Vlakken Doorsneden
Mediaan Sagittale doorsnede
Sagittaal Frontale doorsnede
Frontaal Horizontale doorsnede
Horizontaal/ transversaal
richtingen in de ruimte
• craniaal/ superior: naar boven toe, naar schedel toe
• caudaal inferior: naar benden toe, staart
• mediaal/ centraal: naar het midden toe
• lateraal/perifeer: naar de zijkant toe
• ventraal/ anterior: naar de buikzijde toe of naar voor
• dorsaal/ posterior: naar achteren toe, naar de rug toe
• ipsilateraal: aan dezelfde zijde
• contralateraal: aan de tegenoverliggende zijde
• proximaal: dichterbij
• versaal: ver weg
, 2
bewegingsrichtingen
• Flexie: buigen
• Extensie: strekken
• Axis transversalis: beweging in een sagittaal vlak rond
horizontale as, beweging gebeurt rond een bepaald vlak
• abductie: afvoeren
• Adductie: aanvoeren
• Axis sagittalis= beweging in het frontaal vlak rond de sagittale as
• Rotatie: draaibeweging
• Beweging in het transversaal/ horizontaal vlak rond de longitudinale as
• Circumductie
1.2 DE SPIER (MUSCULUS)
Spier Contractiele organen die zich, door zenuwen geprikkeld, samentrekken of
ontspannen.
Ze zorgen voor:
• Lichaamsbeweging
• Houding
• Ter plaatse houden van de organen
Soorten spieren
Gladde spieren Spieren van het vegetatieve − Onwillekeurig
(orgaanspieren) stelsel − Langzamere werking
− minder snel vermoeid
Dwarsgestreepte spieren Spieren van het − willekeurig
(skeletspieren) beenderstelsel − snelle werking
(skeletspieren) − vlug vermoeid
Hartspier • onwillekeurig (hebben
we zelf niet in de hand)
Skeletspieren
• Beginplaats/ oorsprong= Origo= O (proximaal)
• Aanhechtingsplaats= Insertio= I (meer naar onder toe)
• Contractie:O (origo en insertio bewegen naar elkaar toe)
• Synergisten= spieren die samenwerken om een beweging mogelijk te maken
• Antagonisten= spieren die een tegengestelde beweging uitvoeren
• Primaire spier= de hoofdspier om een beweging uit te voeren
, 3
Willekeurige beweging
• Bewust bevel wordt gegeven vanuit hersenschors
• Uitvoeringsmechanisme: automatisch (onbewustecoördinatie van synergisten en
antagonisten door lagere zenuwcentra) automatisch verloopt
• Bewegingsmoeilijkheden: corticale controle = hersenschors neemt het bevel terug over
1.2.1 BOUW VAN DE SPIER (KLASSIEKE SPOELVORMIGE SPIER)
1.2.1 VORMEN VAN DE SPIER
1.2.3 EIGENSHAPPEN VAN DWARSGESTREEPTE SPIEREN
• Prikkelbaarheid (zenuwimpuls)
• Samentrekbaarheid
- spierbundels en vezels worden korter en breder
- amplitude beweging= maximale uitwijking, hoe ver een spier kan uitwijken
Hefhoogte spier: functie van lengte spiervezels en wordt bepaald door bouw gewricht
- hefkracht: hangt af van het aantal spiervezels er zullen deelnemen aan de beweging
- richting van de beweging
• Elasticiteit (einde tractie) → spier neemt oorspronkelijke lengte weer in
• Toniciteit (spanning)
1.2.4 HULPMIDDELEN VAN SPIEREN
• Fasciae = beschermhulsel van de spier
• Aponeurose = bindweefselvliezen/fasciae die op sommige plaatsen of in hun
geheeldoorvlochten zijn door peesvezels
vb. verhemelte-aponeurose heel veel spiertjes gaan aanhechten, doorvlochten structuur
, 4
1.2.5 NAAMGEVING VAN DE SPIEREN
• afkorting spier: M
• naam kan genoemd zijn naar de Origo die naar de Insertio loopt
• naam kan genoemd zijn naar waar de spier gelegen is
• naam kan vernoemd worden naar de functie
1.3 HET GEWRICHT (ARTICULATIO)
Gewrichten Gewrichten zijn beweeglijke beenverbindingen (diarthrosen).
gewrichtsvlakken:
• gewrichtskop (caput articulatore)
• gewrichtspan (cavatis glenoidalis)
gewrichtsholte: (cavum articulare) luchtledig,
bevat gewrichtssmeer dat het glijden van het
gewricht vermakkelijkt
gewrichtskapsel: (capsula articularis)
membrana fibrosa: een vlies dat aan alle kanten vastzit op beide beenderen en de
gewrischtsholte omsluit als een mof.
Membra synovialis: een vlies dat aan de
binnenkant ligt tegen de membrana fibrosa.
Ligamenten: bindweefselbanden die dienen als
versterkingsbanden
Tussenschijven: (disci intra- articulares) vullen de
vrije ruimte tussen beenderen volledig op
2. DE SCHEDEL (CRANIUM)
De schedel is opgebouwd uit 22 schedelbeenderen onderverdeeld in:
1. de hersenschedel (neurocranium)
2. de aangezichtsschedel (viscerocranium, splanchnocranium)
functies schedelbeenderen:
• stevigheid
• bescherming
[Nederlandse vertaling enkel kennen van grote beenderen zoals Os temporale= slaapbeen
maar niet elk onderdeel ervan
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElineDesmet123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.