Alle 3 de zaakvakken worden hierin behandeld.
Samenvatting uit 2 boeken:
-Basiskennis geschiedenis
-Natuur en techniek geven
Ook informatie over geschiedenis:
-Kantelmomenten
-Canonvensters
-Nederlandse staat
Staatsinrichting
● Democratie: Een democratie is een land waarin het volk regeert.
Een (representatieve) democratie:
- Er is een volksvertegenwoordiging
- Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen
- Er wordt gestreefd naar politieke gelijkheid voor iedereen
- Er is een grondwet
- De vrijheid van burgers wordt beschermd
- Er is een maatschappelijk middenveld
- Er zijn vrije media
Verschillen in democratische stelsels
● Een parlementair stelsel: In een parlementair stelsel vinden verkiezingen
plaats voor een parlement. Op grond van de uitslag van de verkiezingen moet
een regering worden gevormd. Daarvoor is een meerderheid van de zetels in
het parlement nodig. Soms heeft één partij de meerderheid, soms moeten
verschillende partijen samenwerken om een meerderheid te vormen.
● Een presidentieel stelsel: De scheiding tussen wetgevende en uitvoerende
macht vertaalt zich in sommige landen in aparte verkiezingen voor beide
machten. Zo wordt in de Verenigde Staten niet alleen het parlement, maar
ook de president door de bevolking gekozen. De president heeft dan een
eigen machtsbasis. Hij stelt zelf een regering samen, die niet afhankelijk is
van een meerderheid in het parlement.
● Een semi-presidentieel stelsel: Een semi-presidentieel stelsel is een
mengvorm van beide bovengenoemde stelsels. De uitvoerende macht bestaat
dan niet alleen uit een door de bevolking gekozen president, maar omvat ook
een minister-president, wiens regering afhankelijk is van een meerderheid in
het parlement. Als de president en de premier van dezelfde politieke partij
zijn, kunnen ze samenwerken bij wetgeving en in de uitvoering van beleid.
Maar het kan ook gebeuren dat ze lid zijn van verschillende partijen en dat ze
vooral rivalen van elkaar zijn. De macht van de president wordt in zo’n geval
kleiner en die van de premier groter.
1
,Staatsinrichting –Nederland
● Constitutionele monarchie:
- Nederland is een koninkrijk, een monarchie. En Nederland heeft een
grondwet, een constitutie. Nederland wordt daarom een constitutionele
monarchie genoemd.
- Een constitutionele monarchie is de aanduiding voor een land waarin
het koningschap berust op een constitutie of grondwet, waardoor de
macht van de koning(in) beperkt is. In een constitutie of grondwet zijn
alle fundamentele regels over de inrichting van de staat en over de
verhouding tussen de staat en zijn burgers vastgelegd.
● Parlementaire democratie
- Een parlementaire democratie wil zeggen dat een land een parlement
heeft met rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers. Via het
parlement kan de bevolking invloed uitoefenen op het regeringsbeleid
van een land, want in een parlementaire democratie moet een regering
het vertrouwen hebben van een meerderheid van de leden van het
parlement. En die regering kan dus ook door het parlement worden
afgezet als dat vertrouwen er niet meer is.
● Regering
- Volgens de grondwet heeft de regering tot taak om samen met de
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal wetten te maken. De
regering sluit daarnaast internationale verdragen, stelt het buitenlandse
beleid vast, regelt de defensie en benoemt burgemeesters,
commissarissen van de koning en leden van de rechterlijke macht. De
in de grondwet genoemde taken voert de regering uit onder controle
van het parlement.
● Kabinet
- Naast ministers zijn er ook staatssecretarissen. Een staatssecretaris is
een soort onderminister, maar hij vervangt een minister niet wanneer
deze afwezig is. Minister en staatssecretaris maken samen afspraken
wie zich waarmee bezighoudt. Alle ministers en staatssecretarissen
samen vormen het kabinet. Hier hoort de koning niet bij.
● Minister
- De ministers staan aan het hoofd van een ministerie of departement.
Naast het vormgeven en uitvoeren van beleid moeten ze dus leiding
geven aan vaak vele honderden ambtenaren. In een kabinet zitten
vaak ook enkele ministers die geen eigen ministerie hebben. Behalve
hoofd van zijn eigen departement is een minister lid van het kabinet.
● President
- Hij is niet alleen voorzitter van de ministerraad, hij is ook in het
bijzonder belast met de coördinatie van het regeringsbeleid. Daarnaast
is hij het gezicht van het kabinet. Bovendien vertegenwoordigt hij
Nederland in de Europese Raad van regeringsleiders
● Parlement(Eerste en Tweede Kamer)
- De volksvertegenwoordiging in een democratie noemt men een
‘parlement’. In Nederland heet het parlement de Staten-Generaal. De
Staten-Generaal bestaat uit twee kamers: de Tweede Kamer en de
Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden heeft
de Tweede Kamer meer rechten dan de Eerste Kamer.
2
,Het parlement heeft drie belangrijke taken:
- Het parlement maakt samen met de regering wetten. Hieronder gaan
we uitvoerig in op de gang van zaken bij wetgeving.
- Het parlement controleert de regering namens het Nederlandse volk bij
de uitvoering van wetten en bij alle andere activiteiten.
- Het parlement vertegenwoordigt de kiezers: parlementsleden moeten
contact met de kiezers houden en de ‘volkswil’ in het overheidsbeleid
tot uitdrukking brengen.
● Gemeenteraad
- Wordt door de inwoners van de gemeente gekozen en heeft 3
belangrijke taken
- Ten eerste stelt de raad de grote lijnen vast voor het beleid van een
gemeente.
- Ten tweede controleert de raad of het college van burgemeester en
wethouders zijn bestuurstaken goed uitvoert.
- Ten derde is het de taak van raadsleden om de inwoners van de
gemeente te vertegenwoordigen.
● Burgemeester
- De burgemeester is voorzitter van zowel het college van b. en w. als de
gemeenteraad. Als voorzitter van het college heeft de burgemeester
stemrecht. Als voorzitter van de gemeenteraad heeft de burgemeester
geen stemrecht. Hij kan wel in de vergadering van de raad aan de
discussie deelnemen. De burgemeester is verantwoordelijk voor de
handhaving van de openbare orde en de veiligheid in de gemeente en
heeft een aantal beheersmatige portefeuilles, bijvoorbeeld de
bestuurlijke organisatie en automatisering.
● College van B&W (burgemeester en wethouders)
- Het college van burgemeester en wethouders vormt het bestuur van de
gemeente. De burgemeester is de voorzitter van het college van b. en
w. Het aantal wethouders is evenals het aantal raadsleden afhankelijk
van het aantal inwoners van de gemeente: minimaal twee en maximaal
negen. Het college heeft eigen bestuursbevoegdheden op grond van
allerlei landelijke wetten en regelingen.
● Provinciale staten
- Provinciale Staten zijn vergelijkbaar met de Tweede Kamer of de
gemeenteraad. Zij zijn het hoogste orgaan van de provincie en bepalen
in hoofdlijnen wat de provincie doet. De vergaderingen van Provinciale
Staten zijn openbaar, iedereen kan erbij zijn. Ze worden gehouden in
het Provinciehuis in de hoofdstad van de provincie en worden
maandelijks gehouden.
● Waterschappen
- De provincie heeft ook de zorg voor de provinciale waterhuishouding.
Ze houdt toezicht op de waterschappen. Die zorgen ervoor dat het
waterpeil niet te hoog of te laag wordt en de kwaliteit van het water
goed is. Naast deze ‘natte waterstaat’ is de provincie verantwoordelijk
voor de ‘droge waterstaat’. Dat is de aanleg en het onderhoud van
provinciale wegen, bruggen en viaducten. En de provincie controleert
of het water in recreatieplassen én in zwembaden veilig en schoon
genoeg is.
3
, Staatsinrichting –Europese Unie
● Europese Commissie
Het dagelijks bestuur van de EU is de Europese Commissie. De Commissie bestaat
uit 28 personen. Elk EU-land benoemt één commissaris voor een periode van vijf
jaar. Eén van die 28 commissarissen is de voorzitter. De voorzitter houdt de grote
lijnen van de EU in de gaten en zit de vergaderingen van de Commissie voor. De
commissarissen treden niet namens hun eigen land op. De Commissie staat dus als
het ware boven de afzonderlijke landen en kan alleen in haar geheel naar huis
worden gestuurd als twee derde van de leden van het Europees Parlement dat wil.
De Commissie heeft vier belangrijke taken:
- Ze doet wetsvoorstellen aan andere instellingen van de Europese Unie
die hierover moeten beslissen. Dat zijn de Raad van Ministers en het
Europees Parlement. Alleen de Commissie mag wetsvoorstellen doen.
De Raad en het Parlement kunnen de Commissie hier om vragen.
- Ze moet controleren of de regels en de verdragen van de Unie worden
uitgevoerd of nageleefd. De Commissie kan lidstaten die niet aan hun
verplichtingen voldoen voor het Hof van Justitie van de EU brengen.
- Ze moet besluiten van de Raad van Ministers uitvoeren.
- Ten slotte beheert de Commissie ook de financiën van de EU.
● Raad van Ministers
De Raad van Ministers bestaat, zoals de naam al zegt, uit de ministers van alle
lidstaten. Het zijn zogenoemde vakraden. Dat betekent dat de samenstelling van de
Raad verandert al naar gelang het onderwerp dat aan de orde is. De ene keer
komen bijvoorbeeld de ministers van landbouw bij elkaar, de andere keer de
ministers van verkeer. Om de beurt is een land een halfjaar lang voorzitter van de
Raad. Een voorzitter kan deze positie gebruiken om bepaalde zaken aan de orde te
stellen. De Raad is de belangrijkste instelling van de EU als het gaat om het nemen
van besluiten. Maar de Raad bespreekt alleen voorstellen die van de Europese
Commissie komen.
De Raad heeft drie belangrijke taken:
- De Raad neemt bijna alle besluiten over Europese wetten en regels. In
de meeste gevallen doet de Raad dit samen met het Europees
Parlement.
- In de Raad wordt het beleid van de verschillende lidstaten op elkaar
afgestemd, bijvoorbeeld als het gaat om zaken waar de lidstaten nog
grotendeels zelf over beslissen of zaken waarin de lidstaten een
zekere vrijheid hebben in de uitvoering van Europese wetten.
- De Raad draagt de Commissie op om besluiten uit te voeren.
● Europese Raad
- De Europese Raad, niet te verwarren met de Raad van Ministers,
bepaalt wat de belangrijkste doelen van de EU zijn. De Raad bestaat
uit de regeringsleiders van de lidstaten en komt ongeveer vier keer per
jaar bij elkaar, samen met hun ministers van buitenlandse zaken. Deze
bijeenkomst heet de Europese Raad, maar wordt ook wel Eurotop
genoemd.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dorisvanderlee. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.