Persoonlijkheid:
- Persoonlijkheid: De psychologische kenmerken die ervoor zorgen dat een persoon deels hetzelfde
reageert qua gedrag, op verschillende momenten en situaties. Het gedrag wat je laat zien wordt
medebepaald door je persoonlijkheid (bijv introvert zijn), maar hangt ook samen met de situatie
waarin je je bevindt. Stabiliteit (blijft stabiel), consistent (je vertoont meestal hetzelfde gedrag, kan
wel iets verschillen per situatie. Standaardgedrag = gedrag wat natuurlijk voor jou is, kost weinig
moeite.
Je persoonlijkheid wordt ontwikkeld uit meerdere factoren: biologische (evolutie), je ontwikkeling,
sociale netwerken en cultuur, en je nurture (omgeving).
Nature en nurture invloeden op persoonlijkheid
- Nurture (aangeleerde) invloeden: persoonlijkheid en omgeving. Gedrag is niet alleen vanuit biologisch
perspectief te verklaren, de omgeving waarin je opgroeit blijkt ook veel invloed te hebben op je
ontwikkeling. Zo is er een belemmerde ontwikkeling te merken bij kinderen die weinig contact
hebben met anderen, bijv door verwaarlozing in een weeshuis. De ervaringen die we daarmee
opdoen hebben dus grote invloed op hoe wij zijn. omgevingen en ervaringen.
- Nature (aangeboren) invloeden: dit houdt in je karakter en psychische processen. De eigenschappen
die je hebt van je ouders (genen). Iedereen reageert anders op ervaringen. We laten de ervaringen
eigenlijk door mentale filters lopen. Neem nu extraversie. Iemand met een ‘’aangeboren’’ extravert
karakter zal ervaringen ook beoordelen vanuit een extravert standpunt.
Dispositie en temperament
- Dispositie is een psychische en fysieke kwaliteit of eigenschap van een persoon. Dit is een wijze om
mensen te beschrijven door middel van elementaire temperamenten (aangeboren eigenschap). Bijv
extravert of verlegen, die sterk biologisch verklaarbaar zijn. dispositie gaat over echt 1 eigenschap,
terwijl temperament meerdere disposities betrekt. Die vanaf vroege leeftijd al te zien waren.
Andere beschrijven mensen liever door te kijken naar karaktertrekken, die sterk beïnvloed worden
door ervaringen (leren) bijv roekeloos of vriendelijk.
Cattell en Eysenck
- Raymond Cattell is verder gegaan vanuit met de 5000 woorden die Gordon Allport had gevonden om
iemand te beschrijven. Heeft deze 5000 woorden teruggebracht naar 171. Hij is daarna een
factoranalyse gaan uitvoeren, hierbij worden woorden die bij elkaar horen in 1 groep geplaatst. Bijv
vriendelijk, aardig, zorgzaam samenvoegen.
Hierbij kwam hij tot 16 basistrekken (of clusters) om iemand te beschrijven. (deze hoeven we niet te
kennen). Ze staan benoemd in dimensies, oftewel beschreven in 2 uitersten. Bijv warm –
gereserveerd/ koel. Mensen kunnen hier echter ook tussenin scoren. Door deze 16 schalen krijg je
een goed beeld hoe iemands persoonlijkheid is.
Dit werd gemeten door een vragenlijst: 16 personality factor vragenlijst.
- Hans Eysenck: heeft ook een factoranalyse uitgevoerd op deze woorden en kwam in eerste instantie
maar tot 2 factoren (BIG TWO)
Neurotiocisme (emotionele instabiliteit, angstig etc.) – emotioneel stabiel
extraversie (energie krijgen van anderen) – introversie (energie krijgen van alleen zijn)
Later kwam hier een derde factor bij namelijk: psychotisch. (roekeloosheid, houden aan regels Achter
deze dimensies zitten biologische verklaringen.
Dit wordt wel eens het PEN-model genoemd
Big five theorie
- De big five theorie bestaat uit de 5 factoren die het vaakst uit factoranalyse naar voren kwamen. Deze
bestaan ook alle 5 uit dimensies. Zo kan er laag of hoog op gescoord worden. Het ene is niet beter
dan het andere. Hoewel het wel invloed kan hebben bij bepaalde werkfuncties. Ze worden ook
gemeten door middel van vragenlijsten.
Om te onthouden kun je het acroniem OCEAN gebruiken:
o Openness (intellect, cultuur, creativiteit). Hoge score: gesloten/onkritisch. Lage score: open/
nieuwsgierig.
, o Conscientiousness (zorgvuldigheid). Hoge score: onbetrouwbaar/chaotisch. Lage score:
betrouwbaar, georganiseerd.
o Extroversion (extraversie). Hoge score: introvert. Lage score: extravert.
o Agreeablesness (altruïsme, vriendelijkheid). Hoge score: koel/achterdochtig. Lage score:
warm/vertrouwend.
o Neurotocism (emotionele stabiliteit). Hoge score: emotioneel instabiel (nerveus,
temperamentvol). Lage score: emotioneel stabiel.
De uitgangspunten van de big five zijn:
o Structuur persoonlijkheid kan worden beschreven in 5 factoren, waarbij iedere factor weer
bestaat uit 6 specifieke facetten. Dat betekent dat bijv bij extraversie. Je kijkt naar weer
verschillende sub factoren die samen de noemer extraversie maken. Bijv dominantie of
hartelijkheid. Deze worden ook gemeten op de testen en maken dus dat je extrovert of
introvert wordt ingedeeld.
o De scores van deze factoren zijn redelijk stabiel in de tijd en zijn ook biologisch verklaarbaar,
dat houdt in dat intense persoonlijkheidsveranderingen meestal door een andere factor
verklaarbaar zijn (bijv hersenbeschadiging) want je persoonlijkheid staat vanaf een bepaalde
leeftijd eigenlijk vast en eventuele veranderingen gaan erg geleidelijk.
o Aanwezigheid van factoren bij een persoon reflecteren erfelijkheid en genetische basis. Dus
dat ze biologisch verklaarbaar zijn.
o De 5 factoren hebben een relatie met betrekking tot het gedrag van de persoon. Je zou aan
de hand van een persoonlijkheidstest een voorspelling kunnen doen over het gedrag wat
mensen gaan laten zien. Bijv bij een selectieprocedure is dit vrij handig.
Invloed cultuur op persoonlijkheid
- Volgens Harry Triandis komt het grootste verschil door de dimensie individualisme tegen
collectivisme. In de westerse landen leven we in een individualistische cultuur. Mensen denken dat ze
een unieke identiteit hebben, onafhankelijk van hun sociale relaties. Het zelf vormt een geheel en we
streven ernaar om op te vallen. We worden hier ook het meeste voor beloond.
Terwijl in bijv Aziatische landen een collectivistische cultuur heerst. Hier ligt de nadruk op het gezin of
een andere sociale groep. De mensen daar zijn gewend om een identiteit te vormen die op
harmonieuze wijze in de groep opgaat en ze verwachten ook dat anderen hetzelfde doen.
- Daarnaast hebben mensen uit westerse landen vaak de neiging om de fundamentele attributiefout te
maken. Er wordt bij het maken van een fout, snel de nadruk gelegd op persoonlijke karaktertrekken
die dit zouden veroorzaken. Terwijl er nauwelijks wordt gekeken naar situationele invloeden. Denk
hierbij aan een leerling die te laat is voor het college, wij zouden snel de link leggen naar het idee dat
de leerling traag of chaotisch is. Terwijl in een Aziatisch land ze sneller zouden denken dat het door
een verkeersprobleem komt. Omdat daar minder de nadruk ligt op het individu.
- Een ander verschil is de prestatiedrang, die veel meer aanwezig is in een individualistische cultuur.
Verschil tussen Big Five en HECACO-model
- Het HEXACO-model vond na een factoranalyse 6 factoren.
Waarbij de factor integriteit werd toegevoegd.
Dus dat houdt in dat de nederlandse versie van het HEXACO- model nu bestaat uit:
o Honesty- Humility (integriteit)
o Emotionality (emotionaliteit): is aangepast van hardvochtigheid, prikkelbaarheid versus
gelijkmoedigheid (BIG FIVE) veranderd naar kwetsbaarheid, sentimentaliteit versus
onbevreesheid en onafhankelijkheid (HECAXO)
o eXtraversion (extraversie)
o Agreeableness (verdraagzaamheid): is aangepast in HECAXO. Deze heeft de factoren
hardvochtigheid en prikkelbaarheid versus gelijkmoedigheid van emotionaliteit
overgenomen, samen met zachtmoedigheid en geduld.
o Conscientiousness (Consciëntieusheid)
o Openness to experience (openheid voor ervaringen)
, Definities van de HEXACO factorschalen
- Honesty-Humility (Integriteit): Integriteit heeft betrekking op de mate waarin personen oprecht,
rechtvaardig en bescheiden zijn en hebzucht vermijden. Personen die hoog scoren op Integriteit zijn
niet geneigd anderen te manipuleren voor persoonlijk gewin en regels te overtreden en zijn relatief
ongeïnteresseerd in weelde, luxe, sociale status en privileges. Personen die laag op deze schaal
scoren zetten zichzelf op de eerste plaats, zijn gehecht aan materiele zaken, kunnen de verleiding
moeilijker weerstaan om regels te overtreden als ze er zelf beter van worden en zullen eerder vleien
als dit helpt om persoonlijke doelen te realiseren.
- Emotionality (Emotionaliteit): Emotionaliteit heeft betrekking op de mate waarin personen angstig,
bezorgd, afhankelijk en sentimenteel zijn. Personen die hoog scoren op Emotionaliteit zijn eerder
ongerust, bezorgd en bang als er gevaar dreigt of als er druk op hen wordt uitgeoefend. Daarnaast
hebben ze een relatief grotere behoefte aan emotionele steun van anderen en zijn in de relatie met
anderen eerder geneigd mee te leven met andermans zorgen. Personen die laag op deze schaal
scoren voelen zich minder emotioneel, meer afstandelijk en onafhankelijk in persoonlijke relaties. Zij
hebben de neiging om weinig angst te voelen in stress veroorzakende of gevaarlijke situaties.
- Extraversion (Extraversie): Extraversie heeft betrekking op de mate waarin personen levenslust en
waardering voor zichzelf hebben, sociale situaties opzoeken en zich comfortabel voelen in dergelijke
situaties. Personen die hoog scoren op Extraversie voelen zich relatief op hun gemak als ze leiding
moeten geven aan of moeten presenteren voor een groep mensen. Zij houden van sociale
bijeenkomsten en interacties, voelen zich over het algemeen positief over zichzelf en zijn positief en
enthousiast op sociale bijeenkomsten en interacties. Personen die laag op deze schaal scoren zijn
geneigd zich gereserveerd op te stellen tijdens sociale bijeenkomsten. Ze denken dat ze niet populair
zijn en ze voelen zich minder levendig en enthousiast en niet op hun gemak als ze in het middelpunt
van de aandacht staan. Ze lopen over het algemeen niet erg warm voor sociale activiteiten.
- Agreeableness (Verdraagzaamheid): Verdraagzaamheid heeft betrekking op de mate waarin
personen zachtaardig, vergevingsgezind, aanpassingsbereid en geduldig zijn. Personen die hoog
scoren op Verdraagzaamheid hebben de neiging om compromissen te sluiten en samen te werken
met anderen, anderen mild te beoordelen, naar anderen toe rustig te blijven, boosheid onder
controle te houden en onrecht dat is aangedaan te vergeven. Personen die laag op deze schaal scoren
worden eerder boos als ze zich benadeeld voelen en houden vaker een wrok tegen mensen die hun
beledigd of bedrogen hebben. Ze zijn vaker kritisch ten aanzien van andermans beperkingen en
hebben de neiging hun eigen mening koppig te verdedigen.
- Conscientiousness (Consciëntieusheid): Consciëntieusheid heeft betrekking op de mate waarin
personen ordelijk, ijverig, perfectionistisch en bedachtzaam zijn. Personen die hoog scoren op
Consciëntieusheid zijn eerder geneigd zaken te organiseren (zowel tijd als de fysieke omgeving),
gedisciplineerd en doelgericht te werken, perfectie en accuratesse na te streven en beslissingen
grondig te overdenken. Personen die laag op deze schaal scoren staan relatief onverschillig tegenover
de mate waarin hun omgeving op orde is en houden zich minder sterk aan tijdschema’s. Ze maken
zich niet erg druk om fouten in het werk, streven geen uitdagende of moeilijke doelen na en nemen
impulsief beslissingen.
- Openness to Experience (Openheid voor Ervaringen): Openheid voor Ervaringen heeft betrekking op
de mate waarin personen esthetiek waarderen en weetgierig, creatief en onconventioneel zijn.
Personen die hoog scoren op Openheid voor Ervaringen zijn geneigd te genieten van kunst en de
natuur, zijn eerder op velerlei terreinen weetgierig, zijn geïnteresseerd in onconventionele ideeën en
mensen en zijn eerder geneigd hun fantasie te gebruiken. Personen die laag op deze schaal scoren
zijn niet onder de indruk van kunst en zijn minder geïnteresseerd in sociale wetenschappen of
natuurwetenschappen. Ze zijn niet geneigd creatieve beroepen te kiezen en voelen zich niet erg
aangetrokken tot buitenissige of radicale ideeën en mensen.
Impliciete persoonlijkheidstheorie
- Aanname over de persoonlijkheid die mensen hanteren met als doel anderen gemakkelijker te
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur riansimons. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.