Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting colleges + boek + artikelen onderwijsleerproblemen €7,29   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting colleges + boek + artikelen onderwijsleerproblemen

 83 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit is een samenvatting van de colleges, het boek en de artikelen van het vak onderwijsleerproblemen. Het is uitgebreid verteld met veel plaatjes om de informatie zo makkelijk mogelijk over te laten brengen.

Aperçu 4 sur 47  pages

  • 24 mars 2022
  • 47
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Docent
  • Toutes les classes
avatar-seller
College 1

Leren is een actief proces in het verkrijgen en behouden van kennis, zodat het toegepast kan worden
in toekomstige situaties. Er zijn kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Dit zijn kinderen die
gediagnostiseerd zijn met specifieke onderwijsleerproblemen, waaronder problemen in spreken,
lezen, schrijven, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag. Ook zijn het kinderen die
aanvullende instructies/ondersteuning krijgen om basisvaardigheden te verbeteren. En ten slotte zijn
het kinderen die problemen ervaren in het leren op school.

Onderwijsleerproblemen= problemen die kinderen hebben bij het leren van de kennis en
vaardigheden die zij op school moeten verwerven. Onderwijsleerproblemen hebben invloed van
cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding & motivatie en zintuigelijke
ontwikkeling. Zintuigelijke ontwikkeling hoef je voor het tentamen niet te weten.

Passend onderwijs (doelen).
Alle kinderen krijgen een passende plek die past bij de ondersteuningsbehoefte. Kinderen komen
gelukkig niet langdurig thuis te zitten, omdat er geen passende plekken meer zouden zijn. Een kind
gaat, als dat kan, naar een gewone school. Een kind gaat anders naar het speciaal onderwijs als
intensieve begeleiding nodig is. Scholen hebben de mogelijkheid voor onderwijsondersteuning op
maat. Wat bepalend is zijn de kwaliteiten en onderwijsbehoefte van het kind, de beperkingen van
een kind zijn dus NIET bepalend.

Modellen.
Je hebt verschillende modellen voor ondersteuning in het onderwijs. Je hebt de multi-tiered systems
of support (MTSS). Daaronder vallen twee interventies, namelijk: response-to-intervention (RTI).
Deze beïnvloedt/onderzoekt het leren. ook heb je de schoolwide positive behavior support
(SWPBS/PBS). Dit beïnvloedt/onderzoekt het gedrag van het kind.
Een ander model is ‘handelingsgericht werken’.

Multi-tiered systems of support:




Dit model zegt iets over welke begeleiding een kind nodig heeft en in welk niveau hij dan terecht
komt. Ook zegt dit model het percentage kinderen dat in dit niveau zou zitten.

,Handelingsgericht werken:




Motivatie
Motivatie is het verlangen van een individu om deel te nemen aan het eigen leerproces; de
redenen/doelen die ten grondslag liggen aan het wel/niet deelnemen aan leeractiviteiten.
Maar waarom kijken we eigenlijk naar motivatie?
-Studiemotivatie is een voorspeller voor discipline in het schoolwerk, prestaties op de schoolse taken
en het welbevinden op school van een kind.
-Als leerlingen niet gemotiveerd zijn, dan uit zich dat uit: passief & lusteloos, ze dromen dan weg in
de klas. De kinderen behalen dan ondermaatse schoolresultaten en dit kan uitmonden in opstandig
of zelf agressief gedrag in de klas.
-Bij studenten met leerproblemen is er een significante samenhang tussen motivatie en academische
prestaties.

Kernbegrippen bij motivatie.
-Self-efficacy= het geloof in de eigen vaardigheid om een specifieke taak uit te voeren. Het wordt
beïnvloed door eerdere ervaringen (niet alleen eigen ervaringen, maar ook van anderen).
-Intrinsieke vs. Extrinsieke motivatie= geeft aan wat de bron of wat de oorsprong van de motivatie
is. Intrinsieke motivatie betekent da iemand vanuit zichzelf als interesse heeft in het onderwerp.
Extrinsieke motivatie betekent dat inzet vanuit een ander persoon of ding wordt beloond.
-Interne of externe attributie= geeft aan waar de leerling de controle voor gebeurtenissen neerlegt.
Interne attributie legt de controle voor succes en/of falen bij zichzelf. Externe attributie legt de
controle voor succes en/of falen bij iets of iemand anders.
-Motivatie is een complex spectrum met verschillende lagen, waarbij meerdere dolen tegelijk een rol
kunnen spelen.

Motivatie theorieën.
Motivatie is niet hetzelfde als betrokkenheid of schoolse attitude. Motivatie is de drijfveer en bepaalt
het waarom achter de inzet. Betrokkenheid en attitude gaan over hoe leerlingen hun schoolwerk
aanpakken. Een betrokken leerling zal zich meer inspannen (gedragsmatig), enthousiast zijn
(emotioneel), gebruik maken van diepgaande verwerkingsstrategieën (cognitief) en zelf
verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces (zelfsturend). Wederzijdse beïnvloeding tussen
motivatie en betrokkenheid is een risico op een vicieuze cirkel.

Er worden twee theoretische perspectieven op motivatie behandeld, namelijk:
-Zelf-determinatie theory
-Prestatiedoelenbenadering.
In het artikel van Wery & Thomson (2013) wordt de waarde-verwachtingstheorie (expectancy-value

,theory) genoemd, daarvan moet je weten wat in het artikel genoemd wordt, maar daar wordt nu niet
verder op ingegaan.
………

 Expectancy-Value Theory is a theory of motivation that states motivation is determined by
two factors: Expectancy: Whether we expect we can succeed at the task. Values: How much
we value the task.

Zelf-determinatie theorie: intensiteit.
Er zijn twee dimensies van motivatie. Namelijk de intensiteit van motivatie en de kwaliteit van
motivatie.
Intensiteit varieert van een totaal gebrek aan motivatie (amotivatie) tot zeer gemotiveerd. Dit kan
liggen aan o.a. gebrek aan het geloof in het eigen kunnen (lage effectiviteitsverwachting), een gebrek
aan geloof dat de gewenste uitkomst kan worden gehaald (uitkomstverwachting), of studenten zijn
niet of weinig gemotiveerd. Zij zien dan soms onvoldoende de waarde van een leeractiviteit in. Zij
vertonen weinig inzet bij het leren, omdat ze geen controle ervaren over huns studieresultaten. Ook
hebben zij moeite met zichzelf te reguleren, met de organisatie van het leerproces en het vertonen
stuurloos leergedrag.

Zelf-determinatie theorie: kwaliteit.
Dit is het verschil tussen willen en moeten. We onderscheiden vier subgroepen, gebaseerd op de
manier van reguleren.
Leerlingen die willen, hebben autonome motivatie, zij kunnen zichzelf motiveren.
1. Intrinsieke regulatie, iemand is uit zichzelf geïnteresseerd en gemotiveerd voor de taak zelf en
stuurt zichzelf daardoor aan.
2. Geïdentificeerde regulatie, is een externe motivatie, omdat iemand zich identificeert met de
waarde, stuurt iemand zichzelf aan.
Daar tegenover staan de leerlingen die moeten, zij hebben gecontroleerde motivatie.
3. Geïntrojecteerde regulatie, vanuit een drijfveer van het vermijden van schuldgevoel of schaamte,
of vanuit angst.
4. Externe regulatie, werkt vanuit verwachten van beloning of bestraffing.

Zelf-determinatie theorie: behoeften.
-Autonomie= het ervaren van psychologische vrijheid en het kunnen maken van keuzes.
-Competentie= het gevoel dat het mogelijk is om een activiteit succesvol af te kunnen ronden.
-Verbondenheid= kan worden ervaren door een warme band te scheppen met zowel
leeftijdsgenoten als de leerkracht.

Prestatiedoelentheorie: taak- en prestatiedoelen.
-Begonnen met onderscheid taak-gebonden doelen van prestatie-gebonden doelen.
Taakdoelen zijn doelen die gericht zijn op het begrijpen en beheersen van studiemateriaal.
Leerlingen die taakdoelen stellen zijn bereid om uitdagingen aan te gaan en spannen zich in om te
leren. Zij kunnen langer doorzetten als het tegen zit en ervaren meer plezier in het leren. Zij kunnen
eigenlijk niet falen (ze leren altijd wel iets), het maken van fouten wordt niet als erg ervaren. Zij
bestuderen ook de leerstof aandachtiger en grondiger en maken meer gebruik van diepgaande
verwerkingsstrategieën.
Prestatiedoelen richten zich er volgens de theorie op om vooral positieve competentiefeedback te
krijgen. Bijvoorbeeld bij het stellen van prestatiedoelen kan iemand slagen of falen. Hierdoor
ontstaat vervolgens de neiging om vooral lagere doelen te formuleren, die gemakkelijker te behalen
zijn. Zij zullen eerder proberen om met minimale spanning het maximale resultaat te halen. Zij voelen

, zich vaak wel competent, maar neigen er naar om slechte scores toe te wijzen aan externe factoren.
Ook maken zij meer gebruik van oppervlakkige verwerkingsstrategieën.

Prestatiedoelentheorie: de valentie-dimensie.
De volgende stap in de ontwikkeling van de prestatiedoelentheorie was het onderscheid tussen
toenaderings- en vermijdingsdoelen, ook wel bekend als de valentie-dimensie.
Taakdoelen worden hierbij opgedeeld in taaktoenaderingsdoelen en taakvermijdingsdoelen.
Taaktoenaderingsdoelen zijn doelen die gericht zijn op aan de taakvereisten te voldoen.
Taakvermijdingsdoelen duiden op het vermijden van het niet voldoen aan de taakvereisten. Hierbij
is het mogelijk om te falen.
Prestatiedoelen worden ook opgedeeld, in prestatietoenaderingsdoelen en
prestatievermijdingsdoelen.
Prestatietoenaderingsdoelen hebben competentie als positieve uitkomst. Hierbij is de leerling
gericht op positieve competentiefeedback en probeert om beter te presteren dan anderen om een
goede indruk op andere te maken.
Prestatievermijdingsdoelen is het vermijden van falen. Hierin probeert de leerling om te vermijden
om minder goed te presteren dan medeleerlingen. Als de leerling wel minder zou presteren dan de
medeleerling, zou dat een bedreiging zijn voor de eigenwaarde.

Strategieën voor het verbeteren van motivatie.
Voor het verbeteren van de motivatie van leerlingen, zijn trainingen ontwikkeld voor leerkrachten.
Gebruik hierbij een autonomie-ondersteunende leerstijl.
Creëer een omgeving die bemoedigend en uitdagend is. Zorg er hierbij voor dat de uitdaging aansluit
bij het niveau van de leerling.
Verbind wat er geleerd wordt met de echte wereld, zodat zij een beeld hebben van de reden dat ze
iets leren. evalueer de taak, en niet de student. Reageer ook positief op vragen en prijs de student.

Ontwikkeling van de leesmotivatie.
Uitkomsten zijn;
-Jonge kinderen houden van lezen/verhalen.
-Vanaf groep 3 begint de leesmotivatie terug te lopen.
-Algemeen vindt op het primair onderwijs 82% van de leerlingen het leuk om te lezen.
-In de bovenbouw (groep 5-8) vindt 18% lezen niet leuk.
-Eind groep 8: leesmotivatie loopt verder terug.
-Voortgezet onderwijs (15 jarigen) vindt nog slechts 51% het leuk om te lezen.




Leesmotivatie:
Voor de afname van motivatie om te lezen, worden twee mogelijke oorzaken genoemd;
1. De fourth grade slump ( in het NL de groep 6 crisis). Door het verschuiven van de focus van het
‘leren om te lezen’ naar het ‘lezen om te leren’. ook worden teksten steeds complexer en abstracter,
de minder vaardige lezer ervaart dan minder plezier in het lezen.
2. De verschuivingen van vrijwillig lezen naar steeds meer verplicht lezen. Naarmate kinderen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ElineBroek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,29  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter