1 Personen met een verstandelijke beperking
1.1 Terminologie
De huidige omschrijving ve verstandelijke beperking is niet alleen een definitie, maar bepaalt
ook hoe we met deze doelgroep zouden moeten omgaan.
VERSTANDELIJKE BEPERKING ALS BEPERKT IQ?
Binet en Simon ontwikkelden begin vorige eeuw een intelligentietest en beschreven een
normaal & afwijkend intelligentiequotiënt=>wetenschappelijke basis om mensen met een VB
te definiëren als mensen met een beperkt intelligentiequotiënt=>stoornisdenken: ze gingen
er vanuit dat VB het gevolg was ve tekort dat geheel in de persoon ligt en in cijfers uit te
drukken is. Omdat men hun ‘afwijkend’ vond, was het normaal om hun af te zonderen in
apart onderwijs (begin buitengewoon onderwijs) en instituten.
VERSTANDELIJKE BEPERKING ALS SOCIAAL PROBLEEM?
Eind vorige eeuw: paradigmaverschuiving: zowel de beeldvorming als de benadering van
personen met VB veranderde. Het werd duidelijk dat de hinder die een persoon ondervindt
van zijn beperkt intellectueel functioneren sterk bepaald is door de context waarin hij leeft
(vb in sommige culturen is het belangrijk dat je handenarbeid kan leveren of moeilijke teksten
kan begrijpen, de ernst vd VB wordt dus pas duidelijk in de interactie met de omgeving).
Stoornisdenken veranderde naar een bredere kijk=>sociaal-ecologische visie: VB ontstaat niet
als persoonskenmerk maar als wisselwerking tussen de kenmerken ve persoon en de
verwachtingen en inspanningen vd omgeving waarin de persoon leeft. We spreken respectvol
en terecht van personen met een VB of personen met een verstandelijke handicap.
HUIDIGE OMSCHRIJVING VAN VB
Definitie vd AAIDD (American Association on Intellectual and Developmental Disabilities): Een
verstandelijke beperking is een handicap die wordt gekenmerkt door aanzienlijke beperkingen
in zowel intellectueel functioneren als in adaptief gedrag, die veel alledaagse sociale en
praktische vaardigheden omvat. Deze handicap ontstaat voor de leeftijd van 18 jaar.
o Verstandelijke handicap leidt tot functioneringsproblemen ih dagdagelijkse leven.
o Functioneringsproblemen ontstaan o.m. door beperkte intellectuele
vaardigheden=>verwijzen naar vroeger: beperkte intelligentie. De intellectuele of
verstandelijke beperking moet significant zijn=IQ van 70 of minder.
o Adaptief gedrag/vaardigheden: de mogelijkheden die iemand heeft om te
beantwoorden aan de eisen vd omgeving, om zich aan te passen aan wat men van
mensen met dezelfde leeftijd verwacht, binnen die specifieke cultuur=>komt tot uiting
als personen zich moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden/tijdsdruk
ervaren. Minder tot uiting: routinematige vaardigheden. Ook adaptieve vaardigheden
moeten significant afwijken.
1
, o Adaptief gedrag heeft 3 categorieën:
o Conceptuele vaardigheden: vaardigheden die je kan gebruiken om zelf vorm te
geven aan je leven, te beslissen in je eigen leven (vb lezen, taal, schrijven,
geldbegrip, …).
o Sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, verantwoordelijkheidsbesef,
inschatten en weerstand bieden aan negatieve beïnvloeding, houden aan
regels en wetten, vermeiden terechtkomen in slachtofferrol…
o Praktische vaardigheden: activiteiten van het dagelijkse leven (vb eten,
aankleden, verplaatsen, maaltijdbereiding, telefoongebruik, geldgebruik,
vermijden/voorkomen gevaarlijke situaties).
o Functionele beperkingen moeten voor 18j duidelijk worden. VB is een
ontwikkelingsstoornis=>meestal ontstaan ze net voor, tijdens of net na de geboorte,
ten laatste begin lagere school. Kinderen leggen de basis van cognitieve en adaptieve
vaardigheden in de 1ste 12 levensjaren om er daarna op verder te bouwen, toch wordt
de leeftijdsgrens om 18 gehouden om uitzonderlijke gevallen mee op te nemen. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen personen die op latere leeftijd tijdelijke of
blijvende tekorten ervaren in intelligentie of adaptieve vaardigheden
Men wil nadruk leggen op het feit dat VB niet zomaar een stoornis/persoonskenmerk is maar
een samenspel van factoren, waarvan intelligentie er 1 van is. De omgeving die de persoon
omringt en de verwachtingen tegenover hem, bepalen of de persoon met VB veel of weinig
uit de boot valt.
GEVOLGEN VD NIEUWE DEFINITIE VOOR DE TERMINOLOGIE
AAIDD kiest voor ‘disability’ (handicap/beperking)=>centraal: de mismatch tussen
mogelijkheden vd persoon en verwachtingen vd maatschappij. We kiezen dus VB of
Vhandicap, NIET mentale stoornis.
We gaan uit ve ‘people-first’ benadering=> we spreken van personen met een
handicap/beperking en laten verstandelijk gehandicapte, mongool, downie achterwegen.
GEVOLGEN VD DEFINITIE IH WERKVELD
Diagnose mag niet meer afhangen v IQ-score
Classificerende diagnostiek=nodig bij bepalen of een specifieke persoon wel degelijk VB
heeft=>kan noodzakelijk zijn om te bepalen of hij in aanmerking komt voor
hulp/ondersteuning (vb doorverwijzing door CLB).
Intelligentietesten waren vroeger de basis voor diagnostiek van personen met VB.
Belangrijk criterium in definitie: adaptieve vaardigheden=>moeten meer bepalend zijn om
iemand zorg toe te kennen. IQ mag niet meer gebruikt worden om groep personen met VB in
te delen in diepe, ernstige, matige of lichte VB.
Reden:
o Er wordt kritisch gekeken naar de waarde van intelligentietesten:
o Zijn te weinig afgestemd op culturele verschillen tussen personen
2
, o IQ= statistisch cijfer maar mensen zijn dynamisch=>op moment dat test wordt
afgenomen kan persoon niet tonen hoe ze nog kan ontwikkelen in juiste
omstandigheden.
o Intelligentiemeting van personen met zwakke intellectuele mogelijkheden is
niet goed uitvoerbaar en dus onbetrouwbaar
o Context = heel bepalend voor IQ-cijfer: begrijpen van taal, plaats en moment
kan resultaat heel erg beïnvloeden.
o Personen met IQ van 70 of iets meer hebben ook ondersteuning nodig:
o IQ tss 70/75 en 85≠VB maar zwakbegaafd=>het is problematisch als er te veel
nadruk ligt op hun cognitie.
o Door ‘te hoge IQ’ worden verschillende ondersteuningsvormen uitgesloten.
o Vb: Maartje met een IQ-score van 69 klinkt minder beperkt dan Sandra met
een IQ-score van 5. Maar als Maartje door haar beperking in de schulden
terecht komt, geen school kan volhouden en op 16-jarige leeftijd in aanraking
komt met loverboys, dan is wel degelijk sprake van een grote impact op haar
beperking.
o Men wilt dezelfde rechten voor mensen met IQ tot 85 als bij personen met VB,
als adaptieve mogelijkheden beperkt zijn.
Classificerende diagnostiek is bij jonge kinderen erg moeilijk, onder 5j zijn testen niet
voldoende betrouwbaar=>diagnose ‘VB’ wordt daarom pas op latere leeftijd gesteld.
Als kinderen -5j belangrijke mijlpalen in cognitieve, sociale of motorische ontwikkeling niet
halen=> diagnose ‘globale ontwikkelingsvertraging’=>hertesten op later moment.
Belang van adaptieve vaardigheden in diagnose
Adaptieve vaardigheden kunnen gescoord worden adhv vragenlijsten of observatieschalen (vb
SRZ: sociale redzaamheidsschaal zwakzinnigen). Adaptieve vaardigheden zijn dynamischer en
ontvankelijker voor verandering dan intelligentie=>keerzijde: door toenemende snelheid van
maatschappij en gestelde eisen, hebben steeds meer mensen ih dagelijkse leven problemen
waarvoor ze ondersteuning nodig hebben en zo aan criteria van VB gaan voldoen.
Multidimensionale kijk op elke persoon met VB
Handelingsgerichte diagnostiek: proces waarbij de ondersteuningsvraag ve persoon in kaart
wordt gebracht om daarna ook de juiste ondersteuning te kunnen bieden=>AAIDD heeft
hiervoor specifiek model opgesteld:
o Beeldvorming moet multidimensionaal en ecologisch zijn: ecologisch=>brede kijk op
de verschillende identiteiten ve persoon en hoe die interageren met omgeving
=>diversiteitsdenken
o Beeldvorming moet context in kaart brengen=>zowel negatieve (belemmerende) en
positieve (ondersteunende) invloed.
o Er zijn 5 dimensies die menselijk functioneren bepalen=>VB is samenspel van
verschillende aspecten:
o Intelligentie: intellectueel vermogen
o Adaptief gedrag: verscheidene vaardigheden
3
, o Context: interactie met de omgeving: welke maatschappij, familie, buurt…
o Participatie: hoe je directe omgeving of maatschappij jou betrekt met je
mogelijkheden en belemmeringen in dagelijkse leven
o Fysieke en psychische gezondheid: alle bijkomende problemen bepalen mee je
kansen om eigen leven uit te bouwen ondanks je beperking
Om tot beeldvorming te komen is het belangrijk dat:
o Oog hebben voor verschillende contexten waarin persoon leeft en hoe hij in
verschillende omgevingen functioneert
o Oog hebben voor het verhaal van de persoon: wat verteld hij zelf/anderen over hem
o Sterktes en zwaktes in kaart brengen van zowel de persoon als zijn
netwerk/omgevingen waarin hij functioneert
o Totaalbeeld maken waarin 5 dimensies aan bod komen en hoe ze elkaar onderling
beïnvloeden
o Analyseren welke ondersteuning een persoon al krijgt/nog nodig heeft om te komen
tot kwaliteitsvol leven op alle 5 dimensies
1.2 Ethiologie/verklaring
VB kan geïsoleerd voorkomen of als deel ve syndroom.
Syndroom: persoon heeft VB + lichamelijke, medische of uiterlijke kenmerken of typische
gedragskenmerken. Meest voorkomende: Down Syndroom, Fragiel X-stoornis.
De oorzaak van VB is niet altijd bekend, maar 40% van personen met ernstige/diepe
beperking is dit chromosomale afwijking. Bij personen met licht VB is die in 10/20% het geval.
Hoe ernstiger de VB, hoe duidelijker de oorzaak.
4