Methodologie = kijkt naar de wijze waarop het proces van de wetenschapsbeoefening functioneert
(hoe hanteer je bijv. theorieën?) Kijkt dus niet alleen naar methoden en technieken om informatie te
verkrijgen.
Doelstellingen van het boek:
1. Kennismaken met de fundamenten en basisprocedures van sociaalwetenschappelijk
onderzoek.
2. Discussies binnen het sociaalwetenschappelijk veld kunnen volgen.
3. Vocabulaire leren die hoort bij het sociaalwetenschappelijk veld.
4. Kritisch omgaan met onderzoeksresultaten.
Doel sociaalwetenschappelijk onderzoek: theoretische kennis opbouwen over de samenleving.
1.2 Enkele voorbeelden
Voorbeeld 1: De opwarming van de aarde:
Klimaatverandering/opwarming van de aarde erg belangrijk in het publieke debat.
Uitstoot van CO2 wordt geprobeerd terug te dringen en de effecten van klimaatverandering
(zoals overstromingen) worden geprobeerd tegen te gaan/te verminderen.
In 2006/2007 2 documentaires of klimaatverandering:
- An Inconvenient Truth
- The Great Global Warming Swindle
Geven beiden met wetenschappelijk bewijsmateriaal aan hoe gevaarlijk de
klimaatverandering is.
Echter: nu veel kritiek omdat de rol van de mens bij de klimaatverandering erg beperkt zou
zijn.
Beide documentaires leiden tot verschillende wetenschappelijke standpunten ene groep
vindt de rol van de mens erg groot, de andere klein Gevolg: leidt wetenschap dan wel tot
de waarheid?
Demarcatieprincipe = wat maakt wetenschap tot wetenschap?
- Wat houdt wetenschappelijke kennis precies in?
- Op welke manier leidt wetenschap tot inzicht in de werkelijkheid?
Voorbeeld 2: De ‘War against crime’ in New York:
1990: New York als grote misdaadstad.
Komt volgens de broken window theory (Wilson & Kelling) = crimineel handelen is een
gevolg van een gebrek aan sociale normen en een gebrek aan controle om aan die normen te
conformeren.
- New York een anonieme stad, weinig sociale structuur dus weinig sociale controle op
criminaliteit, waardoor meer kans op criminaliteit.
- Oplossing: kleine criminaliteit zoals graffiti en bedelen tegengaan voorkomt dat
buurten verder verslechteren en nog meer criminaliteit aantrekken.
1
, Hiernaast zien we de broken window theory.
Burgermeester van New York past deze theorie
toe en meent dat daardoor de criminaliteit in
New York is afgenomen.
Is dit wel zo? Bestaat er een causaliteit verband
tussen de toegepaste broken window theory
van de burgermeester en de afnemende
criminaliteit?
3 voorwaarden om te stellen dat er causaliteit
is in de sociale wetenschap:
1. Er moet een statistisch verband zijn tussen
gebeurtenis A en gebeurtenis B.
2. Gebeurtenis A moet vooraf gaan aan gebeurtenis B.
3. Het statistische verband tussen gebeurtenis A en gebeurtenis B mag niet te wijten zijn
aan een derde gebeurtenis C die dat verband teweegbrengt.
Conclusie: criminaliteit nam (net zoals in andere steden) al af voordat het broken window
theory ingevoerd werd er is dus geen sprake van causaliteit.
Voorbeeld 3: Botsende beschavingen:
Huntington schrijft een artikel na de Koude Oorlog en voorspelt dat internationale conflicten
gekenmerkt zouden worden door culturele en religieuze kwesties.
Veel kritiek op zijn visie en stelling.
Huntingtons stelling houdt niet genoeg rekening met de specificiteit van conflicten.
Probleem: gebruiken we gevalsstudies om Huntingtons stelling te onderbouwen/tegen te
gaan?
Huntington stuurt juist met zijn hypothese dat er gekeken word naar de aard van de
conflicten. Hij stuurt met zijn hypothese je perceptie van de werkelijkheid.
Voorbeeld 4: Polls bij verkiezingen:
Rond de verkiezingen veel peilingen die meten hoe het ervoor staat. Op basis van
surveyonderzoek.
Lastig om de methodologische kwaliteit van zo’n poll te achterhalen: zijn de juiste vragen
gesteld? Hoeveel non-respons was er? Is de steekproef wel representatief voor de
bevolking? Wat is het betrouwbaarheidsinterval en wat is de foutenmarge?
Voorbeeld 5: de wetenschapper als bokser:
Franse witte socioloog gaat onderzoek doen naar 1 van de meest achtergestelde zwarte
wijken in Chicago door zich in te schrijven bij een lokale boksclub en daar de interacties die
hij ziet te noteren. Hij vertelt over de gettocultuur.
Kwalitatief onderzoek = de verzameling van benaderingen binnen de sociale wetenschappen
die niet hoofdzakelijk gebruik maakt van cijfermateriaal en bijbehorende statistische
analyses, maar zich bedient van andere vormen van data verzamelen, zoals participerende
observatie.
De ambitie is om door te dringen tot de drijfveren en motieven van menselijk handelen en dit
handelen op die manier binnen zijn concrete context proberen te begrijpen en te duiden.
Hoe zorg je voor een afstand tussen jou en het onderzoeksobject?
Voorbeeld 6: het verband tussen gamen en agressie:
2
, Discussie tussen voor- en tegenstanders van geweld in computerspellen.
Media-effectonderzoek = onderzoek naar de effecten van het kijken en praktiseren van
bepaalde media.
Erg moeilijk om het effect van geweld in computerspellen te onderzoeken Wat is agressie
precies? Wat veronderstellen we onder een gewelddadige game?
Problemen bij het onderzoek:
1. Er moet gekeken worden naar de betrouwbaarheid en validiteit wanneer je abstracte
termen als ‘agressie’ gaat onderzoeken. Er kunnen bijv. veralgemeningsfouten ontstaan.
2. Er hoeft niet per se causaliteit te zijn als er een statistisch verband is. Het verband kan
ook andersom werken.
3. Er wordt weinig rekening gehouden met intermediaire variabelen die het verband
mediëren of met kenmerken die het verband modereren.
4. Het is vaak onduidelijk op welke termijn (korte- of lange-termijn) effecten gesitueerd
moeten worden.
5. Is de onderzoeksgroep wel representatief voor de populatie die je onderzoekt? (Zijn in
dit geval eerstejaars psychologiestudenten wel representatief voor gamende jongeren?)
- Naturalistische validiteit = de mate waarin je bevindingen uit een gecontroleerde,
artificiële context kan doortrekken naar real life contexten.
1.3 De Wetenschappelijke aanpak
Wetenschappelijke inzichten zijn gebaseerd op het toepassen van regels en procedures die de
kwaliteit en het waarheidsgehalte van die inzichten maximaliseren.
Wetenschapsbeoefening wordt ook door normen en waarden gestuurd, zoals intellectuele
eerlijkheid.
Bij wetenschappelijk onderzoek moeten keuzes gemaakt worden (zoals: welke soort data
gebruiken we?) Al deze keuzes moeten beargumenteerd worden, en deze keuzes vormen het
sociaalwetenschappelijk onderzoek.
Methodologie = bevat het hele proces van wetenschapsbeoefening: van institutionele inbedding van
wetenschap over de epistemologische veronderstellingen tot de werkelijke onderzoekspraktijk.
Methode = het geheel van specifieke technieken die je in wetenschappelijk onderzoek gebruikt om
onderzoekseenheden te selecteren, er gegevens over te verzamelen, die gegevens te analyseren en
de resultaten te rapporteren.
Wetenschappelijke kennis is niet altijd betrouwbaar of waar.
Maar: wetenschappelijke kennis wordt wel getoetst, gebruikt methodes en basisprincipes, en
is daardoor over het algemeen betrouwbaarder dan lekenkennis.
Alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid:
1. Persoonlijke ervaringen
2. Populaire media
3. Ideologische overtuigingen/waarden
Deze bronnen kunnen niet concurreren met de kennis/inzichten die je op doet uit
wetenschappelijk onderzoek.
Persoonlijke ervaringen:
3
, Je kunt gaan overgeneraliseren = je ziet een verband in je omgeving, en trekt dit onterecht
door naar de werkelijkheid.
Er kan sprake zijn van selectieve observatie = je gaat speciaal letten op bepaalde mensen of
situaties en van daaruit veralgemeningen maken.
Populaire media:
De media kan hetzelfde fenomeen anders in het nieuws laten komen, waardoor de meningen
van mensen kunnen gaan verschillen op basis van wat ze in de media zien.
In de media wordt wetenschappelijke kennis vermengd met valse kennis (fake news),
waardoor we media kritisch moeten benaderen.
Ideologische overtuigingen/waarden:
Wetenschap verschilt van religie:
- Wetenschappelijke uitspraken lenen zich tot falsificatie. Wetenschappers passen bij
tegenstrijdig bewijsmateriaal hun inzichten over de werkelijkheid aan.
- Bij religie is het zo dat tegenstrijdig bewijsmateriaal standaard wordt gezien als onwaar.
De religieuze opvattingen zijn per definitie waar.
Racisme of seksisme wat onderzoek beïnvloedt.
Ideologische vooringenomenheid kan ook spelen als het om de interpretatie van
onderzoeksresultaten gaat.
1.4 Wat te verwachten van methodologie?
Bouwstenen van de methodologie:
1. Een theorie = coherent systeem van logische, consistente en onderling verbonden inzichten
die gebruikt worden om kennis over de werkelijkheid te organiseren.
- Theorieën op micro, meso en macroniveau:
Microniveau = (inter-) individueel niveau.
Mesoniveau = er tussen in (bijv. op niveau van organisaties en bedrijven).
Macroniveau = maatschappelijk niveau (sociale systemen, bijv. tussen landen).
2. Empirie = data of gegevens over de werkelijkheid met deze data kun je uitmaken of je
theoretische inzichten overeenkomen met de werkelijkheid.
- Kwantitatieve data = cijfers, statistieken.
- Kwalitatieve data = gegevens in de vorm van teksten, objecten, foto’s.
Hoofdstuk 2. Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur menkekuiper. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.