AG: Introductiecollege:
Concepten:
Architectuurhistorisch onderzoek kan zo de mogelijkheid bieden om op een DOORDACHTE WIJZE als
bewoner/ opdrachtgever/ontwerper in te grijpen in de gebouwde omgeving die voortdurend in
ontwikkeling is.
België en zijn haat/liefde-relatie met architecturaal erfgoed & bouwcultuur:
Kaart: CHE gebieden Antwerpen: Gebied met culturele, historische en/of esthetische waarden
“Bruxellisation” en “Façadisme”:
= Ingrepen waarbij enkel façades worden bewaard, zonder erkenning van
architecturale interieur, structuur en ruimte
Wat is architectuur(- geschiedenis):
Architectuur geschiedenis:
1. architectuur als synoniem van “bouwkunst”
2. de kunst en leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken.
Hoe kunnen we architectuur vanuit historisch perspectief bestuderen?:
Vitruvius (+/- 85-20v C) in zijn De Architectura Libri Decem (Tien Boeken over Architectuur)
VENUSTAS ( = vorm), UTILITAS ( = functie) en FIRMITAS ( = constructie)
Vitruvius was een spilfiguur in het denken over architectuur
- De Architectura Libri Decem= was een unicum enige bewaarde tekstuele bron over
de Oudheid, geschreven tijdens de Renaissance.
, ➔ Vandaag nog steeds een belangrijke inspiratie bron
+/- 85-20v C:
= overgangsperiode: waarbij Romeinse architectuur verder bouwt op Griekse
architectuur.
Wie?
Vitruvius was een militair, ingenieur en architect onder Julius Caesar.
Had een relatie tot zowel burgerlijke als militaire constructies en stedenbouw
➔ Enige effectieve realisatie die bekend is: Basilica (19 BC) in Fanum
Fortunaen, maar dit werk is later verdwenen.
Vitruvius kwam met de opzet studie van ‘architecturale patrimonium’ om zowel kennis op te bouwen
over bestaande als over nog te construeren gebouwen.
Twee doelen:
1. kennis over vormelijke, semantische (betekenisdrager) en pragmatische aspecten van
architectuur
2. zoektocht naar architectuurprincipes die contemporaine en toekomstige architecten kunnen
helpen om ‘kwaliteitsvolle architectuur’ te realiseren
Vb toekomstige architecten: Bramante, Michelangelo, Palladio …
Atlanten (mnl) caryatiden (vr) Politiekantoor in Brakel, Door ORGPERMOD
Hoe architectuur vanuit historisch perspectief ontleden/bestuderen?:
Drie verschillende criteria: VENUSTAS (vorm)/ UTILITAS (functie)/ FIRMITAS (constructie)
- Architectuur voor wie?, Door wie??,...
➔ Resultaat is een waaier aan architectuurhistorische kritieken met de nadruk op:
1. vorm, functie of constructie en integratie
2. op auteur, tijd, ruimte, context en invalshoek
Wat is architectuur:
De definitie van architectuur evolueert in de tijd en van plaats tot plaats, Architectuur is meer dan
het gebouwde resultaat
,De cursus zelf:
De cursus heeft tot doel de student een inzicht te verschaffen in de complexiteit en veelzijdigheid
van de architecturale productie en ideologie en focust op de recente architectuurgeschiedenis (19e -
20ste eeuw).
In de cursus word duidelijk dat ook kunst en architectuur zich nooit in een vacuüm ontwikkelen, maar
altijd het product is van concrete en veranderlijke historische omstandigheden.
Cursus onderverdeling:
Chronologisch colleges: industrialisering, historisme en neostijlen, fin de sicèle architectuur,
modernisme, postmodernisme
Verweven met de volgende thema’s: integratie van evolutie kunst en technologie, erfgoed,
architectuuronderwijs, typologisch onderzoek, …
Architecturale termen kunnen verklaren -> Haslinghuis, woordenboek van de Westerse architectuur-
en bouwhistorie.
AG: Neostijlen en eclecticisme:
Vijf delen:
1. Context nieuwe typologieën
2. Ethische debat: neo- classicisme, neogotiek, neo- renaissance
3. Nieuwe bouwmaterialen
4. Van neogotiek naar eclecticisme
= het esthetische , functionaliteit en de constructie
Context:
→ Opkomst van de verlichting in de 18de eeuw
→ Groei van wetenschappelijke kennis
→ Het rationele denken veranderd de maatschappij
→ Industriële revolutie
→ Er komt een nieuwe stand: Liberté, Egalité, Fraternité, zorgt voor het ontstaan v/d burgerij
→ De geneeskunde breid uit = veel minder kindersterfte -> Bevolkingsexplosie
= er komt een landbouw overschot -> Men verhuist naar de steden
→ Industriële maatschappij(sociaal, economisch en politiek)
1. Politieke context:
= staten worden gevormd
Inclusief identiteitsopbouw
Hoe kan een natie zijn identiteit legitimeren? -> er komt een
legitimeringsarchitectuur. De gebouwen moeten de nieuwe natie een
gezicht geven.
, 2. 19de eeuw:
Industrialisatie: impact op de bouwsector:
→ Er komen nieuwe bouwmaterialen die diverser worden toegepast
→ Traditionele gebouwen worden u ook met nieuwen materialen gebouwd
Voorbeelden van fabrieksarchitectuur:
Hornu Mons 1832 Electrical stations and factories Vienna 1902
In de bouwsector zijn ze opzoek naar standaardisering:
→ Je krijgt bijvoorbeeld een standaardiserende manier om baksteen te produceren.
→ Er word gebruik gemaakt van nieuwe materialen die het bouwproces zouden moeten
versnellen.
Voorbeeld het Jubelpark, Brussel: hal 1897:
Hier worden traditionele materialen in het portaal met nieuwe materialen zoals glas en ijzer in de hal
gecombineerd.
Veel traditionele gebouwen zoals scholen en kerken, gaan later ook gebruik maken van glas, ijzer en
beton(= nieuwe materialen):
Links: school in Brussel 1899-1907, Midden: serre in Laken 1893; Beurs van Antwerpen 1859-1872 en
Rechts: betonkerk in Parijs 1894