Samenvatting Basiskennis Aardrijkskunde
Roger Baltus, 3e druk
Rianne Huijssoon
2022
1
,Inhoud
H2 De aarde.....................................................................................................................................................................2
H3 weer, klimaat en landschappen op aarde..................................................................................................................4
H4 Landschappen in Nederland.......................................................................................................................................7
H5 Bevolking....................................................................................................................................................................9
H6 Landbouw................................................................................................................................................................ 12
H7 Industrie................................................................................................................................................................... 13
H8 Diensten................................................................................................................................................................... 15
H2 De aarde
2.1 De aarde in het zonnestelsel
De aardbaan wordt in bijna één jaar voltooid. Elk jaar heeft de aarde, bovenop de 365 volle dagen van het jaar, zes
extra uren nodig om het rondje om de zon af te maken. Om te voorkomen dat onze kalender langzaam zou
verschuiven wordt er daarom om de vier jaar een extra dag toegevoegd aan het eind van de maand februari. Dat
noemen we schrikkeljaar.
Een derde van het aardoppervlak bestaat uit land en twee derde uit water. De landoppervlakten bestaan uit zeven
continenten: Europa, Azië, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Antarctica.
De grootste oceaan is de Stille Oceaan. Elke oceaan bestaat uit zout water, heeft een reliëfrijke bodem en is veelal
enkele kilometers diep. Aan de randen van de continenten liggen gebieden die ondergelopen zijn met oceaanwater.
Dat noemen we een zee. Een zee bevat zout water, heeft meestal een vrij vlakke bodem en is meestal maar enkele
honderd meters diep. Op de continenten ligt water in de vorm van sneeuw en ijs, in meren, rivieren en in
grondwater. Dat wordt zoet water genoemd.
2.2 Geografische coördinaten en tijdzones
Om precies te kunnen zeggen waar een bepaald punt zich op aarde bevindt, gebruiken we geografische coördinaten.
De evenaar verdeelt de aarde in twee delen: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond. Lijnen die parallel aan
de evenaar lopen heten breedtecirkels of paralellen. Als een plek dicht bij de evenaar ligt, dan spreek je van lage
breedte.
Lijnen die van pool tot pool lopen heten meridianen. Van Noordpool naar de Zuidpool. Er zijn in totaal 360
meridianen. Ga je vanaf de nulmeridiaan naar het westen dan spreek je van graden westerlengte. Eén graad is
verdeeld in 60 minuten en één minuut is zelfs weer verdeeld in 60 seconden. De aarde draait in 24 uur (een etmaal)
tegen de klok in rond haar as.
Het is dag op het deel van de aarde dat naar de zon toe is gekeerd en wordt beschenen door de zon. Door de
draaiing van de aarde komt de zon op in het oosten en gaat ze onder in het westen. De aarde is verdeeld in 24
tijdzones. Een tijdzone komt overeen met 15 lengtegraden.
2.3 De seizoenen: zomer, herfst, winter en lente
De denkbeeldige aardas, waar de aarde zelf in 24 uur omheen draait, staat daarbij altijd schuin en dezelfde kant op.
Dat veroorzaakt tijdens het ronddraaien om de zon het ontstaan. Je hebt een Zuidelijk halfrond en een Noordelijk
halfrond.
2.4 De getijden: vloed en eb
De maan draait in 27 dagen om de aarde. Het oceaan- en zeewater staat onder invloed van de aantrekkingskracht
van de maan, de zon en een kracht die ontstaat door de draaiing van de aarde. Het gevolg is dat er op de aarde twee
2
, bulten zijn waar het water wordt aangetrokken. Vloed is de hoogste waterstand. Eb is het laagste waterstand. Het
wordt in 24 uur twee keer vloed en twee keer eb. Een getij duur zes uur.
2.5 Endogene krachten
Krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken noemen we endogene krachten. Ze veroorzaken verschijnselen
op aarde die bepalend zijn voor het uiterlijk.
2.5.1 Continentenbewegingen
Onder de aardkorst heb je de mantel die bestaat uit magma. Dat is vloeibaar gesteente met een temperatuur van
meer dan 1.200 C. in het midden van de aarde bevindt zich een vaste kern. De aardkorst drijft op het magma. De
stroming van de magma veroorzaakt aardplaattektoniek. Je hebt zes grote aardkorstplaten die bewegen bij
breuklijnen: ze bewegen uit elkaar, naar elkaar toe of langs elkaar.
Bij de oceaan bewegen de platen uit elkaar, wat als gevolg heeft dat er kleine vulkanen ontstaan wat leidt tot de
oceanische rug. Daar wordt nieuwe aardkorsten gevormd.
Wanneer platen naar elkaar toe bewegen, verdwijnt de aardkorst. Je hebt drie manieren, bij elke manier kan ook
gebergtevorming optreden.
1. een oceaanplaat en een continentplaat naar elkaar toe: de oceaankorst schuift onder de continentenkorst,
dat wordt subductie genoemd. In die zone ontstaat aan de rand van het continent een trog. Hoe dieper de
plaat gaat hoe eerder het smelt. Via vulkanen komt het magma weer aan de oppervlakte.
2. Continentplaten naar elkaar toe bewegen: de aardlagen plooien (regenboog)
3. Oceaanplaten naar elkaar toe: de ene schuift onder de andere door. Daarbij ontstaat een subductiezone met
verderop een vulkanisch gebergte.
Daar waar aardplaten langs elkaar heen bewegen komen vooral aardbevingen en verschillende vulkanische
verschijnselen voor.
2.5.2 Aardbevingen, vulkanen en vulkanische verschijnselen
Aardbevingen komen langs de gehele breuklijn voor. De Grote Oceaan wordt ook wel ‘ring of fire’ genoemd door de
aantallen aardbevingen. Je spreekt van een zeebeving als een aardbeving in de zee is. daarbij kan op zee een brede
hoge golf ontstaan die een halve meter hoog is. wanneer die lage golf aan land komt wordt de horizontale energie
omgezet in verticale energie en ontstaat een vloedgolf. Oftewel een tsunami. Wanneer een eiland voor de kust ligt
kan de tsunami het land niet bereiken.
Je hebt kegelvulkanen, wanneer magma eruit komt heet de lava. De lava die eruit stroomt, is erg stroperig en vormt
een nieuwe laag op de vulkaan. Dat heet stollingsgesteente. Er ontstaan stenen regen en hete gaswolken. Een
schildvulkaan komt het magma rechtstreeks uit de mantel. Dat gebeurt vaak op een oceaanbodem. Een plek in de
mantel wordt hot spot genoemd.
In de zee ontstaan er warmwaterbronnen.
2.5.3 Horsten en Slenken
Door rek en druk op de aardkorst kunnen op de aardplaten zelf breuklijnen ontstaan. Aardkorst kan bij rek
wegzakken. Dat noem je een slenk. De delen die omhooggaan noem je een horst. Een slenk wordt meestal opgevuld
door zand en water.
2.6 Exogene krachten
Exogene krachten vormen het landschap zoals het eruit ziet. Na verwering en erosie ontstaan afzettingsgesteenten.
2.6.1 Verwering
Gesteente op de aardkorst kan verbrokkelen en oplossen, dat proces heet verwering. Door temperatuurverschillen
zet gesteente uit en het krimpt als het kouder wordt. Gesteente kan scheuren bij snelle wisselingen. Uiteindelijk
brokkelt het af, dat proces noem je mechanische verwering. Bij chemische verwering kan een grot ontstaan.
2.6.2 Erosie
Pas na mechanische verwering van een gesteente kan er erosie van de aardkorst plaatsvinden. Het schuren over de
aardkorst kan komen door:
1. Zwaartekracht: keien vallen naar beneden en beschadigen de omgeving
2. Gletsjerijs: stenen die eronder liggen, schuren over de bodem met druk van het ijs. Daardoor ontstaat er een
dal.
3. Water van beken en rivieren: een rivier neemt sedimenten mee zoals keien, grind, zand en klei. In de
bovenloop vind je de grootste kei en in de benedenloop is het grind
In de bovenloop van een rivier zijn veel keien aanwezig. In de middenloop botsen de keien en in de
benedenloop is het grind of nog kleiner.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur huijssoonrianne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.