Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Onderzoeksmethoden 1 OMT samenvatting 85% op examen tim vantilborgh €4,69
Ajouter au panier

Resume

Onderzoeksmethoden 1 OMT samenvatting 85% op examen tim vantilborgh

 14 vues  1 fois vendu

ik behaalde 85% op mijn examen met deze samenvatting

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 8 mars 2022
  • 48
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
LAVADESTE
Onderzoeksmethoden


1. Les1: Psychometrie

1.1 Is dit een psychologische test?
inktvlek Rorschach-test. Is dit een psychologische test?
→Ja




Kleurenblindheid test. Is dit een psychologische test? Mensen twijfelen vaak omdat we niet iets
‘psychologisch’ maar iets visueels/medisch meten maar jawel, het voldoet aan alle kenmerken van
een psychologische test en het wordt ook gebruikt door psychologen. Psychologen gebruiken vaak
testen die sensorische processen meten: zicht, gehoor, tast,.. omdat die vaak gelinkt zijn aan mentale
processen. Dus dit is eigenlijk wel en psychologische test.

Flairs grote seksisme-enqûete: is dit een psychologische test? Veel
mensen twijfelen opnieuw omdat dit geen goede test lijkt. Een test in
de Flair is niet echt wetenschappelijk onderbouwd . maar eigenlijk is dit
wel een psychologische test. Het voldoet aan de basis kenmerken en
het meet een fenomenen waar psychologen in geïnteresseerd zijn:
seksisme. Het is geen goeie test, maar het is wel EEN test.


Uitspraken die je mening vragen. Je moet 1 van de 2 opties
kiezen. Dit is een psychologische test. Dit meet iets specifieks:
je attitude tov autoriteit. De test is een goede voorspeller voor
het al dan niet stemmen op Donald Trump of Hillary Clinton. Mensen die een positieve
atttitude hebben tov autoriteit hadden een hoge kans om te stemmen op Trump. Bij dit
soort test krijg je stellingen waaruit je kan kiezen welk je antwoordt . deze wordt vaak
gebruikt binnen psychologisch onderzeoek (komt vaak voor)
Psychologische tests spelen een rol in wetenschappelijk onderzoek. Ze willen gddrag van
mensen verklaren.

1.2 De eerste pscyhologische test die jullie afleggen

Vanaf we geboren zijn hebben we meteen een psychologische test afgelged= de Apgar-test. Komt van de bedenker van de test. Het meet 5
kenmerken (BV: activiteit kind, polsslag, grimas, huidskleur, ademhaling). Je krijgt een score van 0-2. Men neemt de som van de scores en je
resultaat ligt tussen 0-10. Als je score heel laag is wordt dit gebruikt om te beslissen welke verdere stappen men neemt: een arts roepen,… je kan
ook verder opgevolgd worden om te zien of er geen ontwikkelingsstoornissen optreden.
Psychologische testen zijn zodanig verweven in ons leven dat we ze onbewust voortuderend tegenkomen. Ze spelen een grote rol in ons leven, we
komen er allemaal mee in aanraking en ze kunnen vergaande gevolgen hebben. op latere leeftijd als je een lage score had, kom je mogelijk in
aanmerking voor onderzoek naar ontwikkelingsstoornis.

1.3 Vergaande gevolgen van psychologische testen

BV1: in USA wordt een psychologische test van jou afgenomen als je ter dood veroordeeld wordt (intelligentie test). Want in het wetboek staat: als
je heel laag scoort op de test mag je niet geexcecuteerd worden. Je leven hangt af van je resultaat (<70 op de IQ test dan word je niet
geexcecuteerd). Je wilt dan wel dat de afgenomen test een goede test is. Er zitten altijd meetfouten in test waardoor je behaalde score kan
veranderen naarmate men de test herhaaldelijk afneemt. Ook dat de score die je bekomt niet 100% accuraat is mbt wat je probeert te meten.
Kwaliteit van een test is dus zeer belangrijk.

Je hebt een enorme verantwoordelijkheid als psycholoog <welke en hoe je een test selescteert om een bepaald probleem te gaan onderzoeken. Je
moet een goede van een slcehte test kunnen oondersxheiden.

1.4 Worden psychologische testen goed gebruikt?

BV2: testen worden niet alrijd goed gebruikt. Toen Trump net president was geworden kwam er in de media dat zijn arts van hem een test had
afgenome. Hij testte zijn menaler fitheid en fysiek ahv een vragenlijst, de ‘mokka test’. De arts claimde dat de president in prima mentale staat was,
er is dus geen nood voor zorgen. De test bleek een te zijn om tekenen van dementie op te sporen. Als je hierop goed scoort heb je geen tekenen



1

, van dementie, het wilt niet zeggen dat je mentaal scherp bent… Dit was wel de uitspraak van de arts. Dit vormde een probleem want de test werd
niet gebruitk waarvoor ze bedoeld was. Je doet een iterpreattie van de resultaten die niet in lijn zijn met wat de test meet → dit is een probleem
voor de validiteti/interpreattie van de test.
Ze worden gerbuikt om onderzoek te doen naar verschillen tussen personen, binnen personen of tussen groepen.

1.5 Het belang van psychologische testen voor jou

De psychologische testen worden gebruikt in wetenshcappeijk onderozeke, om dingen te meten. Testen vormen een basisinstrument voor
psychologen, behoren tot het instrumentarium. Kwaliteit van de testen moet je dus goed inschatten. We focussen ons op de ‘psychometrie’ en dat
is de wetenschappelijke studie van de kwaliteit van psychologische testen.

Er is een verschil tussen psychologische testen en assessment.
• Testing= we gaan een psychologische test afnemen bij een persoon, we bekomen een score/resultaat dat we interpreteren
• Assessment= is complexer. Als je als psycholoog iemand over de vloer krijgt en je moet de problematiek inschatten van die persoon dan
zal je waarschijnlijk meerdere psychologische testen afnemen van die persoon maar je zal er ook gesprekken mee hebben, observaties,
gesprekken met mensen uit hun omgeving om zo een globaal/holistisch beeld te vormen van de problematiek waarmee die persoon
kampt. Deze psychologische testen zijn hierbij maar een klein onderdeel van het hele proces.
In dit vak focussen we ons minder op assessment maar meer op de testing

1.6 Wat zijn psychologiche testen?
Een psychologische test is een systematische procedure om het gedrag van 2 of meer personen te vergelijken (inter-individuele verschillen) of om
het gedrag van een persoon op verschillende momenten te vergelijken (intra-individuele verschillen). Psychologische testen moeten niet
noodzakelijk schriftelijk zijn, het kunnen ook experimenten in een labo zijn.

KENMERKEN:
• Ze gebruiken gestandaardiseerde procedures (systematiek in hun wijze)
• Ze vertellen iets over gedrag, leveren een staal van gedrag op
• Ze leveren testscores op
• Ze maken gebruik van normen om ze te interpreteren
• We gebruiken ze om te voorspellen hoe je je voelt/ gedraagt buiten de test

Gestandaardiseerde procedures
We gebruiken een systematische procedure om een aantal zaken te doen.

1) Systematiek in het kiezen van de vragen/ items. Een item is één specifieke taak/vraag die ondereel is van de test. Onderzoekers gebruiken een
procedure om tot een selectie te komen van een aantal vragen.

2) systematiek in het afnemen van de test. Bv: veel intelligentietesten hebben
een Digit Span- test. Dit betekent dat we een reeks cijfers geven (bv:
2,8,5,6,7,0,…) en die reeks wordt langer en langer. Deze reeks wordt
voorgelezen en de proefpersoon moet deze herhalen, het is een geheugentest.
Het is belangrijk dat je deze reeks van cijfers op een bepaalde manier aanbiedt.
Je kan dat doen door elk cijfer voor te lezen (2,8,5,6,7,0) of door het voor te
lezen in grote getallen (285, 670). Je combineert cijfers waardoor het
makkelijker wordt om ze te onthouden. Ook kun je je tempo variëren door
trager of sneller te spreken. De wijze waarop je de test aanbiedt speelt een zeer
grote rol. Bij elke testafname moeten deze kenmerken hetzelfde zijn. Indien
het niet zo is kun je je proefpersonen niet vergelijken .

3) systematiek in de interpretatie van de score. Men maakt vaak een verschil
tussen objectieve en subjectieve scoring.
• Objectieve scoring: een aantal vragen en telkens antwoordopties.
Wanneer de proefpersoon deze test afneemt weten de onderzoekers hoe ze
deze moeten evalueren. Men heeft op voorhand afgesproken welke score je
krijgt indien je die aantal antwoorden kiest.
Je neemt de test af, telt je scores op en de som van je scores is het resultaat. Dit




2

, systeem is objectieve scoring omdat je op voorhand een beeld hebt welke antwoordopties er zijn en welke resultaten gelinkt zijn aan de
antwoorden.
Voordeel: het maakt niet uit wie deze test interpreteert want elke psycholoog die deze test afneemt zou tot hetzelfde resultaat moeten komen
aangezien de antwoorden vast liggen. 2 dezelfde responsen zouden tot dezelfde score moeten komen.


• Subjectieve scoring: bv de Rorschach-test. Je krijgt een vlek te zien en men vraagt wat je er in ziet. Het antwoord hierop zijn oneindig, je
kan op voorhand het antwoord niet bepalen en je kan dus op voorhand ook geen score aan de antwoord opties toe kennen want je weet
gewoon niet welke antwoorden er zijn. Men werkt hierbij eerder et richtlijnen en
principes bv: als iemand een antwoord geeft waarbij men focust op het negatieve
gedeelte van de foto du de witte ruimte, dan ga je daaraan een interpretatie aan geven.
Dankzij de richtlijnen kun je tot een interpretatie komen. Nadeel: de richtlijnen zijn
subjectiever en kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Verschillende
psychologen kunnen de richtlijnen anders toepassen. 2 dezelfde antwoorden kunnen tot
een andere score komen.

Staal van gedrag
Een test bestaat uit een
beperkt/eindig aantal
items.
Deze test bestaat uit 4 items met telkens 2 antwoordopties. Je kan
zeggen dat als je een attitude echt goed in kaart willen brengen, je enorm veel
vragen moet stellen, want je wil alle aspecten in kaart brengen . in praktijk is
dat niet haalbaar. Je kan geen vragenlijst met 100 vragen voorleggen. We
moeten dus selectief zijn. Deze selectie is cruciaal want deze keuze moet een
representatief staal vormen van het algemene gedrag dat we meten. De items
moeten geen rechtstreekse afspiegeling zijn van hetgeen dat je tracht te
meten. Bv: stel je hebt een vragenlijst of iemand al dan niet depressief is en er
zit een vraag in die peilt hoeveel glazen water j e per dag drinkt. Je kan misschien denken ‘waarom zit deze vraag erbij? Dit heeft toch niets te
maken met depressie??’. Op het eerste zicht lijkt er inderdaad niets mee te maken. Maar stel dat we door onderzoek te weten zijn gekomen dat
depressieve mensen meer water drinken. In dat geval is het dus een goede vraag. Wat van tel is, is of een vraag een bepaald gedrag kan
voorspellen, niet of de vraag op het eerste zicht gelinkt is aan het gedrag.

Testscore
‘Als een fenomeen bestaat dan zal het in bepaalde maten bestaan’ ~ Thorndike
‘Als iets in bepaalde maten voorkom dan kunnen we het meten’ ~McCall
Met een test willen we een bepaald psychologisch fenomeen/kenmerk/construct gaan meten. Bv we willen met een test meten hoe je scoort op
intelligentie of creativiteit of depressie of… elke persoon bevat dit kenmerk in bepaalde mate en er zijn verschillen tussen de personen die we gaan
testen. Met onze testscore gaan we proberen inschatten in welke mate het kenmerk aanwezig is bij die persoon. We gaan er van uit dat iedereen
wel iets van dat kenmerk bezit, maar hoeveelheid verschilt. Wat hierbij belangrijk is is dat geen enkele test perfect is. Elke test heeft een meetfout.
Wanneer we deze hoeveelheid intelligentie in kaart willen brengen bekomen we een score maar za misschien niet volledig overeenkomen met het
werkelijke niveau van de intelligentie van die persoon. Dit idee wordt omschreven in volgende formule.
X= T+e

X= testscore die je observeert met je test
T= true score of werkelijke mate waarin het fenomeen dat we observeren aanwezig is in die persoon
e= error of meetfouten

wat bekom je? Je hebt een score <10 dat is de X en we hopen dat deze score zo dicht mogelijk bij de werkelijke waarde van de persoon ligt, dat is
de T. maar misschien heeft die persoon geen echte score van IQ 110 maar 105. Dus de true score is 105. Dit wil zeggen dat deze test deze persoon
zijn intelligentie had overschat. Dit is een positieve meetfout van 5 punten. Dus de formule luidt: 110= 105 + 5 . er moeten zo weinig mogelijk
meetfouten aanwezig zijn. De fout zal nooit 0 zijn.

Normen
Om een test te interpreteren zijn normen nodig. Je moet de score van een test juist interpreteren. Normen betekent dat men onderzoek deed,
men heeft de test afgenomen van een steekproef die representatief is voor een deel van de populatie. En men heeft al die resultaten van de
steekproef samengevat (dat vormt onze normwaarden) en we gaan jouw score vergelijken met die norm/ hoe mensen scoren op de test in het
onderzoek. En we bepalen of jouw score veel is of bovengemiddeld of normaal…
Niet elke test heeft normen!!! Hangt af van het doel van de test (dit is geen probleem). Bv men maakt een onderscheid tussen norm-referenced en
criterion-referenced testen.
• Norm-referenced test: je moet voor de test normen gebruiken om de score te interpreteren. Bv bij intelligentie test interpreteer je de
score om die te vergelijken met normwaarden van een steekproef die representatief is.




3

, • Criterion-referenced test: we gebruiken geen normen maar vergelijken we de score met een bepaald criterium. Zo kun je je examen
bekijken: jouw score vergelijken we met een bepaald criterium namelijk 50% halen op het examen. We vergelijken je niet met resultaten
van anderen maar met een criterium.

Gedrag voorspellen buiten de test
Het doel van een test is niet om te bepalen hoe mensen reageren/zich gedrag op de test zelf, maar we willen voorspellen hoe men zich gedraagt
buiten de test. Bv1: een depressie test afnemen: doel is niet ‘hoe antwoord jij op die test’ maar kunnen voorspellen ‘ben je depressief buiten deze
context’. Bv2: Rorschach test: stel je interpreteert de vlek als ‘er zijn 2 ogen die mij aanstaren’ dan kan de psycholoog dit interpreteren als ‘deze
persoon is paranoïde’ en met die interpretatie wil men niet omschrijven hoe die persoon reageert op de test zelf maar een omschrijving geven hoe
die persoon zich gedraagt buiten die test . een uitspraak over mogelijk gedrag eens je terug in de buitenwereld komt .



2. Les 1: geschiedenis van psychologische testen
Men begint vaak met een periode beginnend in 1870 (begin van experimentele psychologie). Hierin gebeurden vele ontwikkelingen die de oorzaak
waren van het ontstaan van meer moderne psychologisch testen. De 2de periode rond de eeuwwisseling 1900-1911 worden de eerste moderne
intelligentie testen ontwikkeld door Binet & Simon.
In de 20ste eeuw waren er evoluties versneld door de wereldoorlogen I en II. Deze hadden een impact op HOE psychologische testen werden
gebruikt in het dagelijkse leven.
Dit wilt niet zeggen dat er voor 1879 geen testen waren.

1.7 Vroege vormen van testing
De geschiedenis geeft inzicht in de oorsprong van bepaalde praktijken. Sterkten en zwakten worden vaak duidelijk in hun historische context.
Intelligentietests voorspellen goed mislukkingen op school. (dat was oorspronkelijk hun enige reden).
Wanneer we het hebben over psychologische testen kan men zeggen dat de eerste sporen van psychologische testen terug te voeren zijn naar
2200 v.c. Namelijk: in China was er een testmethode om ambtenaren op hun capaciteiten te testen. Ambtenaren kregen een examen met aantal
onderwerpen (civiel recht, landbouw, geografie, boekhouding, militaire strategie,...). deze test was heftig: 24u lange test, in een kleine afgesloten
ruimte. Men had toen ook al aandacht voor testomstandigheden. Het was een zeer moeilijke test 1-7% slaagde en zij konden doorgaan naar een
2de ronde etc. wie slaagde tot op het einde kreeg de hoogste functie in het keizerrijk. Dit is een vroege vorm van testing.
Doorheen de loop van de geschiedenis werd er vaak op psychologische testing gesproken/geschreven. Wat daarin naar voor kwam dat men
toepaste was ‘fysiognomie’ = men gaat een test hebben waarbij men psychologische kenmerken gaat afleiden o.b.v. hoe iemand eruit ziet/uiterlijk.
Bv: hoe die persoon zich gezicht eruit ziet. Aristoteles zei dat je een kenmerk kon afleiden vanuit het haar. Dun haar: zwak gestel, minder moedig.
Dik haar: iemand met sterk gestel, die zich zeker voelt etc. fysiognomie keert vaak terug. Een van de bekendste hiervan is de frenologie:
psychologische kenmerken afleiden van de knobbels op je hoofd. Bepaalde bulten zegt iets over jou want een bult betekent een sterk ontwikkelde
hersenen.de frenologie duurde lang tot experimentele psychologen tot die techniek ongebruikt raakten.

1.8 Experimentele psychologie
De echte oorsprong van psychologische tests vindt men terug aan het einde van de 19de eeuw. Startpunt van moderne psychologische tetsing.
Experimentele psychologen hadden zaken gemeenschappelijk: afzetten tegen subjectieve methoden (introspectie) die wetenschappers voordien
gebruikte m.b.t. de menselijke geest. Dus zij gingen experimenten opstellen en reproduceerbare, objectieve methoden gebruikten. Ze
ontwikkelden laboratoria om deze toe toepassen. Ze focusten ze zich op eenvoudige sensorische processen en lichamelijke kenmerken.om die
zaken te meten hebben ze instrumenten ontwikkeld (van brons, koper. Vandaar ‘het bronzen tijdperk’ van de testing) .
Er waren een aantal belangrijke namen: Wundt, Cattel Galton, Wissler.
• Wundt: eerste psychologisch labo gestart 1879 in Leipzig. (startdatum periode). Hiervoor was hij wel al bezig met
psychologisch testen te ontwikkelen om mentale processen te meten. Bv: gedachtenmeter: een klok met slinger. Aan de
slinger waren naalden. Wanneer die slinger met zijn naald tegen het belletje ging komen (je hoort het) en onder die
slinger hing een meetlat. De taak was van de proefpersonen om te zeggen waar de slinger zich bevond op het moment
dat ze het belletje hoorden. Hij bepaalde hoe snel je mentaal proces was waarbij je de stimulus omzet in een antwoord:
mentale vlotheid. Hij was gefrustreerd omdat proefpersonen verschillenden van elkaar. Voor elk persoon is er een
snelheid van denken die nooit sneller kan zijn dan zijn mentale capaciteit, maar net zoals de ene stoommachine sneller
gaat dan de andere zien we ook dat de snelheid van gedachten verschilt van person tot persoon. Die individuele
verschillen is hij beginnen herkennen waarvoor hij een empirisch benadering is beginnen gebruiken, data verzamelt op
systematische manier zodat ander collega’s dit kunnen overdoen.
• Francis Galton: uit UK, geobsedeerd door meten. Veel studies waarbij hij dingen meet die absurd zijn (hoe vaak bewegen
kinderen achter schoolbanken op hun stoel). 1 specifieke interesse: erfelijkheid (zijn neef is Darwin) , intelligentie en
genialiteit. ‘Hoe komt het dat intelligentie wordt doorgeven van ene generatie op de andere?’. Hij kwam tot visies die in
die tijd wel courant waren en waarvoor hij momenteel veel kritiek krijgt: hij is voorstander van eugenetica (letterlijk: het
goed kweken van bepaalde kenmerken) zijn idee in die tijd: men ging ervan uit dat bepaalde kenmerken erfelijk zijn en dat kenmerken in
de maatschappij verdwijnbaar kunnen zijn (bv lage intelligentie, stoornissen,..) door die mensen verbieden kinderen te maken of
castreren. Vroeger werd dit aanvaard en toegepast, nu veel kritiek op gegeven. Om psychologische kenmerken in kaart te brengen deed
hij zoals Wundt veel onderzoek maar hij maakte daarbij een onderscheid tussen ‘antropometrie’ en ‘psychometrie’ (andere betekenis
dan begin les)
▪ Antropometrie: meten van lichamelijke kenmerken




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LAVADESTE. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,69  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté