Methodiek; Medische vaardigheden
Intraveneuze perfusie
Algemene theoretische benadering
Definitie
Perfusie/ infusie
= Toedienen van min of meer grote hoeveelheden vocht langs parentale weg met of zoner elektrolyten,
voedingsstoffen of med.
Indicaties en doelstellingen
Hypovolemie/ vochtverlies
Hypovolemische shock voorkomen door vochtverlies te compenseren
Gevolg van groot bl.verlies, braken, diarree, brandwonden, zware infecties, koorts
Inadequate vocht- en voedingsopname
Handhaven van degelijke voedingstoestand
Stoornissen in de elektrolytenbalans of in zuur-base evenwicht
Afwijkingen corrigeren
Bij o.a. acidose, alkalose, hypokaliëmie,…
Toediening medicatie
Waarbij med. snel, langdurig, continue of in grote dosis toegediend moet worden
Intoxicatie
Toxisch product verdunnen of neutraliseren door extra vocht
Waakinfuus
= Traagdruppelinfuus bij P in instabiele gez.toestand waarbij in alle tijde complicaties kunnen optreden of
bij wie regelmatig med., vocht of bl. toegediend moet worden
Steeds een intraveneuze toegangsweg ter beschikking
Toediening contrastvloeistof
Bij radiografische ond.
Veneuze drukmeting
Toegepast in kader van diagnosestelling
Inleidende begrippen
Waterhuishouding
Nrm waterhuishouding
60 – 70% lich. gewicht is water
40 – 50% intracellulair
20% extracellulair
› ¾ intercellulair en 1/3 intravasculair
2700ml vochtverlies over 24u
Nieren (grootste regulator), huid, longen, faeces
, Vochtbilan/ vochtbalans !
= lijst waarop vochtopname en vochtafgifte per 24u genoteerd wordt
Doel
› Zo volledig mogelijk beeld krijgen op verhouding tussen input en output
Positieve vochtbalans
› Te veel vocht in lich. achterblijft
› Input > output
Negatieve vochtbalans
› Er blijft niet te veel vocht in lich. achter
› Input < output
Start na het 1e keer uitplassen en eindigt na het laatste keer uitplassen op 1 dag
-> pre-eclampsie, eclampsie, HELLP
Stoornissen in waterhuishouding
Dehydratatie
= Toestands van een te groot vocht- en elektrolytenverlies dat onvoldoende gecompenseerd
wordt, er is uitdroging v/h lich.
Oorzaken
› Koorts
› Braken
› Diarree
› Bl.verlies
› Polyurie
› Brandwonden
Hyperhydratatie
Oorzaken
› Overdreven vochttoediening
› Overmatig tot niet nemen med.
› Slechte nierfunctie
› Slechte hartfunctie
Signalen
› Sterke gewichtstoename
› Oedeemvorming
› RR stijging
› Hb en Hct dalen
Elektrolytenbalans
Evenwicht tussen kationen en anionen
Kationen (+)
Na, K, Ca en Mg
Anionen (-)
Cl, HCO3, PO4
In stand gehouden door de nieren
, Stoornissen in elektrolytenevenwischt
Hypo- of hyperkaliëmie
Ritmestoornissen
Hypocalciëmie
Tetanie
Hypercalciëmie
Nierstenen
Hartritmestoornissen
Hyponatriëmie
Verwardheid
Coma
Hypernatiriëmie
Oedeem
Hypertensie
Zuurbase-evenwicht
pH
= zuurtegraad van oplossing
In bl. 7,35 – 7,45
< 7,35; acidose/ verzuring
> 7,45; alkalose
Evenwicht geregeld door
Longen
Overmaat koolzuur afgeven
pH bl. stijgt, wordt minder zuur
Nieren
Overmaat aan H-ionen (zuren) of basische stoffen uitscheiden
Buffers
Overmaat aan zure of basische stoffen aan zich binden
Plasma-eiwitten, fosfaten, hemoglobine en bicarbonaat
Capaciteit kan uitputtelijk zijn
Stoornissen in zuur-base evenwicht
Respiratoire acidose
Te weinig CO2 uitgeademd
Respiratoire alkalose
Te veel CO2 uitgeademd
Metabole acidose
Te veel zuren aangemaakt of te groot verlies van basen
Metabole alkalose
Te groot verlies van zuren
Perfusievloeistoffen
, Volgens aanwezigheid van opgeloste deeltjes
Colloïden
= Perfusievloeistof dat niet doorheen capillair membraan kan passeren en blijven dus in intravasculair
compartiment
Vocht naar bl.baan trekken
Oedeemreducerend vermogen
Onder gecontroleerde omstandigheden toedienen
-> p.p. bloeding
Kristalloïden
= Perfusievloeistof dat doorheen semipermeabele membranen van vaatwand kunnen passeren
Volume-expansie van plasmafractie
Voor beperkte periode
Na 2-3u wordt binnen interstitiële ruimte een evenwicht bereikt
Belangrijkste zijn glucose en ureum
-> dehydratatie, hyperemesis
Volgens osmotische druk
Osmose
= Verplaatsen van watermoleculen van een laag geconcentreerde oplossing naar een hoog
geconcentreerde oplossing, doorheen een semipermeabele wand, totdat de concentratie gelijk is
Isotonische oplossingen
Osmotische waarde gelijk aan osmotische waarde v/h bl.
Geen vochtverplaatsing
IV, SC, IM
-> kristalloïden; NaCl 0,9%, glucose 5%
Hypertonische oplossingen
Osmotische waarde is groter dan die v/h bl.
Vochtverplaatsing naar de intravasculaire ruimte
Enkel IV
Verschrompeling en necrose van cel
Diuretisch effect
-> glucose 10%, invertsuiker 10%, NaCl 3%
Hypotonische oplossingen
Osmotische waarde is lager dan die v/h bl.
vochtverplaatsing van intravasculaire ruimte weg
Als oplossing voor med.
Zwelling en barsting cel
Vooral hemolyse/ rode bl.cellen barsten
-> aqua destillata
Volgens samenstelling