Terraria
Terrariumdieren
‘Nieuwe generatie’- huisdieren
Vooroordelen: uniek, weinig onderhoud, goedkoop, statussymbool
Vraag en aanbod stijgen: statussymbool
Prijzen dalen en overal verkrijgbaar: als je een overaanbod krijgt gaan de prijzen in
elkaar stuiken. Daardoor kan je op verschillende plaatsen deze dieren aankopen.
Meer impulsaankopen: dieren aan lage prijs aangeboden waardoor mensen deze
dieren gaan kopen
Meer dierenleed owv niet correcte verzorging, huisvesting, voeding: mensen zijn niet/
te weinig geïnformeerd over de manier dat de dieren gevoederd/gehuisvest dienen te
worden. Besparingen zijn ten kosten van het dier op termijn
o Vb: Waterschildpadden (je mag geen dieren gratis meer weggeven/ geven als
prijs):
Houden van deze dieren is een hele investering
Management heeft een invloed op de gezondheidstoestand: zitten in een beschermd
milieu, komen in normale toestand niet in contact met andere diersoorten (als je als
eigenaar niet in contact komt met andere reptielen) er kan weinig misgaan
Dieren zitten in glazen kooien afgeschermd geen virussen die verspreid worden
<-> honden
Als er iets verkeerd gaat met reptielen is dit te wijten aan het management: voeding,
klimaat,…
Problematiek
Terrariumdieren zijn geen echte ‘huisdieren’, of maw zijn niet gedomesticeerd: je kan er
geen band met opbouwen, je krijgt geen affectie
Regelmatig zeer onverantwoord gehouden, soms gevaarlijk: terraria te klein te veel
kosten gedumpt. Meestal onschuldige dieren maar soms ook heel gevaarlijke
exemplaren (krokodil).
o Positieflijst: lijst met soorten/species: alles wat er op deze lijst staat mag je
houden als ‘huisdier’. Alle soorten die niet op deze lijst staan mag je niet houden.
o Sommige soorten die niet op de lijst staan, die bvb giftig zijn kan je soms wel over
de grens gaan halen (Nederland).
Vooral informeren eigenaars, vergunningen en controle zijn belangrijk
o Je kan niet zomaar ongelimiteerd reptielen houden (geldt voor de meeste
huisdieren)
o Vogels: 1 van de weinige soorten waar je nog redelijk wat met kan doen
o Pluimvee: vanaf 200 stuks moet je je registreren
o Eens de registratie gebeurt is blijft het daar bij, je naam staat in een databank
zonder dat er verder iets wordt met gedaan beter wat meer controles
1
,Wetgeving
Vlarem: Vlaamse milieuwetgeving. Volgens VLAREM I meldingsplicht voor het houden
van 1 tot 30 niet giftige of gevaarlijke reptielen bij het gemeentebestuur. VLAREM II
betreft gevaarlijke dieren en grote hoeveelheden.
CITES: Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora
o Conventie van Washington
o International verdrag ivm het verhandelen van wilde soorten en planten gaat
zeggen wat mag en wat niet mag
Cites
Appendix A (I)
o Bedreigd met uitsterven
o Wildvang illegaal
o Nakweek is automatisch appendix B
o Import- en exportvergunningen noodzakelijk
o Houden = officiële CITES-documenten bezitten van deze dieren
Appendix B (II)
o Niet bedreigd met uitsterven
o Wildvang geregeld
o Exportvergunning nodig
o Houden vereist overdrachtsverklaring
Systematiek reptielen
Regnum: animalia
o Phylum: chordata
Classis: reptilia
Ordines:
o Testudines (schildpadden)
o Crocodilia (krokodilachtigen)
o Squamata (schubreptielen)
Sauria (hagedissen)
Serpentes (slangen)
o Anderen zijn zo goed als uitgestorven of uitgestorven
Eigenschappen reptielen
Ectotherm: afhankelijk van hun omgevingstemperatuur. Voor lichaamstemperatuur
afhankelijk van de omgeving.
o Zijn koudbloedig: in koude omgeving lichaamstemperatuur gaat dalen en visa
versa
Poikilotherm: lichaamstemperatuur gaat variëren. Hebben geen constante
lichaamstemperatuur nodig
Koudbloedige: combinatie van ectotherm en poikilotherm
Schubben: thermo- en vochtregulatie, bescherming en communicatie
Ecdysis = vervellen
Voortplanting: inwendige bevruchting (mannelijk dier gaat zijn voortplantingsorgaan
introduceren in vrouwelijk dier) en geen larvair stadium zoals amfibieën (hier wel eerst
2
, larven). Bij crocodilia en testudines vaak omgevingstemperatuur (van de eieren tijdens
het broedproces)- afhankelijke geslachtsbepaling
o Reptielen leggen eieren die inwendig bevrucht zijn
Anatomie en fysiologie: huid
Schubben beschermen zeer sterk tegen uitdrogen
Epidermis gekeratiniseerd (= verhoornd)
Meermaals per jaar vervellen (ecdysis): f(soort, leeftijd, geslacht, T, RV (relatieve
vochtigheid), voedselaanbod)
Vervellen: lymfe + proteolytische enzymes tussen oude en nieuwe huid, volledig
afstropen (slangen) of in flarden losscheuren (hagedissen)
o Lymfevocht wordt afgescheiden tussen oude- en nieuwe huid, vormt een
scheiding tussen deze 2 lagen. Hierin worden proteolytische enzymes
afgescheiden oude huid komt volledig los van de nieuwe huid. Op het moment
dat deze huid volledig los is gaan ze hieruit kruipen
o Bij hagedissen gaat de oude huid in stukken losscheuren en in stukken verdwijnen
Osteoderm: beenplaten in dermis (= huid) bij sommige squamata en crocodilia
Schildpadden: schild (zie verder)
Secundaire structuren: poriën, stekels, ratels,…
Functie: thermoregulatie, bescherming, communicatie
Pigmentatie ifv T (van de omgeving)
o Kan bij sommige soorten wijzigen (kameleon)
Thermoregulatie
Poikilotherm (= niet constant) en ectotherm (= afh van omgeving)
PBT: preferred body temperature (25-35°C): optimale lichaamstemperatuur voor elke
soort. Omgevingstemperatuur waarbij het dier optimaal gaat functioneren.
CTM: critical thermal maximum: maximale temperatuur waarop de dieren kunnen
functioneren. Als deze T hoger wordt gaan de dieren dit niet overleven. In het wild gaan
de dieren vluchten van deze te hoge temperaturen. In gevangenschap kunnen ze dit niet,
dieren zijn afhankelijk van de eigenaar om deze temperatuur in het oog te houden.
PBT bereiken door actieve thermoregulatie
‘s Morgens T verhogen door zonnebaden en als PBT bereikt worden ze actief: opzoek
naar voedsel, een partner. Als het energielevel zakt gaan ze opnieuw in de zon zitten
totdat ze terug voldoende energie hebben.
Meeste dagactief, ’s nachts terugtrekken ondergronds of in water maar T minder
schommelt, uitz. Boombewonders zoals kameleon (grote schommelingen van 20-30°C)
o Als je ze binnen wilt houden in een terrarium moet je de natuurlijke elementen
nabootsen. (overdag warm, ’s nachts koud, seizoenale veranderingen,… als je
dit niet doet gaan de dieren het minder goed doen: slechte voortplanting, echt
ziek)
o Kameleon grote schommelingen komen uit het tropisch regenwoud:
enorme beplanting dat werkt als een soort isolatiescherm: zeer vochtige en hoge
T. Als je hoog in de bomen klimt heb je de isolerende werking minder in de
nacht gaat de T sterk dalen doordat er geen opwarming meer is door de zon
3
, Gematigde streken: vaak hibernatie: dieren die in de natuur een winterslaap houden
moet je ook in je terrarium ook in winterslaap laten gaan T laten dalen en minder licht
per dag geven
Anatomie en fysiologie: zintuigen
Orgaan van Jacobson: olfactorisch, vnl bij slangen en hagedissen
o Fomeronasale orgaan
o Olfactorisch orgaan: werkt op het reukvermogen
o Detectie van vluchtige moleculen in de lucht: worden opgenomen in dat orgaan
gebracht, dan gedetecteerd en de hersenen knopen er dan een betekenis aan
(veel gebruikt bij slangen)
Labiale en faciale groeven bij bepaalde slangen: warmtegevoelige organen voor het
opsporen van prooien: slang kruipt rond door het gras/groen en loopt er ergens een
muis voorbij dan gaat de ingebouwde warmtecamera weten waar de prooi zich bevindt
en gaan zich dan naar de prooi bewegen
Pariëtale of derde oog: bij veel hagedissen, lichter schubje dorsaal tussen beide ogen, in
verbinding met pijnappelklier, meet daglichtlengte
o Schubje dat lichtdoorlaatbaar is
o Staat in contact met de hypofyse (zeer lichtgevoelig orgaan): gaat de
hypothalamus sturen voor de vrijlating van GnRH: gaat zorgen voor de regeling
van de daglichtlengte
Anatomie en fysiologie: ademhaling en circulatie
Één (slangen) of 2 longen: zakvormige structuur
Geen diafragma geen pleurale + peritoneale holte maar coeloomholte
Pulmonaire circulatie aanwezig: bloed van. Hart naar de longen en longen terug naar
hart om zuurstofrijkbloed rond te pompen in het lichaam
Hart: 2 atria, 1 ventrikel: menging O2-arm en – rijk bloed mogelijk. Crocodila hebben 2
ventrikels
o Circulatie niet volledig gescheiden zoals bij zoogdieren
Fysiologie: voeding
Slangen: carnivoor, piscivoor (eten van vis), ovivoor (eten vooral eieren) of insectivoor,
prooi levend, gewurgd of geïntoxiceerd naar binnen, zeer beweeglijke onderkaken
(mondholte kan zeer groot worden) , 1 prooi met tussenpozen (soms tot weken) gaan
niet 3x/dag eten, soms afhankelijk van de grote van de prooi kan er zelfs enkele weken
tussen zitten
Hagedissen: meeste species carni- of insectivoor. Kan ook omnivoor of herbivoor
Schildpadden: carni- herbi- of omnivoor
Crocodilia: carnivoor
Fysiologie: voortplanting
Paartijd ifv milieu-invloeden
Sommige soorten territoriaal + agressie
Bevruchting inwendig dmv hemipenes (= halve penis. Dubbel aangelegde penis: is
gespleten)
4