Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Filosofie €7,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Filosofie

 20 vues  0 fois vendu

Ik had een 16/20 voor dit vak!

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 26 février 2022
  • 42
  • 2018/2019
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (18)
avatar-seller
Zara24
SOWIESO OP EXAMEN :

- Wat heeft concreet mijn denken tijdens de voorbije lessen in beweging gezet? Beschrijf
de aanleiding en proces precies en wat het heeft veranderd!
- Wat heb ik geleerd tijdens de voorbije lessen (zowel mondeling als geschreven (cursus)?
Waaruit bestond dat geleerde (inzicht, morele regel, principe, les) en wat het bij jou heeft
veranderd?

DEEL 1 FILOSOFIE THE BASICS
Situering en legitimering
Filosofie - wijsbegeerte - sinds ongeveer 200 jaar een vak. Termen zoals nuttigheid, instrumentaliteit
en functionaliteit hebben betrekking op de praxis, het domein van het doen, handelen. Theoretische
domein is van het denken. Filosofie : denken.
Uitspraken doen op basis v denkactiviteiten = uitspraken die gebaseerd zijn op denkkaders waarover
ze op dat moment beschikken. Kwaliteit van uitspraken verbeteren?
- Enerzijds aandacht vestigen op kenmerken en kwaliteit van denkkaders.
- Anderzijds ervoor zorgen dat ’t denkproces, gebaseerd op denkkaders, zo bewust en helder
mogelijk tot stand komt.
We gaan ervan uit dat toekomstige SW’er kwaliteit moet hebben, dus drm filosofie.

Filosofie ook maatschappelijk/politiek functie; oefenschool voor vorming van burgers in democratie.
Aanscherpen oordeelsvermogen, zelfst. denken, argumenteren, dialogeren,…

Filosofie beschouwen vanuit twee perspectieven:
- Filosofie als product (in vele scholen wordt het gezien als product): theoretische kennis.
- Filosofie als proces: inzichtelijk handelen.

Margalit onderscheidt twee vormen van filosofen:
- ‘Dat-wil-zeggen filosofen’: explicateurs, uitleggers. Steunen op definities en algemene
beginselen. Voorbeelden zijn ondergeschikt aan uitleg.
- ‘Bijvoorbeeld filosofen’: illustratoren. Treffende vb’en staan centraal. Gebruiken die om
gedachten ‘treffend’ te maken en daaruit bedenkingen af te leiden.
In de praktijk lijkt onderscheid onrealistisch, maar zoals hij opmerkte is het een kwestie van stijlen in
het omgaan met filosofische kwesties. Wij kiezen, net zoals hijzelf, voor bijvoorbeeld filosofie.
DUS kunnen: algemene beginselen/opvattingen kunnen illustreren a.h.v vb, overgang tussen abstract
en concreet kunnen realiseren en uit elk vb een wijsheid (beginsel) kunnen halen.

Visie op professionaliteit
Goede visie hanteren voor het beroep.
Vb van student die op uitwisseling was en daar een mes kocht. Verkoper sloofde zich uit.
Wat kan dit vb ons leren? Iets over meesterschap. Meesterschap = goed zijn in je stiel. Is
meesterschap dan hetzelfde als een goede stielman zijn? Neen. Meester is stielman die zijn stiel zo
goed mogelijk uit voert, stiel zo goed mogelijk bemeesteren rekening houdend met alle factoren die
daarmee te maken hebben. Bv tevredenheid, techniek onder de knie krijgen, streven naar perfectie,

Ook rekening houden met menselijk aspect (citaat Aristoteles leert ons dat), nl rekening houden met
menselijke mogelijkheden en eigen karakter. Afwegingen maken, gebaseerd op ‘praktische wijsheid’.

KENNISMAKEN
Buigen voor een vraag

,Kennismaken is de kunst van de aandacht vestigen op interessante vragen. Studenten maken kennis
met opleiding en opleiding met hen. Maar hebben we elkaar wel genoeg te vragen? Interessante,
prikkelende vragen? Kennismaken veronderstelt interesse van weerskanten.

Heimspeki. Naar de wereld kijken
‘Filosofie’ stamt af van 2 Griekse woorden :
- ‘Philos’ = vriend
- ‘Sofoi’ = wijsheid
➢ Samengesteld : vriend of liefhebber van de wijsheid. In Nederland ‘Wijsbegeerte’.

Heimspeki (Ijslands): Heim (wereld) en Speki (kijken-naar) = kijken naar de wereld.

Filosoferen is vragen stellen. Proberen uit te leggen en antwoorden zoeken. ‘Wat is mooi? Wat is
geduld?,…….’

Filosofie is oorsprong-kelijk denken
Bv de vraag ‘Wat dat kijken precies inhoudt’. Denken dat zoekt naar een oorsprong, naar
grondvesten, zijn bepalend kader, zijn essentie.
Dus: ‘Waar gaat dit eigenlijk over/ wat betekend dit?’
Filosofie = manier van kijken > vragende manier van kijken > kijken is een oorsprong-kelijke manier
van kijken.
Accentueert wens en behoefte om greep op de wereld en werkelijkheid te krijgen. Oorsprong-kelijk
denken is denken dat teruggaat naar zijn oorsprong. Door oorsprong te lokaliseren kan men het
geheel van het parcours of traject in kaart brengen. En het een plaatsje geven in de totaliteit van de
wereld.

Bewegingsprincipe filosofie: oriënterende en aftastende manier van denken die een beeld van de
dingen tracht te krijgen door, in eerste instantie, te kijken naar de oorsprong. Door oorsprong bloot
te leggen, doet men aan ontgoocheling. Ont-goochelen.
- Het omkeren van dat wat een goochelaar doet; nl truc verborgen houden. ont-goochelen =
‘Waaruit bestaat truc? Wat is er verborgen?’
Vandaar dat filosofie soms onbehaaglijk gevoel geeft.

Oorsprong-kelijk denken is rode draad doorheen cursus. Voortdurend afvragen ‘Waarover gaat dit?’.
Vb van oorspronkelijk denken : vier vragen van Immanuel Kant
- Wat kan ik weten?
- Wat moet ik doen?
- Wat mag ik hopen?
- Wat is de mens?

FILOSOFIE BASISKENMERKEN
Fundamentele eigenschappen
Welke vorm filosofie ook aanneemt, ze moeten allemaal aan criteria en voorwaarden voldoen
wanneer ze beoefend worden. Criteria dienen om ze te kunnen onderscheiden van andere
denkprocessen zoals ideologie/wetenschap en godsdienst.
Waaraan wijsgerige activiteit herkennen?
1. Principiële bereidheid om eigen formuleringen van vragen, antwoorden daarop en eigen
argumentatie/reden voor die formuleringen kritisch in vraag te stellen.
2. Respect voor standaarden voor rationele argumentatie.
3. Betrekking van de vraagstelling op ‘uiteindelijkheidsvragen’, op ‘ultieme’ vragen.
Uiteindelijkheidsvragen bv Is er leven na de dood? Lot (determinisme) of vrije wil?

,Wat betekend het?
1. Men vertrekt niet van vooronderstellingen die men onbetwijfelbaar acht en zelfs ondanks
redelijke tegenargumenten niet in vraag wil stellen (dogmatisme – kan je niet in twijfel
trekken). Vooronderstelling = niet-zichtbare aanname/uitgangspunt, niet
vermelde/verzwegen aanname. Doet beroep op 2de kwestie.
2. Men doet pas aan filosofie als men rationeel te werk gaat; probleemformulering/oplossing
moet afhangen van denkstappen die voor mogelijke gesprekspartners principieel
aanvaardbaar zijn. Rationeel te werk gaan, is op een logisch onderbouwde manier te werk
gaan. Logica is instrumentarium dat zorgvuldigheid en betrouwbaarheid in het kijken moet
brengen.
3. Gerichtheid op ultieme problemen (dit is te vergelijken met oorspronkelijk denken). Kenmerk
van ultieme vragen: men kan ze slecht tentatief/voorlopig behandelen, dwz in afwachting
van eventueel geschiktere onderz.methodes dan alleen kritisch onderz. Geschiktere -
methodes kunnen experiment en observatie of logische en wiskundig bewijs zijn.
Kernkwesties : ‘Wat is ….’ Bv een goed klimaat?

Filosofie is actief in diverse gebieden
Aristoteles: aan hem te danken dat er een grote systematisering is gekomen van ‘theoretische
activiteiten’. Hij onderscheidde theoretische activiteiten van praktische. Theoria: domein van
beschouwing, het nadenken.
Praxix: domein van handelen, het doen.

Hij onderscheidde nog de volgende domeinen. Domeinen van filosofie :
➢ Gebied van betekenissen (taalfilosofie)
Taalkundige activiteiten, oa betekenissen, relatie; taal – werkelijkheid, taal – denken.

➢ Gebied van ethiek (handelen, goed en kwaad, juist en fout, hoe het hoort/moet zijn)
Ethiek of moraalwetenschap: houdt zich bezig met kritische bezinning over het juiste
handelen. Probeert criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als
goed of fout kan worden gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze
handelingen te kunnen evalueren.
Nadenken over het juiste handelen.

➢ Gebied van kennis (epistemologie)
= kennisleer. De aard, voorw, soorten en oorsprong van kennis. ‘Wat is kennis en wat kan ik
weten?’.
Empirische kennis : kennis door zintuigelijke waarneming of ervaring. Door
observatie, metingen en testen.
Analytische kennis : verstandelijke of abstracte kennis, bekomen door nadenken.
➢ Gebied van de realiteit en buiten de realiteit (ontologie en metafysica)
Zijnsleer (bestaan) en leer van het bovenzinnelijke/buiten onze wereld.

Metafysica : meta en phusos
Meta = erna of erachter, boven of over. Bv meta-cognitie is denken over het denken. Meta-
positie is positie achter of boven de positie
Pusos = ‘worden’ of alles wat beweegt, tot stand kont, etc. Alles wat voortdurend in
verandering is, wat continue ‘wordt’ of aan het worden is.
Metafysicoa is alles wat einige relevantie met de zichtbare wereld mist. Beweringen die
‘boven’ of ‘achter’ de wereld hangen. Beweringen over bv god en de ziel. U afvragen of wij
mensen en wereld geschapen zijn. uitspraken over de ‘geest’ of wezen van de dingen. Dingen
die ‘boven’ onze wereld hangen.

, Ontologie : ontos en logos. = Zijn en leer. = Dus zijnsleer. Kwesties over bestaan en realiteit.
! : in de continentale traditie van filosofie worden metafysica en ontologie als 1 grote
verzameling geizne. Onderscheid vooral gemaakt in Angelasaksische traditie.

➢ Gebied van Esthetica
= kunstfilosofie. Schoonheid en kunst. Bevindt zich grontendeeld buiten het rationele, dus
daarom filosofisch moeilijk. Net zoals geloofskwesties en godsdienst.
Logica: denkinstrumenten.

➢ Vele andere
Oa wetenschapsfil., wijsgerige antropologie, rechtsfil. Elke wetenschappelijke discipline heeft
zijn eigen filosofie: filosofie vd psychologie, ecofilosofie, etc.

Filosofie is de moeder van alles wetenschappen en van …
Met fil. probeert de mens helder en goed begrip te krijgen van de wereld om hem heen. In een
aantal andere domeinen gebeurt iets gelijkaardigs, maar verschilt op belangrijke punten.
Filosofie onderscheid zich in :
- Ideologie
= verzameling van ideeën over hoe je samenleving (interacties tussen mensen) het best
organiseert, vertrekkende vanuit bepaalde waarden (idealen). Ideoloog probeert principes te
bedenken aan de hand waarvan je mens en samenleving in hun totaliteit organiseert,
vooropstellende dat bepaalde waarden prioritair moeten worden gerealiseerd. Beperking v/e
ideologie zit in die keuze voor het vooropstellen van bepaalde waarden, die zolang je enkel in
die ideologie blijft denken, niet in vraag worden gesteld. = verschil met filosofisch denken.

- Religie/godsdienst
Houden zich oa bezig met het formuleren van ideeën over de relatie van de mens met het
‘al’, het geheel van alle andere dingen. ‘Al’ soms gepersonaliseerd tot 1/meer goden. !
Onderscheid met fil. is dat religie en godsdienst zich hoofdzakelijk baseren op elementen die
buiten rationele argumentatiestandaarden staan. Elementen zijn aannamen op basis van een
geloof en maken gebruik van ‘openbaringen’ en contact met het ‘bovennatuurlijke’ bij het
onderbouwen van ideeën en uitspraken.
Hoofdzakelijk is er tegenstrijdigheid tussen verstand – geloof. God en religie zijn kwesties van
geloof. Fil. en rationeel denken zijn een kwestie van kennis en weten. Om van weten en
kennis naar geloven te gaan moet je een sprong maken. in hoeverre kan als rationeel mens
besluiten om te geloven en sprong te maken?
Daarom : fil. en godsdienst vertrekken vaak vanuit dezelfde fundamentele vragen.

Fil. heeft proberen antwoorden en baseerde zijn antw. op rationele criteria. Antwoorden op
die vragen in fil. hebben daarom een eerder voorlopig karakter. Godsdienst vertrekt vaak
vanuit diezelfde vragen, maar antw. zijn gebaseerd op geloofsgrond en niet op rationele
gronden. Daarom, zegt Locke, dat je niet kan discuteren over geloofskwesties op basis van
rationele gronden. Geloofsgronden maken elke discussie en rationele argumentatie
onmogelijk. Begin er niet aan.

- Wetenschap
A.h.v wetensch probeert mens tot meer inzichten te komen in de werkelijkheid. Wetensch
heeft specifiek object en een welomschreven methode, werkt op ‘accumulatieve’ manier aan
kennis. = werkt steeds verder aan stand van zaken in een bepaald kennisdomein bv
scheikunde, mechanica,… waar zijn voorganger waren beland. Kennis en inzichten omtrent

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Zara24. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté