Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Standaard schema's voor het beantwoorden van tentamenvragen €4,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Standaard schema's voor het beantwoorden van tentamenvragen

2 revues
 9 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Behaald cijfer: 9. Standaard schema's voor het beantwoorden van tentamenvragen, hierin zijn alle arresten, relevante artikelen etc. in verwerkt.

Aperçu 4 sur 31  pages

  • 21 mars 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: tivandijk • 6 jours de cela

review-writer-avatar

Par: fatanaanwary • 11 mois de cela

avatar-seller
Onderhands akkoord
1. Minnelijk traject (onderhands akkoord)
a. Aanbieden betalingsregeling;
b. Vaak niet mogelijk bij zeer problematische schulden;
c. Preferenten krijgen dubbele percentage van concurrenten.
d. Beheerst door vermogensrecht Boek 3 en verbintenissenrecht Boek 6 BW
i. Partias creditorum (art. 3:277 BW)
ii. Positie dwangcrediteuren
e. Bedingen in akkoord:
i. Ontbindende voorwaarde ex art. 6:22 BW dat iedere schuldeiser zal instemmen;
(Payroll-arrest): Het enkele storten van het percentage waarna er niks van de
schuldeiser wordt voornomen is niet voldoende om aan te nemen dat die
schuldeiser met het aanbod van het akkoord heeft ingestemd.
ii. Finale kwijting ex art. 6:160 lid 2 BW. Welke rechten worden prijsgegeven?
1. Het vorderingsrecht: recht op gehele prestatie
2. Ius agendi: beroep doen op vorderingsrecht
3. De rechtsvordering: in rechte kunnen afdwingen. Een natuurlijke verbintenis
resteert (onverschuldigde betaling gaat niet op).
4. Rechtsgevolgen vooral relevant voor de schuldeiser: wanneer alleen de
rechtsvordering is prijsgegeven kan hij nog verrekenen.
f. Voordelen schuldenaar:
i. Doorstart behoud werkgelegenheid
ii. Geen publicatie in handelsregister, Staatscourant, CIR
iii. Geen faillissement met daaropvolgende liquidatie
iv. Contracten blijven doorlopen (ontbindende voorwaarde faillissement)
v. Going concern waarde blijft behouden
g. Payroll-arrest: Het staat de schuldeiser in beginsel vrij om het akkoord te weigeren.
Het kan echter zo zijn dat de schuldeiser misbruik van bevoegdheid maakt door dwars
te liggen. De omstandigheid dat Payroll de slechte situatie van Groenemeijer kende of
behoorde te kennen is niet voldoende om misbruik van recht aan te nemen (dus ook
als je weet dat er niet paulianeus gehandeld is of andere onregelmatigheden zijn). Er
moeten dus zeer bijzondere omstandigheden zijn. Het belang van de schuldeiser om te
worden voldaan zal doorgaans zwaarder wegen dan het belang van de schuldenaar bij
afwenden faillissement.
2. Wettelijk traject (onderhands dwangakkoord)
a. Aanbod enkel aan concurrente crediteuren
b. Meerderheid bindt minderheid aan het akkoord ex art. 145 Fw: gewone meerderheid
met ten minste helft van het totale bedrag aan vorderingen
c. Alle preferente schuldeisers moeten volledig worden voldaan en concurrente
schuldeisers moeten een percentage krijgen dat hoger is dan in faillissement
d. Finale kwijting ex art. 6:160 lid 2 BW
e. Na gerechtelijk akkoord resteren natuurlijke verbintenissen
i. Vatbaar voor verrekening
ii. Aanspreken borg/garant

,WHOA (dwangakkoord buiten faillissement)
1. Het gaat om een op zichzelf levensvatbare onderneming met een problematische
schuldenlast die nog wel aan haar lopende verplichtingen kan voldoen, maar waar
faillissement dreigt.
2. Open of besloten procedure (in de regel besloten wegens geen publicatie)
3. Reorganisatie of liquidatieakkoord (controlled winding down)
4. Debtor in possession (geen verlies beschikking/beheersbevoegdheid)
5. Startverklaring deponeren bij griffie rechtbank: schuldenaar is begonnen met
voorbereiden akkoord
6. Criterium entreevoorwaarde: de schuldenaar verkeert in een toestand waarin het
redelijkerwijs aannemelijk is dat hij met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen
voortgaan ex art. 370 lid 1 Fw
a. Het bestuur doet doorgaans het aanbod, maar wegens conflict met aandeelhouders is
HSD ook een optie
b. Rechter toetst criterium pas bij homologatie
7. Herstructureringsdeskundige (HSD) kan worden aangewezen op verzoek schuldeiser,
aandeelhouder, OR. Andere mogelijkheid is observator met een meer toezichthoudende
rol. Bij geen aanstelling stelt rechtbank in later stadium altijd observator aan. HSD en
Observator behartigen belangen van de gezamenlijke schuldeisers.
a. Klagen bij de HSD of geschillenregeling over inhoud akkoord’
b. Moet voor homologatie ex art. 383 lid 9 Fw
8. Akkoord aanbieden aan (selecte groep) schuldeisers (en evt. aandeelhouders)
a. Schulden van schuldeisers kunnen worden omgezet in aandelen (debt for equity)
b. De akkoordwaarde moet hoger liggen dan de liquidatiewaarde in faillissement
c. Arbeidsrechten kunnen niet gewijzigd worden
d. Hoog preferente schuldeisers zijn het belangrijkst (vooral beleid belastingdienst)
e. Voldoen aan inhoudelijke vereisten van art. 375 Fw
9. Schuldenaar en HSD kunnen verzoeken om afkoelingsperiode
a. Maximaal 4 maanden + 4 maanden verlenging
b. Gelegde beslagen worden tijdelijk opgeheven
c. Geen executie
d. Geen eigendomsvoorbehoud
e. Evt. faillissementsverzoek wordt geschorst
10. Overeenkomsten kunnen (bij homologatie) worden aangetast ex art. 373 Fw.
11. Stemmen door schuldeisers (en aandeelhouders) in klassen
a. Alleen schuldeisers die iets zouden ontvangen in faillissement
b. Twee derde van het kapitaalbelang in een klasse moet voor een akkoord zijn
c. Minimaal 1 (in the money) klasse moet ‘voor’ stemmen
12. De reorganisatiewaarde die met het akkoord behouden kan blijven moet verdeeld
worden onder de betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Bij die verdeling mag niet
worden afgeweken van hetgeen schuldeisers bij het volgen van de wettelijke rangorde
hadden gekregen (lagere klasse krijgt niks zolang hogere klasse niks krijgt). Wordt dat
wel gedaan, dan wordt homologatie afgewezen ex art. 384 lid 4 onder b Fw (absolute
priority rule).
13. Homologatie van het akkoord
a. Cross class cram down: tegenstemmende schuldeisers worden gebonden aan het
akkoord.
b. MKB-ondernemingen: instemming schuldenaar vereist ex art. 383 lid 2 Fw
c. Weigeringsgronden ex art. 384 lid 2 (en lid 3 en 4) Fw.

,Pre-pack
1. Stille curator wordt benoemd in het zicht van faillissement, met als doel:
a. Hogere opbrengst voor de onderneming;
b. Geen publicatie;
c. Voorkomen waardeverlies (door verkoop going concern).
2. Criteria Smallsteps-arrest (bescherming werknemers bij overgang onderneming geldt
niet in faillissement, art. 7:666 BW):
a. De verkoper is verwikkeld in een faillissementsprocedure of soortgelijke
procedure;
b. Faillissementsprocedure moet zijn ingeleid met oog op de liquidatie van het
vermogen van de vervreemder (volgens HvJ voldoet pre-pack niet, het doel is
behouden onderneming i.p.v. liquidatie);
c. Onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie (volgens HvJ voldoet pre-
pack niet, schuldenaar is debtor in possession, curator/rechtbank geen echte
bevoegdheid)
3. FNV/Heiploeg:
a. Pre-pack is onmiskenbaar een faillissementsprocedure of soortgelijke procedure;
b. Volgens HR is primaire doel hoogste opbrengst voor gezamenlijke schuldeisers.
De pre-pack draagt daarnaast eraan bij dat (een deel van) de werkgelegenheid
wordt behouden (subsidiair doel?) De onderneming als zodanig wordt
geliquideerd.
c. Het overheidstoezicht in de faillissementsprocedure is aanwezig met de beoogd
curator en toezicht R-C.
d. HR zegt dat bescherming werknemers bij overgang van onderneming niet van
toepassing is. HR heeft opnieuw prejudiciële vragen gesteld.


Medezeggenschap in faillissement
1. Aanvraag faillissement: YVC IJsselwerf, Er is geen sprake van medezeggenschap van de
OR bij de aanvraag van het eigen faillissement door bv het bestuur van de vennootschap
die de onderneming in stand houdt. De interne structuur van de onderneming wordt niet
geraakt.
2. Tijdens faillissement: DA Retailgroep
a. Is er sprake van verkoop van de goederen/ontslag werknemers
(ontmanteling=staking van de onderneming), zo ja, dan geen adviesrecht;
b. Is sprake van verkoop van de activa in het kader van voortzetting of doorstart van
(delen van) de onderneming en het vooruitzicht op behoud van arbeidsplaatsen?
Zo ja, dan adviesrecht ex art. 25 lid 1 WOR (bijvoorbeeld sub a of c).

, Aanvraag faillissement
1. Wie kunnen het faillissement aanvragen?
a. Een of meer schuldeisers ex art. 1 lid 1 Fw (de pandhouder op een vordering vanaf
het moment dat dit pandrecht aan de schuldenaar is medegedeeld, wordt aangemerkt
als schuldeiser vgl. Megalim/de Veenbloem)
b. Eigen aangifte ex art. 1 lid 1 jo 4 lid 2 Fw (of als vereffenaar ex art. 2:23a lid 4 BW)
c. Verzoek OM ex art. 1 lid 2 Fw
d. Ambtshalve ex art. 218 lid 5 en 242 lid 4 Fw of van rechtswege ex art. 350 lid 5 Fw
2. Wie kunnen failliet verklaard worden?
a. Natuurlijke personen; Maten uit maatschap (maatschap wordt ontbonden ex art.
7A:1683 BW); Openbare maatschap met afgescheiden vermogen;
b. VOF (en CV met twee of meer beherende vennoten) (want ook afgescheiden
vermogen), brengt niet faillissement vennoten mee vgl. Bepro-arrest. Commanditaire
vennoot kan niet failliet worden verklaard. Beherende vennoten kunnen omzetting
naar Wsnp verzoeken;
c. Alle rechtspersonen en ontbonden rechtspersonen (Adjuncten Properties
Holding/Söderqvist q.q.): vennootschap doet turboliquidatie. Alle baten worden
gebruikt om de schuldeisers te voldoen behalve een schuldeiser. Er waren volgens de
rechter nog potentiële baten. De HR wil niet af van het pluraliteitsvereiste. Alle
steunvorderingen waren voldaan, waardoor er maar 1 vordering overbleef. Dat is niet
genoeg om een faillietverklaring te staven.
3. Materiële vereisten:
a. Verzoekende schuldeiser moet een vorderingsrecht hebben;
b. Pluraliteitsvereiste (meer dan 1 schuldeiser; toetsing ex nunc, het moment van de
aanvraag moet aan het vereiste worden voldaan. Berzona-arrest: vordering hoeft niet
opeisbaar te zijn, voldoende is dat het gaat om een vordering die ter verificatie kan
worden ingediend (natura of geld, een vordering tot verrichten van
onderhoud/verschaffen genot kan dus ook een steunvordering zijn);
c. Toestand van hebben opgehouden te betalen;
d. Ten minste één opeisbare vordering (hoeft niet de vordering van aanvrager of
steunvordering te zijn, er moet gewoon een opeisbare vordering bestaan;
e. Verzoekende schuldeiser moet voldoende/redelijk belang bij de aanvraag hebben
(geen misbruik van recht). Schuldeiser maakt misbruik van recht indien (Boersen-
arrest):
i. Indien de schuldeiser ten eerste op het moment van de aanvraag wist dan wel
behoorde te weten dat de boedel leeg is;
ii. Geen voldoende gerechtvaardigd belang bij de aanvraag heeft. Het enkele feit dat
de schuldeiser weet of behoort te weten dat de boedel leeg is, is geen misbruik
van faillissementsaanvraag; schuldeiser heeft belang dat wederpartij stopt te
bestaan.
4. Verzet curator pro se bij misbruik van recht:
a. Aanvraag bestuur: Aantekenen tegen het faillissement wanneer er geen baten zijn en
er misbruik van faillissementsrecht wordt gemaakt (Hoeksma q.q./R.M. Trade
bestuur kan ook art. 2:19 BW toepassen)
b. Aanvraag schuldeiser: Door Boersen-arrest is er dus bijna nooit sprake van misbruik
van recht bij deze aanvraag.
5. Formele vereisten:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur svengommans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67418 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€4,99  9x  vendu
  • (2)
Ajouter au panier
Ajouté