Examen:
Mondelinge vraag: case waarin je alles verwerkt wat je geleerd hebt in assistentietechnieken
2 en 3
Hospitalisatie
Medische fiche
• Record keeping → continuïteit in de patiëntzorg
o Opvolging
• Slecht of onvolledig bijhouden van patiëntgegevens kan leiden tot slechte patiëntenzorg
• Records kunnen variëren naargelang persoon
o Pijn detectie
• Maar: eenvoudig en volledig!
• Iemand die het geval niet kent moet aan de hand van de fiche het probleem en de
huidige patiëntstatus kunnen beoordelen
• Elke patiënt aparte fiche
• Goed systeem
• Leesbaar
• Gegevens eigenaar en identificatie patiënt
• Probleemgeoriënteerde medische fiche
o Verzamelde informatie patiënt → problemen identificeren → rangschikken naar
orde van belang (kat met bekkenbreuk en kan niet meer plassen: niet meer
plassen eerst oplossen, daarna de bekkenbreuk)
o Probleemlijst (updaten en verfijnen tijdens hospitalisatie)
o Initieel diagnostisch en therapeutisch plan (eventueel per probleem)
o Gegevens dagelijks noteren in een vaste vorm met 4 secties (SOAP systeem)
SOAP systeem
• Subjectieve data: algemene indruk van de patiënt
• Objectieve data
• Assessment (beoordeling van de subjectieve en objectieve data)
• Plan
o Diagnostisch: welke onderzoeken moet vandaag nog gebeuren (bloedname, RX,
neurologisch onderzoek,…)
o Therapeutisch: welke handelingen moeten worden uitgevoerd (blaas leegduwen,
eigenaar bellen, medicatie, fysiotherapie,…)
• Objectieve data
o °t, P, RR
o Als je eerst allerlei handelingen gaat doen die stress geven aan het dier gaan deze
waarden niet meer objectief zijn
o Body systems evaluation
▪ Cardiovasculair
▪ Respiratoir
• RR = respiration rate
• Ademhalingsgeluid
• Ademhalingspatroon
1
, • Slijmvliezen: mucosae van de tanden en ogen
• Pulse oximeter: meet de zuurstof saturatie in het bloed, staat op
de tong
▪ Circulatoir
• Pols: hond tussen 60-120. Hoe groter het dier, hoe lager de pols
• Bloeddruk: belangrijk bij nierpatiënten. Meestal gemeten aan de
poot
• CVT
• Ademhaling en longgeluiden
▪ Gastrointestinal
• Eetlust: voeding opwarmen, pasta, valium (in lage dosering), eten
uit de hand
• Lichaamsgewicht
• Hoeveelheid braken of diarree: wegen
• Uitzicht en consistentie faeces
▪ Cutaan
▪ Musculoskeletaal
• Beweeglijkheid
• Steun
• Verbanden
▪ Neurologisch
• Neurologische status: wandelt het dier normaal, kopstand, valt het
dier om
• Houdingsreacties
• Bewustzijnsniveau
• Motorische functie: pootjes omdraaien
• Diepe pijngevoeligheid: knijpen tussen de tenen
• Urine incontinentie: mogelijks rug- of bekkenproblemen
▪ Urogenitaal
• Urine output: wegen pamper/kattenbak voor- en na
• Soortelijk gewicht
• Uitzicht urine: donker, licht, bloed, slijmen
• Frequentie urineren
• Blaasgrootte: lege blaas voel je bijna niet want zit in het bekken
• Minimum 1x/dag te monitoren
o °t, P,RR,CVT
o Gewicht en hydratatiestatus
o Urine output (eventueel soortelijk gewicht)
• Aanpassen naar het geval
o Bloedname
o Bloeddruk
o EKG
o Glucose
o Stolling
o Elektrolyten
2
,Voeding
• Algemeen
o Als therapie
o Tijdens hospitalisatie (algemeen, voedingsbehoefte)
o Anorexie & geassisteerde voeding
o Eetlust stimuleren (khd, paard)
o Dwangvoederen
• Enterale voeding (indicaties, algemeen, soorten)
o Naso-oesophagale sonde (algemeen, indicatie & contra-indicatie, plaatsing,
complicaties, verzorging en onderhoud), paard
o Pharyngostomie sonde (alg, ind, contra-ind, plaatsing, compl, verz en verw)
o Gastrostomie sonde (ind, contra-ind, plaatsen: PEG & laparotomie & kit, compl,
verz, verw)
o Jejunostomie sonde (alg, ind, contra-ind, plaatsing, verz, compl)
• Nutritionele behoefte (BER, IF, hoeveelheid, hoe)
• Parenterale voeding (VD, ND, ind, verz, compl)
Enterale voeding
• ‘Acuut’ gewichtsverlies > 10%
• > 5 dagen minder eten
• Verhoogd nutriënten verlies (open abdomen, brandwonden)
• Verhoogde voedingsbehoefte (sepsis = besmetting in het bloed, trauma)
• Laag serum albumine (= transporteiwit. Als er te weinig eiwitten in het lichaam zitten
gaat er vocht uit de bloedbaan treden en krijgen we oedeem)
• Hepatische Lipidose bij katten
• Chronische ziekte
• Dagelijkse voedingsbehoefte in 4-6 voedingen/dag: maag en darm niet overprikkelen
• 1e dag: 30% voedingsbehoefte
• In 3-4 dagen naar volledige dagdosis
• Op kamertemperatuur: voeding bewaard in de koelkast mag niet onmiddellijk
toegediend worden. Voeding tijdens opwarmen regelmatig roeren
• Patiënt niet laten neerliggen: meestal sternaal of recht. Rustig toedienen
• Over een periode van 15min
• Voor en na voeden spoelen met water: restanten gaan kleven aan randen van sonde
waardoor kiemen gaan ontstaan en sonde raakt verstopt + kans op schimmels/ infecties
o + controleren of de sonde nog juist zit
• Dagelijks glucose bepalen in bloed en urine!
o Afhankelijk van patiënt
o Geen standaard
• Medicatie via tube!
o Steeds goed spoelen voor- en na
• Naso-oesophagale sonde (gemakkelijk te plaatsen, zonder sedatie, ND vloeibare voeding,
verstopping, max. 14 dagen)
o Neus → oesophagus caudaal
o Met/zonder sedatie
3
, o Vloeibaar voedsel
o Kan zelf nog eten en drinken
o Niet duur
o Goed getolereerd
o Indicaties
▪ Anorexie (= niet eten. Dysrexie = moeilijker eten)
▪ Meer dan 3 dagen minder voedselopname
▪ > 10% verlies LG
▪ Wanneer algemene anesthesie tegenaangewezen
▪ Moet langer enteraal gevoed worden
o Contra-indicaties
▪ Niet functionerend maagdarmstelsel
▪ Slokdarmpathologie
▪ Braken
▪ Buiten bewustzijn
o Plaatsing
▪ Lokale verdoving in neusgat
▪ Lengte neustop tot 9e rib
▪ Zo groot mogelijke sonde
▪ Patiënt sternaal
▪ Glijmiddel
▪ Neusspiegel omhoog duwen
▪ Tube ventromediaal in neusgat
▪ Slikken
▪ Controleren positie tube: lege spuit op sonde: als je in de slokdarm zit
gaat deze vacuum trekken
▪ Vastzetten tube
▪ Kraag
o Complicaties
▪ Verstopping: vermijden door goed spoelen
▪ Regurgiteren tube (Fe)
▪ Inslikken gedeelte tube
▪ Diarree (bacteriële overgroei, meer water, te snel voeden)
o Verzorging en onderhoud
▪ Controleren of tube nog goed zit
▪ Voor eten flushen (3-5ml steriel water)
▪ Na eten 5-10ml water
▪ Tube afsluiten
▪ Aangezicht regelmatig proper maken
o Paard
▪ Tot in de maag! (nasogastrale sonde)
▪ In 3 dagen tot volledige dagdosis
▪ Elke 2-4 uur → vergroten volume 1x/6uur
▪ Maximum 6liter/voeding
▪ Uitkijken voor diarree
4