Interpreteren, onderzoeken & theorie vormen 2021-2022
DEEL 1: OBJECTIVE STUDY OF SUBJECTIVITY (INTERVIEW)
H1: inleiding
Pedagogisch onderzoek:
1. Kwantitatieve methoden
• Statistiek nodig om goed te kunnen doen
• Paradigma van het verklaren “erklären”
2. Kwalitatieve methoden
• Dit OPO en deel 2 nodig om kwalitatief onderzoek goed te kunnen doen
• Paradigma van het begrijpen “verstehen”
• Design heel belangrijk + ligt niet allemaal vast in stapjes, niet zoals bij kwalitatief OZ
Klassieke indeling wetenschap:
Natuurwetenschappen (typisch): 1. Causaal-analytisch: oorzaak-gevolg
2. empirisch-analytisch: verklaren/erklären
→ interessant want als kan verklaren dan kan je gaan voorspellen
Menswetenschappen: 1. Gedrags- en maatschappijwetenschappen Bv.
sociologie, psychologie, economie → bv. onderzoek
“burn-out” (wat zijn de factoren die burn-out
veroorzaken?), “parenting apps” (ouders die PA
gebruiken, is die hun welzijn verhoogd?)
Bestuderen gedrag van de mens
Hebt interesse in CAUSATION/CAUSALITEIT
(oorzaken), erklären
Doen aan oorzaak-gevolg en verklaren om dingen te
kunnen gaan voorspellen en dan in te grijpen op die
factoren (die burn-out veroorzaken)/interventies
2. Geesteswetenschappen Bv. geschiedenis, filosofie,
rechten
Bestuderen ook de mens maar op het niveau van de
betekenisvolle praktijken/culturele praktijken of
1
, objecten (boeken, kunst, rechtssysteem), de
symbolische systemen,
Verstehen (hermeneutisch): het inzicht verwerven,
het proberen te begrijpen van die culturele
objecten/praktijken
“CONSTITUTION”/CONSTITUTIE (redenen) = waarom
zijn we wie we zijn vandaag?
➔ Niet wat zijn factoren die zorgen burn-out
(gedrags- en maatschappelijke wetenschappen),
wel: in wat voor samenleving leven we dat dit
voorkomt OF hoe komt het dat we vandaag de
dag, in onze tijd, zo iets hebben als burn-out →
wat is er in onze samenleving gebeurd dat er
zoiets bestaat, inzicht verwerven
Bv van die parenting app → hier gaat vraag zijn: wat
doet die technologie met ons als ouders?, wat voor
subjecten zijn wij vandaag dat wij zo graag die
technologieën gebruiken? Vanwaar die nood om dit
te gebruiken? Wat is de samenleving nu dat er zo’n
nood is?
Voorbeeld van de knipoog: je weet wat er gebeurd als er een stofje in je oog komt OF wat er gebeurt
als je blaast in iemand zijn oog: ooglid gaat op en neer. We weten ook wat een knipoog is.
De beweging van het oog bij een stofje → oog beweegt OMDAT er een stofje is (causaliteit), oorzaak-
gevolg
De beweging van de knipoog geven is helemaal anders → geef je niet in elke context, heb je
bepaalde context voor nodig, een REDEN: als prof ineens knipogen zou dat heel gek zijn.
Je kan ook soort fake knipoog geven, of kinderen die voor het eerst knipogen (twee ogen) is geen
echte knipoog maar ze bedoelen wel een knipoog
Oorzaken & redenen
= zijn 2 paradigma’s
Het onderscheid in die 2 ligt in:
• Je bent hier door oorzaken bv. ben hier met fiets, omdat gegeten heb (anders dood) etc. →
het feit dat je in de les bent kan je linken aan X aantal oorzaken
• Maar je bent ook in les om bepaalde redenen:
Bent hier door redenen bv. ben hier omdat moet, omdat goed pedagoog wil worden
MENS ALS BETEKENISVOL WEZEN geeft redenen en doet niet enkel dingen omdat in een netwerk van
causaliteit zit, maar doet ook omdat in netwerk van betekenissen zit
2
,→ in pedagogiek hangt het ervan af wat je vraag is:
Als geïnteresseerd in effectiviteit van bepaalde technologie dan valt je vraag in gedrags- en
maatschappijwetenschappen
Als geïnteresseerd in beleving, ervaringen van mensen dan geesteswetenschappelijk paradigma
Tekst Foley
Interpretatie? Begrijpen?
BETEKENISSEN = ‘data’
VB1: parenting apps: hoe beleven mensen hun ouderschap bij het gebruik van die apps? Wat is de
betekenis die ze daaraan geven in hun leven?
Adhv taal wil je interpretaties geven aan die betekenissen
VB2: beleving eerste week academiejaar: hoe beleven wij eerste weken aan KUL? (schakel ><
bachelors><…) Wat zijn onze ervaringen → meedelen wat betekenis is van eerste dagen, wat je
gedaan hebt. De data waarmee we werken zijn betekenissen!
Begrip ‘data’ moeten we gaan problematiseren (zie later)
PARTICULARITIES/unieke aspecten van een situatie (veralgemeenbaar?): in de exacte
wetenschappen zoals fysica gaat het erom om kennis op te doen die algemeen geldig is. Men is
opzoek naar generalisaties. Men wil daar net afstand doen van particuliere omstandigheden. BV in
de medische wereld: onderzoek naar hersentumoren, doet het er niet toe hoe je dat beleeft, of je uit
dit of dat gezin komt… het gaat er enkel om hoe die hersentumor ontstaat. Kennis die niet enkel
toepasbaar is in het hier en nu maar overal in het universum. En niet alleen nu maar ook in de
toekomst. In de geesteswetenschappen zijn we meer geïnteresseerd in het particuliere geval, kennis
m.b.t. het particuliere geval. Een casus in zijn nuances en details uiteen te rafelen.
De vraag is dan: in welke mate zijn resultaten van kwalitatief onderzoek veralgemeenbaar naar
andere situaties/gevallen? Kunnen we vanuit het ene geval iets zeggen over het andere geval?
BELANG V/H PERSPECTIEF
Foley maakt een onderscheid: in de wetenschappen doet het perspectief van de onderzoeker er niet
toe. In de geesteswetenschappen kan je niet buiten het perspectief van de onderzoeker.
We gaan elke student interviewen: prof is zelf student geweest; dat feit en hoe hij dat zelf beleeft
heeft, dat speelt mee! Je kan dat niet uitfilteren, speelt mee in je onderzoek. Foley vindt dat net geen
probleem, en vindt dat een kracht van de geesteswetenschappen. Vanuit eigen beleving je inbeelden
hoe iets is voor iemand anders
Belang van het perspectief >< uitschakelen van het perspectief (bracketing, tussen haakjes zetten)
3
, Moet je zelf een bepaalde ervaring hebben doorlopen om een goede interpretatie te hebben van wat
mensen zeggen? Om dat onderzoek te kunnen doen? Of zou het beter zijn die ervaring niet te
doorlopen?
Hoe wordt je eigen perspectief ingezet in onderzoek?
We gebruiken heel vaak zaken zoals “ik snap wat je wilt zeggen” → als dit zegt op gronderzoek van
wat zeg je dat dan? Bv. hebt het zelf meegemaakt → als dat je antwoord is zeg je eigenlijk om
iemand te kunnen begrijpen, moet je bepaalde ervaringen hebben doorgemaakt → is dat zo?
Bv. moet je kinderen hebben om hulp te bieden aan ouders? → zeggen vaak: “hoe kan jij dat nu
weten”
Moet je kinderen hebben om te begrijpen? Inzicht te hebben in iets? → wanneer hebben we inzicht
in iets, wat is de grondslag van iets begrijpen?
+ Als we interpreteren in welke mate speelt je eigen persoon dan mee in dit interpreteren? Bv. kijkt
film & zegt wat ziet → andere zeggen andere dingen
➔ Speelt je persoon mee in interviewdata? → komt in lessen aan bod !!! Te maken met
OBJECTIVITEIT, persoonsgebonden eigenschappen etc.
➔ We gaan dit de komende hoofdstukken zien (problematiek: subjectiviteit van de
onderzoeker)
EXPERTISE IN HUMANITIES
Wat betekent het expert te zijn in de wetenschappen/fysica tegenover de geesteswetenschappen? In
de wetenschappen, veel taken verdeeld, en gespecialiseerde stukjes samengebracht. Je kan dus
specialist zijn in iets heel specifiek waardoor je als andere onderzoeker niet anders kunt dan hem
volgen.
In geesteswetenschappen is dat anders, rol van expert is niet zo maar vertrouwen op wat die zegt
maar iemand die je probeert mee te nemen in het argument en je probeert te overtuigen.
VB: hersenonderzoek naar tumoren: ik heb dat zo en zo onderzocht en dit is de oorzaak → nemen
we gewoon aan.
VB: Wittgenstein is belangrijk in filosofie en pedagogie: Ja, dat zegt ge nu, maar waarom juist,
waarom Wittgenstein én er is een bepaald punt of je wel of niet overtuigd bent, jij bent het finale
punt of je wel of niet akkoord gaat met de prof! Expert in GW moet zich inzetten om te overtuigen,
mee te krijgen met bepaalde inzichten (socratische expertise) maar eindoordeel ligt bij de niet-
spreker.
Wat kan je dan bereiken met kwalitatief onderzoek volgens Foley? Je kan de lezer inzichten bieden,
een soort van wijsheid. Je kan ze handvaten aanreiken waar ze zelf mee aan de slag moeten
4