Nier en urinewegen
1. Nieren
- De nier is een excretieorgaan bij uitstek. Er is een sterke wisselwerking tussen het epitheel en
het doorstromende bloed. Het beginproduct is een ultrafiltraat van het bloed, dat in het
begin van het urine producerende en -afvoerende systeem wordt opgevangen als primaire
urine. Deze urine ondergaat tijdens de afvoer een aantal essentiële veranderingen, waarna
het uiteindelijke product als definitieve urine via het nierbekken en de ureter wordt
afgevoerd
1.1. Embryologie
- De nier bestaat uit verschillende componenten:
o Filtersysteem, functionele unit = nefron dat nierglomerulus omvat
o Afvoerwegen/verzamelbuizen die uitmonden thv de calix en via de ureter verder
verlopen
- Embryonale oorsprong van deze structuren is verschillend
o In de evolutie zijn er verschillende stadia
Begin ontwikkeling van de nier: pronefros (voornier) 1
kanaaltje/nefrotoom (5-11)
Gevormd uit voorste somieten (2 buisjes) en we hebben te maken
met een uitwendige glomeruli
Bij de mens zal de pronefros vanaf de 4 e week in het halsgebied te
vinden zijn
Groot deel van de pronefros zet zich voort in de mesonefros (oernier)
meerdere kanaaltjes/nefrotomen (11-30)
Ontwikkeld zich op het einde van de 4 e week caudaal van de
pronefros
Monden uit in cloaca en wordt later de blaas
Bestaat uit glomeruli en mesonefronische tubuli
Uiteindelijk zal ook de mesonefros degenereren (1 e trimester zwangerschap)
en wordt de metanefros (nanier) ontwikkeld 106 kanaaltjes/nefrotomen
(31-32)
Start bij de mens vanaf week 5 en worden functioneel vanaf week 9
Initiëel wordt de urine de urine uitgeplast in amnionholte, wordt
ingeslikt door het embryo, wordt opgenomen door de darmen en
gaat vervolgens via de placenta door de moeder uitgescheiden
worden
De nier ontstaat uit 2 componenten:
o De eerste voorlopernieren verdwijnen, onderaan de buisjes
ontstaat aan 2 kanten een ureterknop, waaruit de
verzamelbuisjes, nierkelken, nierbekken en ureter gevormd
worden
o Uit andere embryonale cellen (mesoderm weefsel) dat rond
de ureterknop komt te liggen, ontstaan de nefronen, wat de
functionele eenheid is van de nier. Tijdens de ontwikkeling
maakt elk nefron contact met een vaatkluwen of glomerulus
Deze 2 structuren (ureterknop en nefrogeen
blasteem) gaan een inductiewerking op elkaar
uitvoeren
, Wanneer deze wederzijdse inductiewerking te gering
is zal er geen verbinding ontstaan tussen de
nierweefsel en ureter waardoor de nier niet kan
functioneren omdat er geen afvoer is = congenitale
cystennier
Metanefros geeft aanleiding tot de uiteindelijke functionele nier
1.2. Macroscopische bouw van de nier
- Mens: Multipyramidale nier
- De nier is opgebouwd uit een cortex gebied (piramiden) en een medulla
gebied
o In de cortex bevinden zich de nierglomeruli (nierlichaampjes)
o Voor de mens zijn dit een 10-15 tal pyramiden
o Pyramiden sluiten aan op de Calices
Calices minores die uitmonden in een calix major die
verder verloopt richting ureter
- Bloedtoevoer gebeurt door de renale arterie en drainage van het
veneuze bloed gebeurt door de renale vene
- Nierpiramide bestaat uit enerzijds een cortex zone en een mergzone
o Cortex zone: strepingpatroon dat wordt afgewisseld met gebieden
waar er granulair uitzicht (puntjes) bestaat
Dit granulair uitzicht wordt veroorzaakt door de
verschillende nierglomeruli
Strepingpatroon bevat afvoerbuisjes = mergstralen =
Processus Ferreïni
Schorsweefsel groeit tussen de pyramiden een beetje naar
binnen, niet gevolgd door mergweefsel en ook niet
aangesloten op de papil. Dit zijn de kolommen Bertini
o Mergzone gaat richting papil, waarbij de afvoerbuizen (ducti
papillaris) uitmonden in de calix (nierkelk). De nierkelk heeft ter
hoogte van de hilus aansluiting tot de ureter
- In de schors bevinden zich sferische structuren = nierglomeruli en buizen
(proximale en distale tubuli) waaran het afgegrensd wordt door gebiedjes met een
strepingspatroon = mergstralen
- Uiteindelijk komen we in het merg waardat ook de proximale en distale tubulus
en Lis van Henle zullen aantreffen. De distale tubulus zal uitmonden in
verzamelbuizen, deze gaan in grotere afvoerbuizen over en gaan via ducti
papillaris richting papil en nierkelken
1.3. Functie nier
- Volume en bloeddrukregeling
o Originele functie
o Adaptatie aan landleven door het feit dat we in staat zijn om sterk
geconcentreerde urine (hyperosmotische urine) te maken en zeer veel
water terug te reabsorberen, zijn we in staat ons land aan te passen en
uitdroging te voorkomen
Als we deze nieren niet zouden hebben zouden we zeer veer vocht moeten
innemen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentbiomedischewetenschappen1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.