Bachelor Psychologie – Jaar 2 – Radboud Universiteit - 2021
Psychometrie
Zelfstudie Opdrachten
Week 1 – Testconstructie
a. wat zijn T-scores? Wat zijn Stanines?
T-scores: Lineaire transformatie van de ruwe scores, zo dat het gemiddelde 50 en de SD 10 is.
Is een transformatie van de standaardscore door middel van T = 10z + 50 of anders genoteerd:
T = (10(X-M) / SD) + 50
Stanines: Non-lineaire transformatie van scores in 9 getallen m.b.v. de percentages in een
normaalverdeling. Stanines zijn scores van 1 t/m 9 met een gemiddelde van 5 en een
standaardafwijking van ~2. Stanines worden verkregen door de ruwe scores te transformeren:
Laagste 4% van de scores krijgen een 1, de volgende 7% krijgt een staninescore van 2 etc
(4%, 7%, 12%, 17%, 20%, 17%, 12%, 7%, 4%)
b. eerder (Statistiek 1 deel A) zijn wat Gregory “genormaliseerde standaardscores” noemt
geïntroduceerd als normaalscores. Waar lijken T-scores het meest op: normaalscores of
standaardscores? Waar lijken stanines het meest op?
T-scores lijken op standaardscores (want t-scores zijn transformatie van standaardscore)
Stanines lijken op normaalscores (want in beide gevallen wordt van een
percentage/percentielscore een nieuwe score gemaakt)
c. zoek op hoe je gestandaardiseerde scores kan berekenen en hoe je normaalscores kan
berekenen. Gebruik de Handleiding SPSS van Statistiek 2 of SPSS Help (Base System).
gestandaardiseerde scores: analyze → descriptive statistics → descriptives → variabelen in de
dialoogbox slepen → optie save standardized values as variables aanklikken
normaalscores: transform → rank cases
Zet de variabele waarop de scores moeten zijn gebaseerd in Variable(s) Klik op [Rank
Types...] Selecteer Proportion estimates en Normal scores
d. Open het bestand stemming.sav. Gebruik de value labels van de variabele deelnnom te
bepalen welke values (1 of 2) in de variabele groepstaan voor de treatmentgroep en de
controlegroep. Gebruik de controlegroep als normgroep om op basis van de voormeting van
de BDI (bdv) T-scores en stanines te berekenen. Dit hoeft alleen voor subjecten van de
controlegroep. Je hoeft niet te zoeken naar een knop waarmee dat kan, want die is er niet. Je
moet meerdere knoppen combineren. Beschrijf wat je gedaan hebt (voor zover dat functioneel
was).
Personen met een 1 op groep, hebben een 4 op deelnn, en personen met een 2 op groephebben
een 6 op deelnn. In variable view zie je dat 4 staat voor ‘blijvers 1e serie’ en 6 voor ‘blijvers
congroep’. Dus: groep = 1 = treatmentgroep en groep = 2 = controlegroep
e. Maak voor de normgroep histogrammen van (1) de standaardscores, (2) de T-scores, en (3)
de stanines.
→ bij de antwoorden kijken
f. Wat zijn de belangrijkste bezwaren die je tegen de zojuist verrichte normering in kan
brengen?
Bezwaren tegen de normgroep: Gelegenheidssteekproef (niet aselect, je gebruikt wat er aan
komt waaien) en te klein.
Week 2 – Factoranalyse 1
maximum likelyhood = (BIJNA) ALTIJD DE BESTE → met theorie/analyse
principal of components (PCA) → zonder theorie/analyse
SYNTAX (paste): wanneer het databestand uit een correlatiematrix bestaat
OK: wanneer het ruwe scores betreft
Opgaven uit het boek van Jules Ellis
opgave 1: begrippen
1. wat is het doel van een factoranalyse? → het verklaren van correlaties
2. welke geaggregeerde data fungeren als input voor de factoranalyse? → de
correlaties tussen de manifeste variabelen
3. wat is een confirmatieve factoranalyse? → een factor analyse waarbij een theorie
getoetst wordt
4. wat is een exploratieve factoranalyse? → een factor analyse waarbij geen theorie
getoetst wordt/waarbij een theorie wordt gevormd
5. wat is het maximum likelyhood criterium? → een statistische methode om
parameters te schatten
6. wat is principale componentenanalyse? → PCA is de eenvoudigste vorm van een
factoranalyse waarbij er wordt verondersteld dat de variabelen geen unieke
factoren hebben
7. wat is een factor? → een latente variabele die dient ter verklaring van correlaties
tussen manifeste variabelen
8. wat is een factorlading? → een b-gewicht in de regressie van een manifeste
variabele op de factoren
9. wat is een factorpatroon? → meerdere factorladingen in een tabel
10. wat is communaliteit? → de door de gemeenschappelijke factoren verklaarde
variantie van een manifeste variabele
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maaikevanroemburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.