Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting methoden deel 2 €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting methoden deel 2

 16 vues  0 fois vendu

Samenvatting methoden deel 2

Aperçu 4 sur 59  pages

  • Oui
  • 14 février 2022
  • 59
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
mariekeherberghs
Kwalitatieve en gemengde methoden
COLLEGE 1:
1. Inleiding: Belang van functies van Kwalitatief onderzoek
Zie hoofdstuk 1 van het handboek (‘What is qualitative research in psychology…?)
blz. 6-13 (‘what is qualitative research?’ & ‘Science as normal practice …’),
blz. 16-18 (‘the logical positivists…’),
box 1.1 (positivism)
box 1.2 (constructivisme)
1.1. Wat is kwalitatief onderzoek?
Wanneer spreken we over kwalitatief onderzoek i.p.v. kwantitatief onderzoek:
Manieren om de 2 te onderscheiden:
1. Welke methode je gebruikt om je data te verzamelen en te analyseren.
- Je gebruikt een andere ‘gereedschapskist’. Je gaat geen statistiek gebruiken, je gaat je
materiaal niet cijfermatig voorstellen (is eerder kwantitatief)

2. Ze hebben een andere kennistheoretische benadering. Ze hebben een andere visie op wat
kennis/waarheid/werkelijkheid is.
- Dat geeft richting aan het doel van het onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek is het niet persé
de bedoeling om de objectieve waarheid te bewijzen of een bepaalde hypothese met zoveel
mogelijk zekerheid te verwerpen. Dit is meer een typisch doel voor kwantitatief onderzoek

3. Het proces van onderzoek doen / Het onderzoeksproces
- Bij kwantitatief en kwalitatief onderzoek zijn er andere aandachtspunten in de
onderzoekspraktijk.

1.1.1. Methode van data-verzameling en -analyse
Er zijn een aantal aspecten die typisch zijn voor kwalitatieve methoden:
1. Het zijn ‘rijke’ data: het zijn data die met veel details, veel betekenis, veel belevingsaspecten die
aan bod kunnen komen → weinig vaste structuur, selecteert weinig vooraf (bv. welke info de
onderzoeker krijgt → meer open vragen stellen, zelf een verhaal laten doen...)
<-> kwantitatief onderzoek: data is minder rijk, zeer beperkt (bv je vraagt mensen om een
antwoord aan te duiden op een schaal van ‘helemaal akkoord’ tot ‘helemaal niet akkoord’)

2. Je vindt het perspectief van het individu dat je onderzoekt belangrijk → je bent geïnteresseerd in
de betekenis van de ervaring van de unieke persoon
<-> kwantitatief onderzoek: de onderzoeker is minder geïnteresseerd in de gevoelens, beleving...
van het individu.

3. Kwalitatief onderzoek ga je bijna uitsluitend in natuurlijke settings terugvinden en niet in een
labo of pre-gestructureerde setting, want je bent geïnteresseerd in het perspectief van personen,
hun persoonlijke beleving en deze persoon wil je begrijpen binnen de natuurlijke omgeving
waarin de persoon functioneert → de kenmerken van het dagelijks leven
→ Streeft ecologische validiteit na (natuurlijke context, toepasbaar op dagelijks leven)

1.1.2. Kennistheoretische benadering
Een kennistheoretische benadering verwijst naar de kennistheorie die een onderzoeker heeft = de
epistemologie van de onderzoeker → is een tak van de filosofie die bezig is met wat waarheid is en
hoe je kennis kunt opdoen / hoe je waarheid te weten komt.

,Kwalitatieve en kwantitatieve psychologie hebben gemeenschappelijke kennistheorie
▪ Hun kennistheorie is dat je kennis baseert op empirisch onderzoek. Je gaat kennis
onderwerpen aan onderzoek.
- Dus NIET aannemen dat kennis door god gegeven is (= theologie)
- Dus NIET tot kennis komen door abstract te redeneren (= metafysica)
- Dus WEL gebaseerd op empirie (= moderne wetenschap)

Kwalitatieve en kwantitatieve psychologie hebben ook verschillen in kennistheorieën
▪ De kennistheorie van kwantitatieve methoden is gebaseerd op logisch positivisme:
- Er bestaat objectieve kennis: kennis los van de persoon die observeert of een bepaalde claim
maakt → de externe wereld bepaalt wat waar is (realisme).
- De onderzoeker moet neutraal zijn: kennis/waarheid moet tot stand komen onafhankelijk
van de onderzoeker → onderzoeker moet neutraal blijven
- Waarheid is iets wat we geleidelijk aan te weten komen door de opstapeling van meer en
meer kennisgegevens en bevindingen → onderzoek brengt ons steeds dichter bij de
waarheid.
Wetenschap als een cumulatieve onderneming → onderzoek bouwt vorig onderzoek en dat
onderzoek ook op vorig onderzoek
Onderzoek als speurtocht

▪ De kennistheorie van kwalitatieve methoden is gebaseerd op sociaal constructivisme:
- Er bestaat geen objectieve kennis: hooguit bestaan er meerdere manieren om de wereld te
kennen. Er is niet het idee dat er een objectieve externe realiteit bestaat los van de
perspectieven van personen.
- De onderzoeker kan niet neutraal zijn, het perspectief van de onderzoeker van invloed is op
de kennis die wij produceren in wetenschappelijk onderzoek. Het gaat niet alleen over het
theoretische perspectief van de onderzoeker, maar ook op de manier waarop de
onderzoeker in de wereld staat (bv. sociale en culturele achtergrond kan mee van invloed
zijn).
- Er is niet 1 cumulatieve progressie naar meer en meer waarheid, maar onderzoek leidt naar
verschillende mogelijke interpretaties → er bestaat meer dan 1 realiteit
Onderzoek als bouwproject

Vergelijking kennistheorieën:
Positivisme Constructivisme
Doel: de waarheid kennen (realisme) Doel: een perspectief laten zien (relativisme)
(andere perspectieven zijn mogelijk)
Doel: laten zien hoe een perspectief tot stand
komt in dialoog met anderen (sociaal
constructivisme)
Kennistheorieën kunnen iets te maken hebben met een sociaal engagement:
Constructivisme Sociaal engagement
Doel: een perspectief laten zien Vaak: aandacht voor het perspectief van minder
machtigen
Doel: laten zien hoe een perspectief wordt Vaak: laten zien hoe mensen (samen) de
geconstrueerd werkelijkheid kunnen veranderen

1.1.3. Onderzoeksproces
De empirische cyclus (inductie en deductie):
Onderzoek beweegt zich voortdurend heen en weer van theorie naar data (deductie) en van data
terug naar theorie (inductie)

,Wat is deductie?
Je vertrekt van een algemene theorie waaruit je toetsbare uitspraken afleidt (hypothesen)
Bv. meisjes hebben minder aanleg voor wiskunde dan jongens
Toetsbare hypothese: meisjes zullen een lagere score halen op een wiskunde test dan jongens

Wat is inductie?
Je vertrekt van beperkte data (een intuïtie en/of een beperkt aantal observaties)
Bv. je ervaring als wiskundeleraar dat je meisjes moeilijker gemotiveerd krijgt voor je vak
EN/OF de bevinding dat minder meisjes dan jongens wiskunde studeren
Uit deze data leid je een algemene theorie af:
Bv. meisjes hebben minder aanleg voor wiskunde dan jongens
Kwantitatief Kwalitatief
Nadruk op Deductie Inductie
Methode Hypothetisch-deductief Theoretische interpretatie
Metafoor Recept (gebaseerd op deductie) Avontuur (op basis van ervaringen → inductie)

Kritiek van kwalitatieve onderzoekers op deductie:
- Hoe kom je aan nieuwe inzichten/theorieën? Dat blijft buiten beeld in typisch hypothetisch-
deductief onderzoek → geen nadruk op inductie → black box van kwantitatief onderzoek
- Inzichten in bestaande theorieën worden alleen aangeleverd door de elite/mainstream (witte,
rijke, Westerse mensen) → brengt geen perspectief van minder machtige/andere culturen

Voorbeelden van beperking hypothetische deductie:
- Zelfbeschikkingstheorie (self determination theory)
→ EIgen keuze leidt tot hogere motivatie
Deze theorie is vaak getest met experimenteel onderzoek → blijkt heel robuust te zijn.
Hypothese wordt bevestigd → mensen werken langer aan een puzzel die ze zelf gekozen hebben
→ hogere motivatie
MAAR
Bv. huwelijksgeluk → wanneer ze in andere culturen niet zelf mogen kiezen met wie ze trouwen
→ klopt niet met de theorie (niet altijd zo dat eigen keuze de meest motiverende keuze is) →
wanneer ouders kiezen zijn ze in Inda gelukkiger met huwelijk → nieuwe hypothese

VOORBEELDEN COLLEGE 1:
Pesterijen op het werk:
Begint met een kritisch incident (‘toen is het allemaal begonnen’) → de verliezer in dat incident
wordt gestigmatiseerd (wordt scheef bekeken) → de leidinggevende gaat het stigma bevestigen
(door het te verzwijgen/niks doen of juist mee te gaan in dat stigmatiseren → dan krijg je uitdrijving
(het doelwit wordt weggepest)
Welke onderzoeksvraag kan je als onderzoeker stellen over ‘pesten op het werk’
Typische vragen waarvoor kwantitatieve dataverzameling wordt gebruikt:
o Frequentie van pesterijen (hoeveel/ hoe vaak?)
o Verschil tussen organisaties, persoonlijkheden, meetpunten (meer of minder? Stijging of daling?)
o Algemeen verband met persoons- of situatiekenmerken
o Oorzaak van pesterijen

Typische vragen waarvoor kwalitatieve dataverzameling wordt gebruikt:
o Hoe ontstaan en verlopen pesterijen op het werk
o Wanneer escaleert het pestgedrag?
o Hoe beleven de slachtoffers en daders een pestincident?
o Wanneer slaat een conflict op het werk om in pesterijen?
o Waarom komt pesten vaak voor in een bepaalde organisatie?

, Hoe herken je typische vragen waarvoor je kwalitatieve data moet verzamelen:
o Ontstaan en verloop van pesterijen (wie, wat, wanneer...?)
o Subjectieve beleving door getuigen, slachtoffers, daders... (hoe, waarom...?)
o Specifieke context rondom pestincidenten (waar, wanneer...?)
VOORBEELD BIJ COLLEGE 1: EMPIRISCHE CYCLUS
ZIE VOORBEELDVRAGEN PP COLLEGE 2
DEDUCTIE: theorie -> hypothesen
Hoe gaan onderzoekers te werk à bij een casus/een
toetsing probleem? Verschillende
procesmodellen stappen:
uit literatuur aan casus
1. Ze gaan deductief te werk
1. ‘Strain
Ze hebben de literatuur erop nageslagen en ertheory’: pesterijen
zijn een aantal theorieënalsmet
stressgevolgen
procesmodellen uit de
literatuur. Het eerste wat ze dan gaan doen zijn hypothese vormen op basis van die theorieën en
VOORBEELD BIJ COLLEGE 1: EMPIRISCHE CYCLUS
kijken of hun casussen kloppen met die hypothese.
De theorieënDEDUCTIE: theorie
die ze in de literatuur ‘strain’-> hypothesen
vinden: destructieve
▪ Strain theory: verklaart pesterijen als gevolg van coping
stress/frustratie
à toetsing procesmodellen (frustraties)
uit literatuur aan casus
De theorie vertrekt van ‘Strain’ (gevoelensBIJ
VOORBEELD vanCOLLEGE
stress en frustratie) → die leiden
1: EMPIRISCHE CYCLUStot
1. ‘Strain theory’:
destructieve coping (aangepastals
pesterijen coping gedrag met die stress/frustratie → dat resulteert in
stressgevolgen
frustratie-agressie → zo kan iemand dader DEDUCTIE: theorie -> hypothesen
worden van pesterijen
à toetsing procesmodellen uit literatuur aan casus
‘strain’ destructieve frustratie- dader van
(frustraties) 2. ‘Conflict theory’: pesterijen
coping als geëscaleerdepesterijen
agressie conflicten
VOORBEELD BIJ COLLEGE 1: EMPIRISCHE CYCLUS
taak- of
DEDUCTIE: theorie -> hypothesen
relationeel
destructieve
▪ De conflict theory: gaat pesterijen verklaren a.d.h.v. geëscaleerde38
conflicten
conflicthantering
à toetsing procesmodellen
Het vertrekpunt uittussen
is een conflict literatuur
conflict aan casus
personen (kan een relationeel (persoonlijk) of
frustratie- dader van
2. taakconflict zijn → datpesterijen
‘Conflict theory’: kan leiden tot destructieve
als geëscaleerde conflicthantering
conflicten → het conflict kan
agressie pesterijen
escaleren → verliezer van conflict wordt slachtoffer van pesterijen
taak- of verliezer wordt
destructieve geëscaleerd
relationeel 38 slachtoffer van
conflicthantering conflict
conflict pesterijen

2. Inductieve beweging → bevindingen en conclusies
verliezer wordt
39

▪ VOORBEELD
Strain theory → BIJ COLLEGE 1: EMPIRISCHE CYCLUS
geëscaleerd
ontbrekende slachtoffersperspectief
slachtoffer van
(bv casus → vera’s perspectief komt weinig aan bod → uit die casus kan je inductief
conflict
aanvullen hoeBEVINDINGEN EN coping
CONCLUSIES
Vera reageert op de destructieve
pesterijen
van George → Vera haar reactie is
afwachtend/passief → ze laat over haar grenzen gaan → zo geraakt ze gedemotiveerd voor
haar• werk
‘Strain
en kantheory’ à ontbrekende
ze haar werk niet meer goed slachtofferperspectief
39
doen. (Vera)

actief passief INDUCTIE
‘strain’
destructieve destructieve
(frustraties)
coping coping

dader van
DEDUCTIE pesterijen
frustratie- schending
agressie normen slachtoffer
van
pesterijen
42

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mariekeherberghs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter