een bijbetekenis (het min/meer overtreden van een norm) deze
norm is echter ook een sociale constructie (kan veranderen (verschillende culturen, in tijd)
net zoals een wet) Vb: Het gedrag wordt pas deviant als het in een bepaalde cultuur als
dat gezien wordt of iets kan kan vandaag als deviant gezien worden en morgen niet meer.
Deviantie is een sociale constructie
Verschil tussen criminaliteit en deviantie: zie ppt
-Deviantie is dus niet voor iedereen hetzelfde, elke groep heeft een andere kijk op wat
‘normaal’ of ‘afwijkend’ is Het kan gepromoveerd worden tot criminaliteit MAAR hier is
macht voor nodig.
-Vb:
4.2: Visies over- en verklaring van Deviantie:
1. Durkheim:
-Keek naar zijn realiteit (1900) veel veranderingen op korte tijd
-Samenleving wordt volgens hem labiel (niet meer steving in zn schoenen) bij grote
veranderingen
Gevolg: Huidige (oude) waarden en normen volstaan niet meer om het
gedrag aan te sturen. Cultuur heeft geen antwoord meer op de vraag ‘wat is
afwijkend of normaal’ Anomie of normvervaging
Vandaag de dag gebeurt dit ook
-vb: gezinssituatie: vroeger waren samengestelde gezinnen niet ‘normaal’,
maar nu wel
-vb: Euthanasie: nu heel moeilijk, vroeger heel makkelijk.
2. Merton:
-1968 in Amerika: tijd van grote welvaart, maar niet voor iedereen.
-Deviantie ontstaat (mogelijk) als iemand voelt dat ze een maatschappelijk ideaal niet
kunnen waarmaken.
-vb: American dream: Spanning die je voelt als de krantenjongen voelt dat hij
de middelen niet heeft om miljardair te worden kan lijden tot deviant gedrag
-Schema: bekijken op ppt
, -Je kunt de doelen en de middelen accepteren en doorzetten of als je de
spanningen voelt van ‘het lukt niet’ kun je nieuwe middelen gaan gebruiken
vb: bankoverval om aan de idealen te graken, of nieuwe idealen stellen voor
jezelf.
3. Is Deviantie aangeleerd gedrag?
-Het is een gevolg van een opvoeding of socialisering (vb: opgegroeid in een slecht milieu)
Voor de persoon in kwestie is dit gedrag normaal, want het is in zijn ‘cultuur’ normaal
-De grote meerderheid of middenklasse vind dit WEL deviant
-Kritieken: alle schuld gaat naar omgeving we worden een permissieve samenleving, wa
laten alles maar toe en wuiven het weg We moeten dus verder kijken dan all. Omgeving
4. Is deviantie een etiket dat we op andere kunnen plakken? Merton: Etikettering
-Vooraf: self fulfilling prophecy:
-Vb: faalangst: 1. Foute interpretatie: ‘ik ga het niet kunnen’ 2. Bepaald
gedrag: onzekerheid, zenuwen, niet efficiënt studeren 3. Gevolg: het lukt
ook echt niet
-Oplossing: Beging met kleine taken zodat zelfvertrouwen weer opbouwt.
-Begin etikettering: microniveau:
-één persoon zegt dat je ‘abnormaal’ bent socialisering self fulfilling p.: je gaat
het zelf ook zien als ‘abnormaal’ of deviant
-Einde etikettering: macroniveau
-Samenleving (media, school) plakt het etiket van deviant ontstaan stigma
( onuitwisbaar merkteken), kan een deel worden vd identiteit
-vb: labeling allochtonen als criminelen, drugsgebruikers, mentale problemen:
label ‘gek’ nu veel minder, armoede is meer en meer ‘eigen schuld
-Stigmatisering gebeurt heel subtiel: via reclame, politieke praat, sociale media
-Gevolg: deviante loopbaan (iemand die één misdrijf (primaire deviantie)
pleegt krijgt direct veel labels op zich geplakt (deviante loopbaan) en gaat
zichzelf op den duur zien als deviant (secundaire deviantie)
-vb: prim: diefstal deviante loopbaan: justitie, politie, rechtbank sec: de
samenleving én ikzelf zien mij als deviant
Is Deviantie te bestrijden?
-Het bestrijden werkt pervers (anders dan bedoeld) deviantie bestr. = deviantie verst.
moeilijke naam hiervoor: Iatro-Genese:
, -vb: in streken waar veel dokters zijn, zijn de mensen vaak ziek, want dokter
plakt het label ‘ziek’ perverse werking, want dokter moet mensen genezen.
Pygmalion-effect: Het beeld vd leerkracht over de leerlingen, zal in de
loop vd tijd werkelijkheid worden
-Opvoeders/Begeleiders laten onbewust zien dat ze een meerdere zijn taalgebruik
-Kritieken:
-Er wordt niet verklaard waarom sommige mensen wel van primaire naar secundaire
deviantie gaan en anderen niet
-Hulpverleners ontkennen het perverse effect van bestrijding
-Er is geen verklaring op het fenomeen: waarom is iets vandaag de dag wel acceptabel, als
het vroeger niet acceptabel was.
Is het dan niet makkelijker om het allemaal gewoon bij het individu te leggen?
-Rational choice visie wint veel populariteit
-Al het afwijkend gedrag is te linken aan keuzes dat het individu gemaakt heeft.
Hoofdstuk 5: Sociale stratificatie: een sociaaleconomische kijk
5.1 Basisbegrippen: Stratificatie en klasse:
1. Stratificatie:
= gelaagdheid vd samenleving Dingen die schaars zijn, worden ongelijk verdeeld onder
de lagen (geld, macht,kennis,etc)
=Zorgt voor een ongelijke waardering vd lagen: de mensen vd onderste lagen zijn
vaak minder gewardeerd (financieel, etc)
-Stratum: één laag/ sociale klasse -Strata: meerdere
-Marx – 1848: twee klassen -Weber - 1900: vier klassen (twee middenklasse)
-Amerikaans onderzoek -1941: zes klassen
2. Sociale klasse:
= Mensen met gelijkaardige sociaaleconomische situaties (job, inkomen), hierdoor hebben
ze vaak dezelfde meningen, gedragingen en woon situaties, belangen.
Mensen van een hogere klassen hebben dus andere meningen, belangen, woon
situaties , etc. als mensen van een lagere klasse