- blijvende reflexen
- voorbijgaande of archaïsche reflexen: enkel zichtbaar in eerste weken/maanden na de geboorte (zoek
en zuigreflex, loopreflex, grijpreflex)
Adualisme: Piaget, het ontbreken van dubbelheid --> het kind kan geen onderscheid maken tussen eigen
subjectieve gewaarwording en dingen uit de buitenwereld die daar aan de basis van liggen, er is geen subject-
objectsplitsing
Zintuigen:
Zintuig Ontwikkeling
Tastzin Goed
Temperatuurzin Goed
Smaak en reuk Goed
Gehoor Behoorlijk
Gezichtzin Moeilijk
,Zicht:
Een kind van twee maanden:
- hoofkleuren onderscheiden
- heeft dieptezicht
- gevaar van diepte kent hij nog niet
Elementaire leerprocessen:
- habituatie: het geleidelijk wennen aan herhaldelijk terugkerende prikkels
- klassieke conditionnering: prikkels of gebeurtenissen die herhaaldelijk samen voorkomen onbewust
met elkaar associeren zodat de ene als signaal ervaren wordt
- operante conditionering: gedrag dat regelamatig gevolgd wordt door een beloning wordt hiermee
geassocieerd, het gedrag zal dn vaker gesteld worden
- sociaal leren: navolging van een volwassen model
evolutie motoriek in stadia:
1) kijkstadium (0-3 maanden): gerichte besturing van oogspieren en haldspieren makt het mogelijk de
blik beter te richten naar een bepaald voorwerp
2) grijpstdium (3-6 maanden)
3) zitstadium (6-9 maanden)
4) kruip en optrekstadium (9-12 maanden)
5) loopstadium (12-15 maanden)
sensomotorische ontwikkelingstadia: Piaget, het kind is enkel in staat om motorisch te reageren op zintuiglijke
indrukken
stadia:
1) ongecoördineerde reflexen (0-1 maand): aangeboren sensomotorische reacties
2) primaire circulaire reacties (1-4 maanden): herhalen van een gedrag om de ermee samenhangende
lichaamsgewaarwording weer op te roepen
3) secundaire circulaire reacties (4-8 maanden): herhalen van gedrag om de effecten die dat
teweegbrengt in de buitenwereld weer op te roepen
4) intentioneel handelen (8-12 maanden): gekend gedrag gebruiken in een nieuwe situatie om er een
beoogd effect mee te bereiken
----- babytijd
5) tertiair circulaire reacties (12-18 maanden): variaties uitprobere in het gedrag met het oog op het
tevoorschijn roepen van nieuwe effecten
6) mentale voorstelling (18-24 maanden): innerlijke beelden gebruiken om een bepaald effect te
bereiken
Taalontwikkeling: prelinguale periode 4 stadia:
1) geïnteresserd in menselijke stemgeluiden, actieve taalgebruik is beperkt tot huilen (tot 6 weken)
2) vocaliseren, het kind makt geluidjes korte of langgerekte klinkers ( 2 maand)
, 3) vocale spel, vocale producties zijn complexer medeklinkers vormen klankgroepjes (vanf 4 maanden)
4) brabbelfase, polyglotte taalontwikkeling maakt plaats voor een monoglotte ontwikkeling die
gemodeleerd is naar moedertaal (rond 7-8 maanden)
vanaf 8 maanden kan het kind eenvoudige opdrachten en boodschappen begrijpen
eerst woordjes rond leeftijd van 1 jaar
Sociale persoonlijkheidsontwikkeling
- rond 3 maanden ontstaat een hechtere band met de vaste verzorgers
- rond 8 maanden kan het kind in paniek raken wanneer verzorger tijdelijk uit het zicht verdwijnt
- rond 6-8 weken glimlacht het kind naar een menselijk gezicht = sociale glimlach, glimlach met
passende geluidjes en gelaatexpressies = contactglimlach
- vanaf 3 maanden wordt de snelheid van de glimlach bepaald door de mate waarin het kind vrtrouwd is
met het gezicht
- 8 maanden: vreemdenangst en scheidingsangst
- Einde 3de trimester: neemt het kind zelf initiatief om contact uit te lokken
Hechtingstheorie (Bowlby):
Toont aan hoe hechting tot stand komt
1) Eerste 2-3 maanden: voorhechtingsfase
2) 2 tot 6-8 maanden: beginnende gehechtheid: kind begint anders te regaren op vreemde gezichten
3) Halfweg eerste jaar tot peutertijd: feitelijke gehechtheid: zeer hechte band met één of een paar
personen, wie voor het kind het meeste boeid is doorslaggevend deze persoon geeft het meeste blijk
van sensitieve responsiviteit
Kernconflict van de babytijd (Erikson):
Oraal-sensorische fase: het kind beleeft een fundamentele vertrouwencrisis = het kind moet leren om het
wantrouwen dat de overgang van prenatale omgevin gnaar buitenwereld met zich meebracht, te overstijgen en
om te buigen naar een vertrouwensvolle toewending.
- Grotere toename in lengte dan in breedte
- Gebruik skeletspieren:
Grove motoriek: vlot leren lopen en tegelijk andere dingen doen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lynncorthouts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.