Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Klinische Neuropsychologie H1 t/m 13 + hoorcolleges €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Klinische Neuropsychologie H1 t/m 13 + hoorcolleges

 14 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Klinische Neuropsychologie H1 t/m 13 (Kessels, Eling, Ponds et al.) + hoorcolleges

Aperçu 4 sur 75  pages

  • Oui
  • 23 février 2022
  • 75
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
H1
Hippocrates: gedrag en hersens verbonden
Grieken/Romeinen: lichaam is samenstel van elementen
Renaissance → meer wetenschap en empirie
Descartes: lichaam (res extensa)/geest (res cogitans) dualiteit in pijnappelklier, radicale
twijfel, cogito ergo sum)
Clinicoangatomische methode = uitvalsverschijnselen bestuderen bij hersenletsel
Grieken: 3 zielen:
- Vegetatieve
- Dierlijke
- Rationele (psychikon hegemonikon)
Alleen mens bezit alle drie
Lokaliseren geest volgens Plato in hersens, Aristoteles in hart
Eerst ventrikels kandidaat voor plek van geest:
- Eerste cel: zintuigen komen binnen (sensis communis)
- Tweede cel: beeldvorming
- Derde cel: opslag beeld (memoria)
Vroeger heette persoonlijkheid karakter
Aristoteles: fysiognomie = interpretatie van het gelaat: totale uiterlijk werd gezien als
weerspiegeling van karakter
Gall kon zich hier niet in vinden, & Spurzheim → Frenologie
Gall: cortex cruciaal voor functies en bepaalde functies hebben strikte localisatie
Gall: organologie/kraniologie = alle psychologische functies aangeboren, aparte organen
voor iedere cognitieve functie, functies niet in binnenkant maar buitenkant hersens (cortex)
in tegenstelling tot wat voorheen gedacht werd, dat cortex niks meer dan
voeding/bescherming was. Mensen kunnen verschillen in aanleg. Meer aanleg → grotere
hersens in dat gebied → bobbel. Gall had dus materialistische visie maar geloofde wel in de
ziel.

Flourens onderzocht laesie bij duiven, Lashley ging hiermee verder
Bouillaud eens met Gall dat taal in voorste gebied hersens licht en functies gelokaliseerd zijn
= ‘clinicoangatomische methode’. Later bleek taalproductie iets meer aan zijkant te zitten
(gebied van Broca: sequentie van klanken produceren die passen bij een woord). Alleen
linkerkant bleek taalproductie te doen (meer zuurstof dan rechterkant). Op temporaalkwab
zit gebied van Wernicke (begrip van taal). Tussen 2 gebieden verbindingsbaan. Disconnectie
= laesie in verbindingsbaan.

John Locke: empirisme, geen aangeboren eigenschappen of kennis, tabula rasa, alles leren
door associatie = associationisme (Aristoteles)
Hughlings-Jackson: uitval van taalproductie door laesie in Broca’s gebied betekent niet persé
dat daar de functie ligt

Holisme
Marie: niet meerde vormen van gelokaliseerde afasie,
Monakow/Freud: geen zelfstandig werkende centra, maar velden/gebieden met overlap en
samenhang = holisme
Gestaltbeweging = geheel is meer dan som van delen

,Goldstein: abstracte attitude
Nooit sprake van volledige lokalisatie, maar natuurlijk wel in beperkte mate,
Juiste balans tussen lokalisationisme en holisme:

Luria: hersens zijn een complex systeem met subsystemen met eigen bijdrage aan de
gezamenlijke activiteit. Hersens veranderen door leren. Hersens flexibel en adaptief →
mensen kunnen dus op basis van
symptomen geen conclusies trekken over
verantwoordelijke subsystemen. Ieder
hersengebied kan wel gekoppeld worden
aan 1 of meer functies.
Luria veronderstelde lokalisatie van
functies. Bij iedere mentale functie alle 3 eenheden betrokken:
- 1e: regulatie waakzaamheid/aandacht
- 2e: cognitieve informatieverwerking
- 3e: organisatie van gedrag
Stoornissen in de … worden met name veroorzaakt door:
- 1e: letsel in hersenstam, diëncefalon, en mediale gebieden
- 2e: letsels achter frisuur: posterieure gebieden laterale cortex
- 3e: letsels voor frisuur: motorische, premotorische en frontale cortex
In ieder van deze eenheden kan onderscheid tussen primaire (oppervlakkige fysieke
kenmerken), secundaire en tertiaire (diepe verwerking van betekenissen en consequenties)
zones gemaakt worden maar Luria deed alleen voor 2e en 3e eenheid.




Bij meeste mensen is linker hemisfeer taaldominant (door erfelijkheid)
Normaal gesproken interactie hersenhelften noodzakelijk, maar bij taal niet
Verwerking van primaire, secundaire en tertiaire zones zijn serieel

Rond 1960 neuropsychologie eigen tak
Geschwind ging verder op werk van Wernicke: disconnecties en dubbele dissociatie (functies
onafhankelijk als laesie op A, A aantast maar B niet en vice versa
Sperry: split-brain-operatie: bij ernstige epilepsie verbinding hersenhelften doorsnijden

,Na onderzoek bleek rechter hersenhelft ook beter te zijn in sommige functies

Fodor: ‘the modularity of the mind’ → legt lokalisatie van functies uit
Chomsky/Fodor: taal is aangeboren eigenschap, waarbij syntaxis vooral van belang is
We zijn ons nauwelijks bewust van die processen en hebben er geen invloed op, deze
processen heten modules P42. Duidelijk onderscheid tussen:
- Representatie: info die door module verwerkt kan worden of als output geleverd kan
worden
- Proces: berekeningen, computations, en transformaties die op representaties
uitgevoerd worden




Marr: bij cognitieve functie gaat het om omzetting van info (e.g. van klank naar betekenis)
De functie/systeem krijgt bepaalde input en levert output. Deze verwerking gaat aan de
hand van soort wiskundige algoritmes. De hardware die de verwerking uitvoert maakt niet
uit → ontstaan A.I. Marr ging uit van seriële verwerking
Agnosie = objecten niet herkennen
Na seriële verwerking de opvatting van neurale netwerken (parallel): parallel distributed
processing (PDP)

Emergente eigenschap = die vanzelf naar voren komt
Graceful degradation = als functie leert, daarna knopen beschadigt, valt niet hele netwerk
uit maar alleen deel van benodigde info
Content addressability = bij neurale netwerken kan klein deel van info gehele
geheugenspoor activeren (zien van paar letters → denken aan hele woord)
Nadeel model van neurale netwerken: erg beschrijvend maar niet verklarend


H2
Klinische veld van neuropsychologie begonnen in VS in begin 20 e eeuw
Franz was een van de eersten
In Nederland Grünbaum
Neuropsychologisch onderzoek is hypothesetoetsend en doorloopt diagnostische cyclus:
1. Klachtenanalyse: anamnese/heteroanamnese
2. Probleemanalyse: testonderzoek
3. Diagnosestelling: info stap 1 & 2 geïntegreerd → diagnose/conclusie
4. Indicatiestelling: noodzaak verdere diagnostiek of mogelijkheden bekijke
Bij elke stap formuleert psycholoog hypothesen
Tijdens cyclus kunnen hypothesen verworpen of bijgesteld worden

, Soms wordt niet hele cyclus doorlopen
Anamnese = belangrijk om info te verzamelen over aanwezige klachten/symptomen, verder
info over alle omringende zaken (huis, werk etc.)
Standaardvragenlijst volstaat niet want iedere casus uniek
Als iemand meer of minder klachten claimt dan in werkelijkheid te hebben → psycholoog
doet symptoomvaliditeitstest
Heteroamnese = wanneer patiënt niet in staat is volledig accuraat beeld te schetsen van
eigen ziektebeeld → raadplegen vrienden, familie etc.

Naast gesprekken en tests ook observaties. Belangrijk om tijdens test ook te observeren om
te zien hoe score tot stand is gekomen.
Gecomputeriseerde vragenlijsten makkelijker, sneller, maar soms minder betrouwbaar door
gebrek aan flexibiliteit en kwalitatieve observaties
Ook moet je observeren of afname van test wel gaat zoals het hoort
Daarna moeten scores, (hetero)anamnese, en observaties geïnterpreteerd worden. Uitkijken
voor redenatiefout: klachten staan niet gelijk aan stoornissen, en niet alleen oog hebben
voor bevindingen die hypothese bevestigen

Differentiaaldiagnostiek = kijken of klachten ook niet anders verklaard kunnen worden
Inhoud psychologisch rapport moet eerst met patiënt besproken worden, daarna mag pas
met team of verwijzer

Test:
- Betrouwbaarheid: nauwkeurigheid instrument
o Test-hertestbetrouwbaarheid: zelfde test op verschillende momenten
(correlatiecoëfficient) onder zelfde omstandigheden bij zelfde patiënt
o Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: overeenstemming tussen uitkomsten
van verschillende onderzoekers
- Validiteit: meet een test wat hij zou moeten meten?
o Face validity: lijkt het op het eerste gezicht te meten wat het moet meten?
o Inhoudsvaliditeit: is de vraag representatief voor het onderwerp dat men wilt
meten?
o Begripsvaliditeit/construct: mate waarin resultaat van test indicatie is van
het construct waarover je uitspraak wilt doen
o Criteriumvaliditeit: mate waarin test prestatie van een patiënt kan
voorspellen op een extern criterium P63
▪ Predictieve validiteit: hoe goed voorspelt test daadwerkelijk gedrag?
▪ Concurrente validiteit: vergelijking tussen neuropsychologische test
en ander instrument dat zelfde criterium meet
Ecologische validiteit = mate waarin test voorspelt hoe patiënt functioneert in zijn omgeving
(veronderstelling is dat deze vaak laag is omdat neuropsychologische tests vaak ver van
praktijk af staan)
RBMT & EST & BADS hebben wel hoge ecologische validiteit
Stoorfactor beïnvloedt uitkomst van test
Als te veel stoorfactoren → minder conventionele test
Onderpresteren = slechter presteren dat patiënt toe in staat is
Indicaties voor onderpresteren:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur abcdenizz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76449 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter