Traumato en orthopedie
Traumato en orthopedie
1. inleiding
• herhaling anatomie
• orthopedie versus traumatologie
orthopedie: diagnose, onderzoek en behandeling van
aandoeningen van steun- en bewegingsapparaat
vroeger: orthos en pais = recht maken van het kind, nu: de ganse bevolking
aandoening van steun- en bewegingsapparaat (standaardafwijkingen, pijn en
functiestoornissen)
aangeboren of verworven aandoeningen (traumata, infecties, ontstekingen, slijtage,
tumoren…)
steun- en bewegingsapparaat
bot en gewrichten
ligamenten, spieren, pezen
perifere zenuwen
weke delen
diagnose: lichamelijk onderzoek en technische onderzoeken
behandeling: conservatief of chirurgisch
traumatologie: onderdeel van de chirurgie dat zich bezighoudt met letsels
veroorzaakt door traumata
letsels treffen in hoge frequentie het bewegingsstelsel, maar ook andere
lichaamsdelen en organen kunnen gekwetst worden
2. definities
• contusie = kneuzing
letsel van de weke delen door een slag, val of stoot (huid, onderhuids weefsel, spier)
geen anatomische onderbreking
gepaard gaande met onderhuidse bloedingen
symptomen: pijn, zwelling, soms blauwe verkleuring van de huid (= ecchymose)
R / RICE
• ruptuur
, geheel of gedeeltelijke doorscheuren van een spier of pees
• distorsie = verstuiking, verrekking, verzwikking
overrekking van het kapsel of de ligamenten van een gewricht
onderscheid met een volledige scheur van de gewrichtsbanden is niet altijd duidelijk
symptomen: pijn, zwelling, functieverlies (bij volledige scheur / ruptuur treedt
instabiliteit op), (blauwe verkleuring)
R / RICE (eventueel punctie)
bloed in het gewricht door de scheur in het kapsel stapelt zich op en is pijnlijk
--> door bloed te evacueren door een punctie is er onmiddellijke pijnverlichting
het nut van gipsimmobilisatie is zeker niet bewezen en volgens verschillende
bronnen eerder schadelijk
• luxatie
gewricht gaat uit de kom (ontwrichting, dislocatie)
indien gecombineerd met een breuk: luxatie-fractuur of fractuur-luxatie
geen natuurlijke samenhang meer tussen gewrichtsoppervlakken
• fractuur
onderbreking in de continuïteit in het bot
iedere fractuur is een eigen entiteit met eigen diagnosemiddelen, therapeutisch
beleid, associaties en specifieke complicaties
behandeling beoogt het herstel van het beenderig letsel, maar ook van de
omgevende weke weefsels
--> het lidmaat in een zo kort mogelijke periode en met zo weinig mogelijke
complicaties terug in zijn oorspronkelijke staat te herstellen
3. indeling van fracturen
• volgens soort fractuur
traumatische fracturen: de uitwendige kracht is groter dan de weerstand van het bot
direct geweld
indirect geweld (door krachtverplaatsing fractuur op afstand)
inwendige kracht (hevige spiercontracties) = avulsie fractuur
Het is niet altijd duidelijk om het echte mechanisme van de breuk(en) te verklaren --> bij een val op
de uitgestrekte hand een indirect fractuur van de radiuskop of humeruskop
, spontane fracturen (insufficiëntiefracturen): de weerstad van het bot is algemeen of
lokaal verminderd --> slechts een geringe kracht nodig om het bot te breken
weerstand van het bot is verminderd (door osteoporose, botca)
een geringe kracht kan het bot doen breken
stressfracturen (vermoeidheidsfracturen): door repetitieve belasting ziet men een
barstje, maar daartegenover reeds heling vertoont, door onjuiste belasting
herhaaldelijk te zware belasting van het bot
kleine scheurtjes in het botoppervlak
trainingsarbeid > rust
• fracturen bij kinderen
elastische bot: soms buigstand- groenhoutfractuur (eerder buigen dan breken)
fracturen in de groeischijven: kraakbeen is minder weerstandig dan bot (=
epiphydiolyse)
--> verstoring van het groeimechanisme
• volgens vorm van het fractuur
Dwars --> meestal door direct trauma
Schuin --> meestal door indirect geweld
Spiraal --> altijd door inwendig geweld
Compressie --> spongieus bot wordt altijd samengedrukt door indirect geweld
Impactie of opstuiking --> diafyse in de spongiosa van de epifyse indringt
Avulsie --> door hevige spiercontractie wordt een deel van het bot afgescheurd
Fractuur-luxatie --> naast fractuur is er ook verlies van samenhang van het gewricht
• open of gesloten fractuur
het al dan niet onderbreken van de weke weefsels rond de fractuur, maakt dat een
fractuur open of gesloten is
Gustillo / Anderson indeling bij een open fractuur
, punctiform open door breukpunt die de huid van binnen naar buiten
perforeert, huidwonde kleiner dan 1cm
wonde van buiten naar binnen, grotere wonde, kneuzing van de wondranden
met vaak bevuiling van de huid, wonde tussen 1 en 10cm
uitgebreide wonde met weefselverlies, soms bloedvatletsel, soms verlies
botweefsel, een wonde groter dan 10cm
• volgens verplaatsing
onverplaatst
verplaatst
hoekstand
verschuiving
rotatie
verlenging of verkorting
4. fractuurheling
• bot heelt ‘ad integrum’, bot heelt met bot --> fasen van fractuurheling
• kraakbeen, spieren, pezen, huid genezen met fibreus littekenweefsel
• fasen van factuurheling (die echter in elkaar overlopen)
1. inflammatoire fase (dag 0-7)
beschadiging van het periost, bloedvaten en spierweefsel
ontstaan van een hematoom, coaguleert snel tot stolsel
uiteinden van de fractuur en weke weefsel necrotiseren
acute intense inflammatoire reactie (ontstekingsmediatoren en
ontstekingscellen)
necrotische cellen en botuiteinden worden geresorbeerd
symptomen: tumor, dolor, rubor, calor
2. reparatieve fase (week 2-4 zachte callus, maand 2 en 3)
pijn en zwelling nemen geleidelijk af
repositie (botten terug op z’n plaats)
callusvorming
--> ingroei van capillairen en fibroblasten
--> deze cellen maken collageen, kraakbeen en botweefsel aan
( dit omdat ze mesenchymaal en pluripotentieel zijn)
--> eerst febireus, dan kraakbeenderig en dan beenderig, pas op einde
mineralisatie: tussen de collageenvezels zet zich calcium-hydroxyapatiet vast
--> vorming van callus, wordt zichbaar op radiografie